Terwijl de zon voorzichtig door het Amersfoortse wolkendek prikt, maakt de immer melancholische Blaudzun, het alias van singer-songwriter Johannes Sigmond, zich op voor het festivalseizoen. Twee keer op een dag speelt hij op het Bevrijdingsfestival, in Utrecht en Zwolle, en twee keer op Oerol. Daarnaast staan ook het nieuwe Walk the Line Festival en het Naked Song festival op de agenda. “Met de vorige plaat had ik het gevoel dat ik alles zou moeten aanpassen om op een festival te spelen. Nu is dat anders, er zijn meer up-tempo liedjes, we zijn nu meer festivalfähig.”
Blaudzun treedt op als band en voor deze tour nemen ze ook strijkers mee. “De band is het best te omschrijven als een Chinese democratie,” legt Sigmond uit. Hij verzamelt muzikanten die van invloed zijn op de sfeer en die een bepaald gevoel met zich meebrengen, maar de albums maakt hij toch vooral zelf. De enige persoon waar hij echt mee discussieert en overlegt is zijn broer. “Hij is mijn klankbord, hoewel dat nu ook minder is. Voor het laatste album liet ik hem een nummer horen dat hij niks vond. Ik stond helemaal achter dat nummer, dat hoorde er zo bij voor mijn gevoel. Voor het eerst was ik het totaal niet met hem eens.”
Hoewel zijn laatste album ‘Seadrift Soundmachine’ toegankelijker klinkt dan zijn debuut, druipt de dramatiek er nog altijd vanaf. De vraag is of dat werkt op het festivalgras met bier en zon. “Melancholie werkt juist beter in de zon. En op het eerste gehoor vindt men de nieuwe liedjes helemaal niet zo dramatisch. Ze heupwiegen of klappen zelfs mee; er is nu meer te doen voor het publiek.”
Sigmond voelt zich thuis in somberheid. “Ik was verrast dat mensen ‘Seadrift Soundmachine’ vrolijk vonden, maar ik vind het mooi dat het mensen troost geeft.” Zelf troost hij zich ook met zijn muziek. “Het is een vluchtplek, ik kan er in wegkruipen en schuilen voor de nare kanten van het leven zoals de liefde, de dood.” Dat is de reden waarom hij muziek maakt. Die sombere instelling, maakt dat hij een voorkeur heeft voor stemmige mineurakkoorden. “Ik probeer wel eens een liedje met alleen maar majeurakkoorden te schrijven, maar dat voelt dan niet eerlijk.” D-mineur is zijn favoriete akkoord. “Het roept een bepaald gevoel op, mineur zegt altijd zoveel meer, het dicteert de sfeer.”
Voor ieder album heeft Sigmond een thema. Voor het debuut, ‘Blaudzun’, was dat de nacht, voor ‘Seadrift’ de zee. “Die concepten ontstaan tijdens het schrijven. Ze zijn niet vooropgezet. Door analyseren, schaven en schrijven zijn ze er ineens.” Hij heeft al een nieuw thema in zijn hoofd, maar wil nog niet zeggen wat het is, dit om geen verwachtingen te creëren. “Ik moet altijd volledig in zo’n thema duiken totdat ik voel dat ik er alles over heb gezegd wat er over te zeggen valt.” Voor ‘Seadrift’ trok Sigmond naar de kuststad Barcelona om daar niet alleen de zee, maar ook de melancholie op te zoeken. “Het is een droevige stad, maar het is een combinatie van pijn en genot, mensen daar zijn heftig en intens.” In Tsjechië, waar hij opnames maakte met The Prague City Orchestra, had hij hetzelfde gevoel. “Melancholie herken ik meteen. In Nederland heb ik het nog niet gevonden, niet dat ik het hier niet naar mijn zin heb. Misschien hebben mensen in die landen en steden een passie die sneller naar de oppervlakte komt.” Sigmond heeft in een korte periode een aantal begrafenissen gehad en besefte zich dat die passie ook in verdriet kan zitten. “Je kunt ook euforisch verdrietig zijn, het gaat erom het leven te omarmen met alles wat erbij hoort.”
Te zien: Bevrijdingsfestival Utrecht, Park Transwijk, 5 mei 2010. Blaudzun speelt om 13.00 uur. Entree is gratis.