Nieuwe initiatieven waarbij naast muziek ook andere kunstvormen te zien zijn, kunnen altijd op onze interesse rekenen. De eerste editie van het festival FRANJE bracht helaas niet heel veel andere mensen op hetzelfde idee. De moeilijke omstandigheden dwong de verschillende acts wél om cultureel ondernemerschap in de praktijk te brengen. En laat dat nou ook één van de uitgangspunten van het festival zijn.
Alsof Utrecht te klagen had over leuke festivals, schieten er de laatste maand nog een paar nieuwe uit de grond. Vorige maand konden we al terecht bij het Lentegruisfestival voor goede muziek zonder thema. Afgelopen donderdag kregen we op de valreep van verschillende bands te horen dat ze zouden spelen op festival FRANJE. Een festival dat, na twee eerdere edities in Amersfoort, nu ook in Utrecht plaats zou vinden. Publiciteit van het festival zelf hadden we blijkbaar gemist.
Het idee van het festival is sympathiek. FRANJE is een festival voor kunstenaars van “alle disciplines die zelf de verantwoordelijkheid nemen om hun werk aan publiek te tonen”. Een belangrijk uitgangspunt van het festival is dan ook eigen initiatief: er wordt niet geselecteerd, iedereen die iets wil laten zien, krijgt in principe een plek en is daarbij zelf verantwoordelijk voor techniek en publiek en ook of ze entree heffen of niet. Hiermee wil het festival het publiek op een laagdrempelige manier kennis laten maken met het werk van de kunstenaars. Ook de financieringsvorm is bijzonder. Het festival wordt gefinancierd uit de rente op door bedrijven of personen ingelegd aandelenkapitaal en een jaarlijkse bijdrage waartoe je je als aandeelhouder verplicht.
Benieuwd naar de uitvoering van het idee, gingen we zaterdag op zoek naar het festival. Dat bleek niet voor iedereen even makkelijk. De festivallocatie bleek een vergadercentrum boven de Bijenkorf. Wanneer de ingang gevonden was, kwam je in een hal waarvandaan de lift naar de vijfde verdieping moest worden genomen. Behalve de posters naast de ingang was er niet iets wat de aandacht trok (muziek, gastheer of iets dergelijks). Ondanks de veelal gratis optredens was de entree daardoor niet laagdrempelig genoeg om argeloze bezoekers uit te nodigen een kijkje te komen nemen.
Het muzikale deel van het festival werd voor een groot deel verzorgd door regionale acts zoals Marten de Paepe, Moi, le voisin en Dial Prisko. Daarnaast stonden er op het programma ook optredens van onder andere de Vorlesebuhne (een oorspronkelijk Berlijns idee, waarbij een aantal auteurs om de beurt korte verhalen voorleest), muzikant en performer Jan Schellink met zijn toetertjesdisco, Bouke Bruinsma met gesproken columns en Percy Wesly, die in vijf minuten een gedicht maakt over een onderwerp naar keuze.
De start van het programma verliep rommelig doordat bezoekers het festival nog niet wisten te vinden. Moi, le voisin speelde daar goed op in door als ware straatmuzikanten een kort optreden buiten te doen. Hoewel soms overstemd door de voorbijrazende bussen lenen de nummers van het trio zich daar op zich prima voor. De bezoekers van Bijenkorf, McDonalds en wat er nog meer op dat rijtje zit lieten zich echter lastig van hun zaterdagse ritueel afhalen. Het goede weer hielp ook niet om mensen naar binnen te lokken. Aardig was het om te zien hoe moeilijke omstandigheden vanzelf tot cultureel ondernemerschap leiden. Na het optreden van Dial Prisko ‘ronselde’ Bouke Bruinsma bezoekers om naar zijn columns te komen luisteren. Frans Krom stelde daarvoor spontaan zijn zaal beschikbaar om zo de aanwezigen na de columns kennis te laten maken met zijn Maskersolo.
Een andere, meer open locatie en meer promotie van tevoren zouden waarschijnlijk meer bezoekers hebben getrokken dan vandaag. Op 6/7 juni en 8 t/m 14 vinden nog twee edities van festival FRANJE plaats in Amersfoort. Een goede mogelijkheid voor een herkansing. In ieder geval was er tijd genoeg om Percy Wesly een gedicht te laten maken met als steekwoorden popmuziek in Utrecht:
De levendige tonen die de grachten doen zwijgen,
Blijken de klanken nooit te vermijden.
Over wateren in schepen,
Muziek blijkt gebleken.
Dat een ieder hier door lianen zo wild,
Nooit mijn gedachten hadden gewild.
Gedreven in gedachten over de melodie,
Is het één nummer of zijn het er drie?
Popmuziek in Utrecht leeft,
Nog meer dan een ieder denkt,
Ook al zullen ze er ooit op dansen,
Die door de grachtse wateren worden doordrenkt.