Most Unpleasant Men arriveert met een rivier van melancholie

‘Nothing Moves Slower’ is uitgebalanceerd debuut

Tekst: Anne Broekman ,

Most Unpleasant Men timmert al jaren aan de weg maar nog nooit was de band zo compleet en duidelijk als nu. ‘Nothing Moves Slower’ is na een lange aanloop de grote sprong die de mannen wel eens in een klap tot grote hoogten kan brengen.

‘Nothing Moves Slower’ is uitgebalanceerd debuut

Most Unpleasant Men timmert al jaren aan de weg maar nog nooit was de band zo compleet en duidelijk als nu. ‘Nothing Moves Slower’ is na een lange aanloop de grote sprong die de mannen wel eens in een klap tot grote hoogten kan brengen. 

Wat zijn die mannen nu precies? Was lange tijd de vraag die rees bij het zien en horen van Most Unpleasant Men. Is het een band? Een duo? Maken ze pop of toch kamermuziek? Begin 2008 kwam een einde aan al het getouwtrek, met de komst van bassist Merijn van de Wijdeven klonken de heren eindelijk uniform en het werkte. Tijdens hun vele optredens wist de band keer op keer de luisteraar mee te voeren in hun rivier van melancholie en warme huiselijkheid.

Langspeler debuut ‘Nothing Moves Slower’ lag al die tijd al klaar om uitgebracht te worden. Waarom zo lang wachten? Worden ze getekend of doen ze het toch nog in eigen beheer? Zo houden ze de gemoederen bezig. Maar zijn de verwachtingen meteen ook hooggespannen. Bij het drukken op de playknop kon ondergetekende een lichte huivering dan ook niet onderdrukken. Zeker wanneer deze de band heeft zien uitgroeien tot een van de meest imponerende live-acts uit Utrecht van dit moment. 

Opener ‘Red Box’ is dan wel een gewaagde opener. Het nummer is lang, kabbelt voort zonder pakkend refrein of slepende opbouw. De heldere samenzang van zanger Joram Tornij en Brown Feather Sparrow frontvrouw Lydia van Maurik-Wever is een aangename verrassing, maar komt al zo snel dat je je afvraagt of deze troef niet te vroeg is uitgespeeld. 

Opvolger ‘Hospitality’ is gelijk weer het andere uiterste; up-tempo met een melodielijn die zich binnen de kortste keren in je hoofd nestelt. ‘Sorry’ is dan weer agressief met een drammende beat. Tornijs jongensachtige stem steekt af tegen deze begeleiding en soms klinkt het zelfs wat geforceerd. 

Pas na dit begin breekt de plaat open om een sterk staaltje huiskamerpop te tonen. ‘Princess’, ‘Fashion Store’, ‘Something to Say’ en het titelnummer zijn MUM op zijn best; dromerig en melancholisch. In ‘Platform’ (naar eigen zeggen hun ‘Paranoid Android’) komen beide aspecten dan ineens weer uitstekend samen. De dreigende opbouw mondt uit in een dromerig, haast euforisch slotstuk. 

Maar hoe up-tempo of dromerig ook, duidelijk is dat over ‘Nothing Moves Slower’ tot in de puntjes is nagedacht. Van de mix, tot de arrangementen, tot de opbouw van de liedjes; alles is perfect in balans. Subtiele koortjes in ‘Nothing Moves Slower’, aanzwellende blazers en dreigende drums in ‘Fashion Store’ zijn zo goed uitgekiend dat het effect je moeilijk onberoerd laat. 

Zo zelfs dat wanneer MUM goed is, het zo goed is dat je er geen genoeg van krijgt. Als een warm bad waar je niet uit wilt stappen, bang voor de kou en het kippenvel voor je je handdoek omslaat, of een ochtend waarop je toch nog dat uurtje extra onder de dekens blijft liggen terwijl de regen op je raam slaat. 

Liefhebbers van het onderbuikgevoel of wilde uitspattingen zijn hier niet aan het juiste adres. Maar wie zich wil laten meevoeren kan makkelijk en met plezier verdrinken in de rivier van melancholie. 

‘Nothing Moves Slower’ laat een band horen die niet langer zoekende is, die haar weg heeft gevonden in artistieke melancholische huiskamerpop. Most Unpleasant Men is gearriveerd, het voelt als een warm thuiskomen.


Zaterdag 24 januari presenteert Most Unpleasant Men ‘Nothing Moves Slower’ in EKKO met als voorprogramma Chop Wood. De cd ligt vanaf nu in de winkel, bij aankoop krijg je er gelijk een entreekaartje voor de avond bij.