Knobsticker debuteert fruitig maar verliest scherpe randjes

Forest Fruit schippert tussen twee werelden

Tekst: Anne Broekman ,

Voor hun debuutalbum dook Knobsticker diep de bossen in en verzamelde een twaalftal frisse fruitige liedjes. Het Dox-label staat al jaren garant voor funky jazzpop met een specifiek geluid. Een geluid dat we kennen van Wouter Hamel, Zuco 103, Giovanca en Steye. Knobsticker past zo'n zoetig jasje goed, maar mist eigenheid.

Forest Fruit schippert tussen twee werelden

De overalls hangen in de kast, tegenwoordig gaan Eelco Topper en Pim van Ham van Knobsticker door het leven als houthakker. Op de promotiefoto's toepasselijk gekleed in geruiten blousjes hakken de jongens er lustig op los en scheuren ze rond in een busje in het bijbehorende filmpje. Voor hun debuutalbum dook het duo diep de bossen in en verzamelde een twaalftal frisse fruitige liedjes.

In het filmpje komen een aantal Dox-coryfeeën aan het woord, het moge duidelijk zijn dat er is getekend bij de meest muzikale familie van Nederland. Het label staat al jaren garant voor funky jazzpop met een specifiek geluid. Een geluid dat we kennen van Wouter Hamel, Zuco 103, Giovanca en Steye. Knobsticker past zo'n zoetig jasje goed, maar mist eigenheid.
 

Forest Fruit begint vertrouwd met 'Fruit Salad'. Een vet rollende baslijn met strakke drum gedompeld in een laagje campy synths. Loom, zompig maar fris en dansbaar tegelijkertijd. De vocoder maakt het tongue in cheeck gehalte compleet. 'Dirty Things' voert die knipoog goed door, mede dankzij de altijd net wat excentrieke Steye. En dan lijken de vieze mannen even zoek, wat volgt is een zeer funky maar eigenlijk doodnormaal popnummer.

Nu zijn de messen bij voorbaat al geslepen wanneer een Idolsfinaliste de vocalen voor haar rekening neemt, in dit geval Charlene, wiens debuut binnenkort eveneens bij Dox verschijnt. Ze is een zangeres van formaat en dat is te horen, ze neemt het nummer over. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Zo schommelt de plaat verder. Het ene moment Knobsticker ten voete uit ('I Need A Girl') om het andere moment weer ruim baan te maken voor vocalisten als Benny Sings of wederom Steye. Ook Dean Tippet doet een duit in het zakje en drukt zijn eenzame mannenstempel op 'Where To Leave My Hands'.
 

Alle nummers klinken stuk voor stuk fantastisch strak en vacuum geproduceerd. De sound staat, retrofunk op zijn best. Maar met al die zangers wordt aan de eigenheid getornd, de nummers lijken op elkaar en zijn haast inwisselbaar. Zodra er geen leidende vocalist te horen is, komt de ware Knobsticker boven. Zeker, nog altijd suikerzoet met een campy knipoog of soms ronduit kitscherig. Noem het postmoderne liftmuziek. Maar altijd ligt die ene dreunende basloop op de loer of grijpt een onverwachts stampende beat je bij de lurven. In dat spanningsveld werkt Knobsticker het beste.  

Dan, helemaal aan het eind van de plaat, staat toch nog een aangename verrassing te wachten. Master Surreal laat horen dat de jongens het nog niet verleerd zijn. Hoewel niet zo agressief als 'Arch Nemesis' refereert 'So Amazing' aan de keiharde electro hiphop van weleer. Het geeft net dat beetje adrenaline om de lomere afsluiter goed door te komen.  

Knobsticker schippert op Forest Fruit tussen twee werelden; die van de twee jongens in de overall en die van de Dox-familie. Maar is het niet in iedere familie zo dat de jongste aanwinsten tijd nodig hebben hun weg te vinden?

Knobsticker - 'Forest Fruit', Dox Records, 2009