C-Mon & Kypski bespreekt nummers eigen album

‘We Are Square’ in vogelvlucht

Tekst: Maarten Braun ,

Na lang wachten voor de luisteraar en een jaar hard zwoegen en experimenteren voor de bandleden is het album er eindelijk: We Are Square heet de nieuwste van Utrechts beroemdste muzikale kwartet, C-Mon & Kypski. We vroegen de bandleden om de nummers stuk voor stuk toe te lichten. Ze vertellen over vreemde instrumenten, relatieproblemen en zelf zingen.

‘We Are Square’ in vogelvlucht

We Are Square is een album geworden waarin invloeden uit alle windhoeken van onze aardbol te horen zijn. Maar wat dit project anders maakt dan de vorige platen is dat er meer ruimte is voor instrumenten. Daarnaast staan de heren nu zelf in het middelpunt en zijn gastoptredens ondergeschikt aan de band zelf. En niet te vergeten; de bandleden zingen zelf op de plaat. Wij vroegen aan de band om de nieuwe nummers stuk voor stuk toe te lichten.

Turn of the tides
Jori: “Het is een soul/disco/metal/jazzy/violen-nummer geworden.” Wat overigens kenmerkend is voor de hele plaat, want uit alle stromingen worden elementen gebruikt en halverwege een nummer kan er iets totaal onverwachts gebeuren.

Simon: “Het is een goede, energieke openingstrack geworden die meteen aangeeft dat we een plaat hebben gemaakt die weer anders klinkt dan Where The Wild Things Are. De titel sluit mooi aan bij de titel van het laatste nummer van de vorige plaat, Changes.”

“De robotstem in de track is gemaakt met een legendarisch apparaat dat nog van Kraftwerk is geweest. Deze vocoder is erg bijzonder en best kwetsbaar, dus we waren erg blij dat we hem van DJ DNA konden lenen”. Vrij opvallend is ook de gitaarsolo halverwege. Simon: “De gitaarrif bestond al, maar tijdens het spelen hebben we het eigenlijk steeds verder doorgetrokken zodat het steeds extremer werd. De gitaarsolo is trouwens opgenomen met een gitaarsynthesizer, wat weer een aparter geluid geeft.”

“De omslag in een nummer houdt het boeiend en zorgt ervoor dat de luisteraar de plaat blijft ontdekken en dus blijft luisteren. Voor ons zelf is het allemaal heel logisch terwijl het voor anderen misschien even wennen is.”

China
Daniel: “Thomas’ (Kypski) zijn moeder had een cd uit China meegenomen en daar hadden we al heel snel de sample uitgehaald. Het was eerst een soort electro nummer, waar we heel lang niets aan hebben veranderd.”
Simon: “Later besloten we pas zang toe te voegen aan de track. Dat zingen was aan het begin vrij lastig. We wisten niet hoe het moest gaan klinken en hoe we het precies moesten doen. Daarnaast is het best wel moeilijk om voor een ander te zingen en te oefenen, maar uiteindelijk is het goed gekomen. Hoe het live gaat uitpakken is nog even aftasten, maar we leren snel.”

More is less
Simon: “De zogenaamde ‘shufflegroove’ die je hoort in het nummer, hadden we al vrij snel. Vervolgens hebben we veel samples uitgeprobeerd en weer weggegooid, totdat ik een plaat kocht van wijlen ZZ Hill. Daar heb ik samples uitgehaald en die heb ik afgewisseld met zelf geschreven teksten.”

“Die teksten zijn juist het omgekeerde van wat ZZ Hill zong. Hij heeft het over hoe belangrijk het is om een vrouw aan je zijde te hebben en dat zij min of meer op nr. 1 staat. Wij gaan juist in op dat muziek op bepaalde momenten op nr. 1 staat en hoe lastig dat kan zijn in je persoonlijke leven. Op het moment van schrijven besloten we  om volledig de studio in te duiken en daar zelfs te slapen. Je begrijpt dat dat voor je relatie niet goed uitpakt.”

Jori: “Verder zit er in het nummer ook een lang, bijna episch stuk. Dat geeft aan dat wij ons eigen plan trekken en niet alle nummer automatisch geschikt maken voor de radio. Als ze ons willen draaien dan gebeurd dat vanzelf, wij werken er niet naartoe.”

Simon: “Voor deze track hebben we ook een sterrencast aan gasten gevraagd, zoals Kyteman en Benjamin Herman. Het verschil met de vorige albums is dat wij in de spotlights staan en de gasten onze composities spelen. Dat was op de vorige platen soms andersom.”

High on a Wire
Daniel: “Het Banjolied! Ik heb in Amerika een banjo gekocht en ben daarop gaan pielen. We wisten vrij snel dat er banjo op het album moest komen. Tijdens het experimenteren is het nummer langzaam veranderd van een redelijk traditioneel cowboynummer in wat het nu is geworden.“

Simon: “De titel is afgeleid van de film Man on wire. Deze film gaat over een koorddanser die overal ter wereld tussen gebouwen gaat koorddansen, zelfs tussen de Twin Towers. Zijn passie voor het koorddansen komt overeen met onze passie voor muziek. Niet iedereen begrijpt zo’n passie even goed.”

