18 februari begint de officiële bouw van het Muziekpaleis in Utrecht. Die dag zal wethouder Harm Janssen van het Stationsgebied een damwand slaan, de spreekwoordelijke eerste paal. 11 april 2013 moet het verzamelgebouw open gaan. Die datum staat met dikke letters in de Utrechtse agenda, omdat die dag het 300-jarige jubileum van de Vrede van Utrecht gevierd wordt, een belangrijk moment in de geschiedenis van Europa. Onder meer dichter Ingmar Heytze en muzikanten Eric Vloeimans, Colin Benders (Kyteman) en Hans van Loenen zullen de feestelijkheden 18 februari opluisteren.

Het Muziekpaleis neemt een centrale plaats in in de grootschalige renovatie van de Utrechtse binnenstad. Onder meer het Vredenburgplein en het Centraal Station gaan op de schop. In 2030 moet het gehele project klaar zijn. Wethouder Janssen: “De bouw van het Muziekpaleis is een mooi moment in de herontwikkeling van het Utrechtse Stationsgebied. Het wordt een prachtige voorziening op het gebied van muziek en cultuur voor de inwoners en bezoekers van Utrecht. Op een plek aan de singel, daar waar oud en nieuw samen komen.”

De officiële bouw begint deze week, maar het oude Vredenburg is al twee jaar een bouwput, net als het nabijgelegen Smakkelaarsveld. Het muziekcentrum is ondergebracht in de zogenaamde Rode Doos, een tijdelijke locatie aan de A2 bij Leidsche Rijn. De overgang naar die locatie verliep niet zonder slag of stoot, want het publiek wist de locatie zo moeilijk te vinden dat een flink tekort ontstond. Ook de samenwerking tussen de partijen in het ambitieuze project verliep de laatste tijd allesbehalve vlekkeloos.

De relatie tussen de gemeente Utrecht en poppodium Tivoli verliep zelfs zo stroef dat gekozen werd voor een mediation traject, de laatste stap die genomen moet worden om tot een ontbinding van de samenwerking over te gaan. Cultuurwethouder Floris de Gelder verwachtte eind januari resultaten, maar volgens een woordvoerder van de gemeente zijn de gesprekken nog altijd bezig. “We merken wel dat zo’n mediationproces een heel eigen dynamiek heeft, waarvan het tempo bepaald wordt door de mediators.”