SD 2010: Zwarte Poëzie wint niet alleen zwarte zieltjes op Domplein

Verrassende Nederlandstalige wave van Utrechtse formatie

Tekst: Arnold le Fèbre / Foto's: Anne Kouwenberg ,

Het voert te ver om Zwarte Poëzie te bestempelen als het best bewaarde geheim van Utrecht, maar feit is dat het sympathieke Utrechtse wave-trio wel wat meer aandacht en bekendheid kan gebruiken. Frontman Edwin van der Velde wist op het Domplein toch het aanwezige publiek enthousiast te maken; of dat nu wel of niet in bezit was van een ‘zwarte ziel.’

Verrassende Nederlandstalige wave van Utrechtse formatie

De combinatie wave met Nederlandstalige songteksten (of, iets anders geformuleerd: duistere rock in het Nederlands) ligt zo voor de hand dat het een raadsel is waarom slechts een handvol bands zich heeft gewaagd aan 'nederwave'. De reden? Het is moeilijker dan het lijkt. Zwarte Poëzie weet echter precies de juiste snaar te raken en bewandelt de fijne grens tussen zwartgallige humor en bloedserieus liefdesverdriet.

Het was voor het aanwezige publiek dan ook wel even wennen; zo vaak komt het immers niet voor je duistere rock krijgt voorgeschoteld in je ‘moerstaal’. De concerten op het Domplein zijn voor iedereen toegankelijk – en dus niet alleen voor Summer Darkness-bezoekers. Maar dat is kenmerkend voor de sfeer op het Domplein tijdens het festival: ‘gewoon’ publiek mengt zich met de Summer Darkness-bezoekers en geniet misschien wel evenveel van de bont uitgedoste mensen, de markt en de geprogrammeerde bands, of dat nu folk-achtige groepjes zijn of wavebands als Zwarte Poëzie. Het was dan ook erg grappig om te zien dat naarmate het concert vorderde, steeds meer mensen gegrepen werden; ook diegenen met een niet- zwarte ziel.

Zwarte Poëzie opende met het broeierige ‘Misschien Morgen Wel’ (te vinden op de EP Grijs Verleden’ uit 2007). Vervolgens was het tijd voor de typische Zwarte Poëzie-sound: de kenmerkende stem van frontman en gitarist Edwin van der Velde, de stuwende drums van Hannes Bögels, en de zoemende baslijntjes van de op het oude nest teruggekeerde bassist Sanne Korf.

In rap tempo passeerden nummers van het eind vorig jaar verschenen debuut Liefde de revue: het zwartgallig doorrockende 'Codicil', het stuwende ‘Zilver’, het melancholische 'Leegte', het onvervalst depressieve 'Alleen in de aarde', ‘Liefde’ (met het opbeurende refrein: “Ik zie je hangen, aan het plafond / Met een touw om je polsen in de richting van de zon”) en ‘Amelisweerd’. Bij de ‘oudgedienden’ ‘Grijs Verleden’ en het lekker lang uitgesmeerde ‘Zwarte ramen’ kwam het publiek – aangespoord door Van der Velde – eindelijk in beweging en ontstond er een heuse pit voor het podium. En pas toen leek het optreden wat losser te worden – tot dan toe waren de man in de rolstoel vooraan en een handvol hardcorefans eigenlijk de enigen die met volle overgave genoten van Zwarte Poëzie.

Gezien: Zwarte Poëzie, zaterdag 14 augustus 2010 @ Domplein