“Verder is het nummer ontelbaar keer veranderd, zelfs tot de laatste dag voordat we gingen mixen bij Pieter Kloos. Het is wel een van de sterkste liedjes geworden qua structuur en opbouw. Er zit naast de banjo nog een bijzonder instrument in, namelijk een kalimba, een soort duimharp. Hierdoor is er een soort Amerikaans-Afrikaanse mash-up ontstaan.”

Travelling birds
Simon: “Dit is ook weer een nummer waarbij ontelbaar veel stukjes zijn gebruikt en ook weer zijn weggegooid. De baslijn was er wel vanaf het begin, want die vonden we alle vier echt top. Het leek ons leuk om een contrast met die line te creëren. Dat vonden we in een sampletje van een oude Bollywoodplaat voor het refreintje.  Hier hebben we vervolgens strijkers aan toegevoegd, naar een idee van Jori.“

“Bij het mixen van het middenstuk, heb ik wel een traan gelaten. Dat zal deels door de vermoeidheid zijn gekomen maar het klonk ook gewoon heel mooi, het heeft echt een bijzondere sfeer. De strijkers samen met de saxofoon van Benjamin Herman bezorgen mij elke keer weer kippenvel.”

Jori: “Dit is ook een track waaruit goed blijkt dat je er verschillende kanten mee op kunt. Er zullen grote en kleine live-optredens zijn. Bij de grote zullen er bijvoorbeeld strijkers mee gaan en in kleine clubs zal er een kleinere  set-up zijn. Dat is nog even puzzelen, maar we moeten voor alle vormen wel een liveshow maken. De basis is wel dat we altijd met z’n vieren zijn, de gasten zijn extra.”

Burning hot
Jori: “Dit is een beetje een ouderwetse C-Mon en Kypski track, met veel scratches. Een lekker vrolijk nummer.”
Simon: “We krijgen hier veel goede reacties op, vooral omdat deze track het live goed doet. Bij een live-optreden heb je ook wat luchtigs nodig om de zware nummers mee af te wisselen en het publiek geboeid te houden. We hebben trouwens geen idee wat die stem zegt. “


Ghouls ‘n ghosts
Jori: “In het begin dachten we dat dit de eerste single zou gaan worden, maar uiteindelijk hebben we voor een ander nummer gekozen.” 
 

Simon: “De titel was heel lang ‘Cut A Rug’, wat zoiets betekend als: het tapijt kapot dansen. Het nummer had een melancholische rock ‘n’ roll sfeer. We kregen daarna het idee om er een beetje een spooky track van te maken. Dat verklaart ook de nieuwe titel Ghouls ‘n Ghosts, vernoemd naar een oude jaren tachtig Arcade game.”

“Het liedje gaat nu meer over de onzekerheden die het met zich mee brengt om muzikant te worden. Je sluit een soort pact met de duivel, je moet veel opgeven als muzikant. Mensen zien vaak alleen de leuke kanten. Er zijn natuurlijk dagen dat alles leuk is, maar er zijn ook dagen dat je geleefd wordt en het hard werken is. “
  
Cut a Rug had een te luchtige tekst, we wilden toch iets meer diepgang en dat hebben we bereikt met de tekst van Ghouls ‘n ghosts. We dachten: als we toch tekst gaan gebruiken, kunnen we het beter goed doen. Want zang drukt een grote stempel op een track.”

Bomba
Jori: “Hier doet gastzangeres Cata Pirata mee, een Zuid-Afrikaanse. Zij heeft toevallig ook de videoclip van China gemaakt. Het nummer heeft een rauwe sound. De beats, maar ook de Favela-achtige rap van Cata zijn erg goed gelukt.”

Simon: “Dit nummer zien we als een goed festivalnummer, we zien de menigte hierop wel uit zijn dak gaan.”

“Die harde rocksound heeft steeds een goede verhouding met de rest van het nummer. Overigens is een deel van de gitaarsolo eigenlijk een scratch solo van Kypski.”

Revenge of the Piñatas
Simon: “Het is eigenlijk een collage van allerlei losse stukjes die telkens maar één keer voorkomen. We hebben wat gasten gevraagd om een stukje te doen voor dit nummer. Benjamin Herman, dolenthousiast omdat hij gevraagd werd om eens niet een standaard gelikte jazzsolo te spelen, mocht zich in tien seconden volledig uitleven.”

Jori: “Dit nummer is eigenlijk een groot verhaal geworden met allerlei losse stukjes. Een beetje een tekenfilm met een achtervolging.”
“De titel hebben we erbij bedacht, omdat we gefascineerd waren door piñatas. Dat zijn van die grote lieve kleurrijke beesten van papier maché die helemaal aan gort worden geslagen door kinderen voor de snoepjes die daarin zitten. Wij stelden ons voor dat de kinderen teruggepakt zouden worden door de piñatas."

Simon: “Helemaal aan het eind hebben we nog een stukje tekst uit de film Fargo gezet, wat ons een mooie afsluiter leek, namelijk: ‘Are we square’?

Te zien: C-Mon & Kypski are Coming Home for Christmas, donderdag 24 december 2009 @ Tivoli