Brown Feather Sparrow heeft moeite met het boeken van optredens. “We zijn een lastige band om te boeken. Het is singer-songwritermuziek, maar toch een vijfkoppige band en dan weet de zaal niet zo goed wat ze daar mee moeten. Wij zitten overal tussenin.”
Zangeres Lydia van Maurik-Wever bezint zich erop om helemaal de singer-songwriter of juist de theaterkant op te gaan. Dit om er de band niet meer afhankelijk te laten zijn van het clubcircuit. “Het is beter om nieuwe mogelijkheden te zoeken dan om gefrustreerd te zijn over de beperkingen. Het is voor een singer-songwriter lastig om publiek te trekken, maar er we zijn bijvoorbeeld naar Duitsland en Scandinavië geweest en daar ging het goed.”
Lydia zou het liefst muziek schrijven waarin een verhaal verteld wordt, zodat het meer geschikt wordt voor een theatervoorstelling. Ze geeft alvast een aantal voorbeelden. “Misschien wordt het wel iets met tekeningen en film, of iets met een poppentheater.” De zangeres wil blindelings schrijven en iets moois maken met wat er in haar opkomt, zonder de beperking voor een bepaalde band met bepaalde instrumenten te schrijven. “Dan bedenk ik daarna wel in welk jasje ik dat wil steken.”
Brown Feather Sparrow staat in de finale van de Grote Prijs van Nederland en dat geeft de band extra drive om alles te geven. “Je schrijft je niet daarvoor in als je niet de ambitie hebt om in de finale te komen. Het is ook een manier om in de publiciteit te komen.” Ze wil voor de finale wat speciaals uit de kast halen, met bijvoorbeeld veel gastmuzikanten.” Het liefst zou de zangeres een heel symfonie-orkest tot haar beschikking hebben. “Tot nu toe heb ik me op de cd’s beperkt tot wat uitvoerbaar was.”
Ze wil steeds meer het band-concept loslaten. “Een soort kruising tussen wat Björk doet, met elektronica, en Sufjan Stevens, akoestisch maar groots.” Experimenteren met klassieke muziek doet de band al. “De kwartfinale van de Grote Prijs hebben we gewonnen met een koor. We hebben fans uitgenodigd om te komen oefenen en die hebben in het publiek voor de tweede stem gezorgd. Dat klonk heel tof.”