Museum Speelklok (voorheen bekend als Museum van Speelklok tot Pierement) is een bijzondere locatie voor een concert. Omgeven door uit de kluiten gewassen draaiorgels en tal van kleurrijke en buitenissige instrumenten waan je je in de koortsdroom van een muzikale Geppetto. In een klein zaaltje was een podium neergezet, precies onder een indrukwekkend kerkorgel - de plek waar Bacio di Tosca (oftewel mezzosopraan Dörthe Flemming) zou optreden.
Dörthe Flemming staat bekend om haar met vele emmers passie overgoten muziek, vol Weltschmerz, zwarte romantiek, intriges en drama. De naam van haar project (‘kus van Tosca’) verwijst naar de beroemde moordscène in Giacomo Puccini’s hevige romantische opera ‘Tosca’ (1887). Flemming maakt zogenoemde ‘neo-classical’ (op klassieke leest geschoeide muziek, ook bekend als ‘heavenly voices’ of ‘ethereal’), af en toe vermengd met lichte elektronische beats. Voor haar teksten laat ze zich inspireren door Duitse romantici als Eduard Mörike, Heinrich Heine en Georg Trakl.
Het podium zag er angstvallig leeg uit, en dat was met opzet: de fraai uitgedoste Dörthe Flemming zong namelijk mee met een DAT-tape. En terwijl de muziek dreigend uit de speakers golfde, pakte ze de microfoon en begon vol overgave en met intense uithalen aan haar optreden. In het daaropvolgende uur passeerden diverse nummers van haar debuut Der Tod und das Mädchen (2007) en opvolger Und wenn das Herz auch bricht! (2008) de revue. Maar de nadruk lag vooral op het begin dit jaar verschenen Hälfte des Lebens.
Hoewel de locatie prachtig is en Flemming zelf er delicaat uitzag, was het jammer dat er voor de rest weinig gedaan was om een sfeer te creëren. Het had al gescheeld als er wat op het podium was neergezet, als er sfeervolle videobeelden werden geprojecteerd of wat dan ook. Maar aan de andere kant: het getuigt wel van lef om zo alleen op het podium te gaan staan en puur te overtuigen met je stem.
In het programmaboekje werden vergelijkingen getrokken met Qntal en Dead Can Dance, maar dat is een beetje te veel eer. Bacio di Tosca valt te beschouwen als een mix tussen Sarah Brightman, Blutengel, Sara Noxx en Ophelia’s Dream. De dramatiek lag er soms wel heel dik bovenop en het was moeilijk je niet af te vragen: hoe zou het hebben geklonken als Dörthe Flemming een strijkkwartet had meegenomen in plaats van een tape in haar handtasje? Als de muziek wat minder synthetisch zou zijn geweest? Als – aan deze dagdromen werd abrupt een einde gemaakt toen Flemming tijdens het voorlaatste nummer ‘Verborgenheit’ de zaal in liep, alsof ze merkte dat hier iemand aan het indommelen was…
Kortom, toen ze na ruim een uur van het podium stapte om even later op te duiken achter haar merchandisingstandje, had ze ondergetekende niet helemaal overtuigd. Maar toen bleek weer hoe persoonlijk muziek eigenlijk is: na afloop van het concert bleken diverse bezoekers tot tranen toe te zijn geroerd. Daarbij waren ze vol lof over haar sobere aanpak. En dat ze meezong met een tape? Ach, het gaat er toch om dat je wordt geraakt door de muziek? Daar viel weinig tegenin te brengen. Dörthe Flemming beroerde de harten van veel luisteraars, behalve die van één – en laat dat nu net die ene zeikerd zijn die een stukje tikt…
Gezien: Bacio di Tosca, zondag 15 augustus 2010 @ Museum Speelklok