SD 2010: Brendan Perry laat Domkerk op grondvesten daveren

Zwijgzame Dead Can Dance-veteraan laat weinig ruimte voor subtiliteit

Teks: Arnold le Fèbre / Foto's: Martien Janssen ,

Hoewel enkele uren eerder (folk)bands als Orfeo en Spiritual Front live waren te bewonderen, was het aan Brendan Perry om Summer Darkness 2010 officieel te openen. De Domkerk vormde het decor voor een oorverdovend optreden, waarbij Perry niet alleen veel nummers van zijn nieuwe album 'Ark' de revue liet passeren, maar ook uit zijn rijke Dead Can Dance-verleden putte.

Zwijgzame Dead Can Dance-veteraan laat weinig ruimte voor subtiliteit

Dat de 51-jarige Brendan Perry nog altijd een publiekstrekker van formaat is, blijkt wel uit de behoorlijke rij met fans die zich al rond acht uur op het Domplein heeft gevormd - terwijl het uitverkochte concert pas om negen uur begint. Na wat navraag, blijken weinig ongeduldig trappelende wachtenden bekend te zijn met Brendan Perry als solo-artiest. Voor de meeste van hen is zijn naam nog altijd onlosmakelijk verbonden met die van Dead Can Dance.

De inmiddels ter ziele gegane groep, die Perry begin jaren 80 samen met zangeres Lisa Gerrard oprichtte, geniet nog altijd hoog aanzien onder de Summer Darkness-bezoekers. Hoewel begonnen met experimentele postpunk, ontwikkelde Dead Can Dance in de loop der tijd een geheel eigen idioom: de woordloze, galmende zang van Gerrard (afgewisseld met de wat meer sonore stem van Perry), ingebed in weelderig optrokken klankkathedralen met invloeden uit de klassieke muziek, op smaak gebracht met een mespuntje ambient en gothic.

Toen na het weergaloze album Spiritchaser (1996) het doek viel voor Dead Can Dance, stortte zowel Lisa Gerrard als Brendan Perry zich op een solocarrière, waarbij vooral Gerrard erg productief bleek. Perry pakte het wat bescheidener aan: in 1999 zag zijn sfeervolle debuut Eye of the Hunter het licht, hij wierp zich op als producer en begin dit jaar verscheen eindelijk zijn tweede album Ark, dat een behoorlijk ingetogen en elektronisch georiënteerde Perry liet horen.

Het ligt dan ook enigszins in de lijn der verwachtingen dat Perry zich voor zijn concert in de Domkerk vooral van zijn rustige, contemplatieve kant laat zien. Geen gekke gedachte, want de akoestiek in de Domkerk is vaak niet zo geschikt. Helaas: Brendan Perry heeft besloten een heuse ‘rockset’ neer te zetten: hij heeft een bassist meegenomen, een drummer en er staan twee mensen achter de keyboards.

De eerste helft van het concert bestaat uit een letterlijk oorverdovende en galmende geluidsbrij. Na een tiental minuten vluchten de eerste bezoekers met de handen over de oren naar de uitgang. Brendan Perry zelf is erg goed bij stem en heeft ogenschijnlijk nergens last van, maar ook hij moet toch merken dat zijn uithalen verdrinken in een echoënde klankkast..? Bij ‘Wintersun’ - en na bijna drie kwartier spelen - krijgt de geluidsman het geluid enigszins onder controle. En vanaf dat moment komen nummers als ‘Utopia’ en het nieuwe nummer ‘Eros’ eigenlijk pas echt tot hun recht.

Helaas is er weinig ruimte voor subtiliteiten; het verstilde Tim Buckley-eerbetoon ‘Song to the Siren’ komt bijvoorbeeld niet helemaal uit de verf. Het merendeel van de overige nummers wordt vakkundig dichtgesmeerd met de overdadig aanwezige synthesizers en tja, daar moet je van houden. Na ruim een uur spelen en twee Dead Can Dance-toegiften verlaten de bijzonder zwijgzame Perry en zijn bandleden zo rond half elf het podium. De fans vooraan ademloos achterlatend, terwijl degenen die wat meer verspreid door de Domkerk stonden, peinzend over hun kin krabben om vervolgens te verzuchten dat er meer had ingezeten.

Een lichtpuntje: enkele maanden geleden meldde Brendan Perry dat hij en Lisa Gerrard hun geesteskindje Dead Can Dance nieuw leven hebben ingeblazen. Een langverwacht nieuw album ziet hoogstwaarschijnlijk eind volgend jaar het licht. 

Gezien: Brendan Perry, vrijdag 13 augustus 2010 @ Domkerk