Ponoka doet zichzelf tekort bij releaseshow

Veelbelovend nieuw materiaal komt live maar matig uit de verf

Tekst: Casper Sikkema / Foto's: Arne Coomans ,

Zijn christenen gelukkiger? Maken ze mooiere muziek? Denken ze wel eens aan seks met meerdere vrouwen en snuiven ze wel eens coke? Zomaar een paar vragen die de revue passeren onderweg naar EKKO waar onze christelijke vrienden van Ponoka hun tweede album ‘Built to Fly’ presenteren. Daar aanwezig: allemaal gelukkige mensen. Daar te horen: fijne liedjes. Daar niet te bekennen: drugs. Of het dan wel leuk was? Och ja, best wel hoor.

Veelbelovend nieuw materiaal komt live maar matig uit de verf

Als we de verhalen moeten geloven is Ponoka een doodsaai dorpje ergens in het agrarische hart van Canada. Er zijn heuvels, er is een jaarlijkse rodeo en de dichtstbijzijnde dealer woont drieduizend kilometer verderop. Rick de Gier groeide er op, vertrok naar Nederland en besloot de vredige plek van zijn jeugd te vereeuwigen. Op een zolderkamer knutselde hij een rits wonderschone liedjes in elkaar. Die lo-fi liedjes stuurde hij op naar het Volkoren-label waarna het materiaal uiteindelijk transformeerde in het album ‘Hindsight’, een album dat werd overladen met lovende recensies.

Nu, twee jaar later, presenteert Ponoka ‘Built to Fly’, de opvolger van het debuutalbum. In een vol EKKO mag Kim Janssen de aftrap van dit feestelijke feit vieren met een set fluisterzuchtliedjes, spaarzaam en slordig begeleid door een drummer. Net als De Gier heeft Kim Janssen zijn jeugd niet in Nederland doorgebracht. Samen met zijn ouders zwierf hij door Azië en onlangs nam hij in Amerika samen met wat makkers van Sufjan Stevens zijn debuut op. Vooral dat laatste is te horen.

Het is knap dat Janssen een vol EKKO toch redelijk stil weet te houden met zijn liedjes waar de voornaamste rode draad de onverstaanbaarheid is. Toch weten de liedjes, op de laatste na, niet echt te beklijven. Misschien kom dat omdat Janssen normaal met een heel orkest op het podium staat en het nu moet doen met alleen een drummer. Gelukkig kan Kim heel ontwapenend lachen en vertelt hij openhartig over die middag toen hij moest spelen op de radio en opeens ontzettend begon te trillen. Kwetsbaarheid als strijdmiddel, Kim Janssen kan u er alles over vertellen. Nu nog wat minder onverstaanbaar fluisterzingen en het moet gek lopen als Janssen deze zomer niet op duizend poëziefestivals zijn liedjes mag komen voorzuchten.

Midden op het podium bij Ponoka: een rode knop. Als een liedje is afgelopen drukt Rick de Gier op die knop en start daarmee een audiosample die het publiek bedankt of de temperatuur van Ponoka doorgeeft. Soms zegt Rick zelf wat. Meestal niet. De fysieke presentatie wordt gedaan door twee meisjes in een stewardessenoutfit die het album in verschillende verkoopbevorderende poses aan het publiek tonen. Geen dankwoorden, uitleg of emotionele verhalen over artistieke crises, duiding van de nieuwe nummers of herinneringen aan de geur van de opnamestudio. Is het verlegenheid? Een bewuste keuze voor de bescheiden schaduw? Misschien is het wel een artistiek statement!

Ponoka, het is al een paar keer gezegd, grossiert in goede liedjes waar de melancholie nooit te zwaar wordt en het leven nooit te licht. Vanavond wordt echter pijnlijk duidelijk dat goede liedjes en bescheidenheid alleen niet genoeg zijn om live te imponeren. Daarvoor zijn ook goede keuzes nodig. Het zoeken van een nieuwe drummer zou, om te beginnen, een behoorlijk goede keuze zijn. Hortend, stotend en vrijwel nooit in het goede tempo (te snel) beperkt de drummer de mogelijkheden van de hele band. Dat is het best te horen bij de oudere, minder rijk gearrangeerde liedjes. Het is bijvoorbeeld doodzonde om te horen hoe het prachtige ‘Help is on the Way’ hierdoor om zeep wordt geholpen.

Ook op het punt uitstraling valt er nog de nodige winst te boeken. Hoe vaak Rick de Gier te laat bij de microfoon was, zijn we inmiddels vergeten. Net als hoe vaak hij driftig (en ontwapenend) op en neer sprong terwijl zijn mondharmonica niet te horen was omdat je daarvoor nu eenmaal in de microfoon moet blazen. Wat we niet zijn vergeten is dat door de combinatie van deze factoren Ponoka de allure die ze op basis van de prachtige albums heeft verworven, dreigt te verliezen. Hoe komt het dat een band met zulke mooi liedjes live zo rookie overkomt?

Pas op het einde van de set lijkt de band, en niet alleen toetsenist Laurens Palgraaf, echt los te komen van de schuchterheid. Dan schuift gitarist Theo Nap stoer op naar het randje van het podium en gaat de band los terwijl zangeres Alice ten Brinke (mooi jurkje trouwens!) ‘I hope you’ll be back by midnight ‘schreeuwt. Teksten over het voor middernacht thuiskomen zullen vast goed in de smaak vallen op het Flevofestival waar Ponoka deze zomer staat. Toch heeft de band in potentie veel meer in de mars dan bekendheid in een kleine scene. Volgend jaar Lowlands? Wij doen tot die tijd elke avond een schietgebedje.