‘Misschien wel het leukste festival van Utrecht’, lees je op de site van Utrecht Boft!. Het festival dat jaarlijks plaatsvindt in EKKO en Theater de Kikker verraste ons eerder al met bands als Tunng, Alice Rose en Coparck. Muziek die vaak op het randje van pop balanceert.
Van een festival met vooral Nederlandse en lokale acts is Utrecht Boft! uitgegroeid tot een plek waar ook internationaal aanstormend talent zich laat horen en zien. Het festival is allang niet meer de enige kans experimenteel aanstormend talent te zien in Utrecht. De laatste jaren kwam er concurrentie van Klub Radar en Le Guess Who in Tivoli. Toch is het in Utrecht Boft! waar niet met elkaar te rijmen genres de handen ineen slaan en zie je hier net zo makkelijk experimentele jazzfunk als indiepop.
Donderdag werd het voor deze keer drie avonden durende festival geopend met Bonaparte en Lost Bear. Vrijdag was Theater Kikker de plek voor de fijnproever of muzikale waaghals, zo je wilt. Volle bak is het tot nu toe slechts een enkel keertje geweest, maar zo rustig als vanavond was het zelden. En dat terwijl we met Fleet Foxes drummer J. Tillman toch wel van een hoofdprijs kunnen spreken.
Theater Kikker staat vanavond bol van het eenzame jongetjes- en/of meisjessentiment. Stuk voor stuk introverte artiesten waarvan sommigen doen vermoeden nooit buiten hun slaapkamer te zijn geweest. Soms werkt het intrigerend, zoals bij finn. en Mohna. Dan weer is het ronduit ergerlijk, zoals bij de Belgische meisjes Jessica Bailiff en Annelies Monseré.
Maar eerst is het de beurt aan de enige band van Utrechtse bodem. This Leo Sunrise presenteert vanavond zijn eerste volwaardige album ‘The Boat Ashore’. In het nieuwe werk hebben de vakkundige liedjes een stapje opzij gedaan om plaats te maken voor opzwepende instrumentatie en composities die grillig aandoen. Zanger/gitarist Jacco van Elst speelt en zingt gedreven, soms zelfs bijna bezeten. De rest van de band gaat hier in mee, zo erg zelfs dat de stem Van Elst dreigt te verdrinken tussen al dat geweld. Hij overschreeuwt zich, maar neemt revanche in de betoverende samenzang met de rest van de band. Jammer dat de betovering direct verbroken wordt als de heren en dame stoppen met spelen. De ongemakkelijke praatjes tussendoor voelen misplaatst, haal ze weg en je hebt een innemende ervaring van Sixteen Horse Power proporties.
In de kleine zaal doen Jessica Bailiff en Annelies Monseré een poging net zo te betoveren, maar dan met zuchtende samenzang. Ze hebben een man achter de drums meegebracht die net zo introvert drumt als de dames zingen. Optreden is lastig, je moet zingen en tegelijkertijd een instrument bespelen. Zenuwen, het valt niet mee. Goed optreden blijkt voor de Belgen verdomde moeilijk. De zang is zo zacht dat zelfs microfoons niet mogen baten, Jessica Bailiff struikelt over haar basspel en Annelies Monseré lijkt op de piano slechts toonladders af te werken.
Net zo introvert en zuchterig maar tot veel meer in staat is Mohna uit Hamburg. Haar stem doet Scandinavisch aan. Denk Under Byen, Björk en consorten. Als bleek meisje achter een witte piano charmeert ze het publiek met haar kinderlijke liedjes. Haar uiterlijk en muziek doen wereldvreemd aan, maar op een sympathieke manier. Na verloop van tijd sluipt de eentonigheid erin, maar Mohna bewaart haar beste liedjes voor het eind. Ze samplet haar stem en spel en dan klinken de eenvoudige liedjes ineens een stuk interessanter. Volgende keer zien we Mohna dus graag met band.
Het Bram Stadhouders Korps breekt met de gezette toon. In het extatische optreden van deze jonge Tilburgse honden is eentonigheid het laatste dat in je opkomt. Bram Stadhouders wordt al jaren genoemd als jazztalent. Vanavond tilt hij zijn gitaarspel met behulp van laptops, synths, saxofoon en uitzinnige drums en percussie naar een hoger plan. Gewaagd en vakkundig sleept de formatie je mee van het ene naar het andere uiterste zonder te verdwalen in een overweldigende brei van geluid. Denk Pat Metheny die een jamsessie leidt met Jagga Jazzist en Squarepusher. Een welkome afwisseling op deze melancholische avond.
Na deze uitschieter is het terug bij af met eenzame man finn. Begonnen als elektronicaproject van Patrick Zimmer, profileert hij zich nu vooral als singer-songwriter. Zimmer heeft een heldere hoge stem met net zo’n fluitje erin als Nick Drake. Dat klinkt heel fijn en zijn fragiele liedjes verraden een zoektocht naar liefde waar zijn ‘heart of roses’ niet altijd tegen bestand is. Wanneer hij harder zingt, klinkt zijn stem fel en krijgt de muziek iets pathetisch waardoor het minder weet te boeien.
Vervolgens is daar CJ Boyd uit Chicago, nog een eenzame man maar dan van het meer experimentele soort. Gewapend met een bas en looppedalen maakt hij melancholieke stukjes muziek. Het is lovenswaardig hoe deze zwaar bebaarde jongen met zo weinig middelen zo veelzijdig kan klinken. Het is een integer optreden maar te veel los zand om er een waardige vorm mee te kleien.
En net wanneer je denkt genoeg te hebben van de melancholieke treurig kijkende jongetjes en meisjes is het tijd voor J. Tillman. Deze boomlange man maakt deel uit van dé indieband van dit moment: Fleet Foxes. En ja, ook hij is een introverte singer-songwriter. Maar wel eentje die weet hoe het moet, en mét band. En wat voor een band, op de ietwat opdringerige bassist na (met bijpassende ruitjesbloes, jampotbril en truckersnor) klinkt het allemaal wonderschoon. De steelguitar brengt een country-element zonder afgezaagd te klinken en de gitarist kent zijn plek zonder muurbloem te zijn. Waarom J. Tillman niet allang in een uitverkocht Tivoli staat, is een wonder. Deze man brengt muziek van een niveau waar de overige acts alleen nog van dromen. Het voelt als een warm bad na een koude avondwandeling. J. Tillman eindigt deze vrijdagavond Utrecht Boft! op eenzame hoogte.
Gezien: Utrecht Boft! met This Leo Sunrise, Jessica Bailiff en Annelies Monseré, Mohna, Bram Stadhouders Korps, CJ Boyd, finn. en J. Tillman, vrijdag 18 september @ Theater Kikker