Nobody Beats The Drum mikt op mainstream met re-release debuutalbum

Nu in elke Free Record Shop: “Onze fucking droom komt uit.”

Tekst: Pim Brassien / Fotografie: Bacardi ,

Een jaar na de release van de debuutplaat van Nobody Beats The Drum, ‘Beats Work’, zijn de duizend stuks die in eigen beheer zijn uitgebracht verkocht. Nu wordt de plaat opnieuw uitgebracht op het label Rough Trade. Een gesprek met bandleden Sjam en Rogier over hun jacht op het grote publiek.

Nu in elke Free Record Shop: “Onze fucking droom komt uit.”

Een jaar na de release van de debuutplaat van Nobody Beats The Drum, ‘Beats Work’, zijn de duizend stuks die in eigen beheer zijn uitgebracht verkocht. “Nouja, verkocht,” zegt Sjam lachend, “we hebben er honderd verkocht, en negenhonderd weggegeven.” Nu wordt de plaat opnieuw uitgebracht, en wel op het label Rough Trade. We spreken twee van de drie bandleden rond twee uur ’s nachts op een invitation only feest van Bacardi in Rotterdam, waar ze later die nacht spelen.

Meisjes die amper kunnen lopen door hun veel te hoge hakken en jongens die stoer Bacardi Cola ‘klappen’. Dat is ongeveer het publiek op het Visita-feest van drankmerk Bacardi. Je komt er alleen binnen op uitnodiging, en daarom voelt iedereen zich er ook bijzonder speciaal. Nobody Beats the Drum treedt er op, en de week erna staan ze op zo’n zelfde feestje van Jägermeister.

Wat drinken jullie eigenlijk liever, Bacardi of Jägermeister?

Sjam: “Haha! Het is best wel kut dat we onze bandnaam nu ineens aan zo’n merk hebben gekoppeld. Dat is onze bedoeling helemaal niet. We willen gewoon zoveel mogelijk spelen, en het maakt dan niet uit of Bacardi of fucking Opel belt.”

Rogier: “Toch blijft het vreemd dat je ineens heel groot op een poster staat naast een fles drank. Maar je moet spelen. Je hebt de clubpodia en organisaties die feesten geven. En een groot gedeelte daarvan zijn de merken. Je kunt dan principieel zijn en zulke optredens niet doen, maar daar heb je jezelf mee. De manier hoe bands geld verdienen is gewoon anders geworden. CD’s zijn het niet meer, en dat gat in inkomsten zijn merken gaan opvullen.”

Sjam: “Maar voor dit optreden hebben we niet hardball gespeeld, we krijgen zelfs minder dan voor een normale gig. We lieten ons verleiden omdat we dachten: dit wordt heel vet. Valt tegen.”

Rogier: “Weet je trouwens wat wel een vet feest was? Mijn oma was net jarig, daar kom ik net vandaan. Die shit was aan.”

De nieuwe clip wordt zaterdag opgenomen. Wat kunnen we verwachten?

Rogier: “Het wordt niet echt een nieuwe clip, maar een manier om iedereen op internet te laten zien wie we echt zijn. Met ‘The Drum’ hebben we veel bekijks gehad.”

Sjam: “Waar?”

Rogier: “Op het internet.”

Sjam: “Waar is dat?”

Rogier: “Dat is overal en nergens.”

Sjam: “Tussen Oss en Zutphen heb ik het wel eens gezien volgens mij.”

Rogier: “Ja, daar zit het ook, maar ook hier, maar ook weer niet. Maar via hier kan je dus overal op het internet komen.”

Sjam: “Ik snap het echt niet.”

Terug naar de clip.

Rogier: “Ja, op YouTube is de clip van ‘The Drum’ dus vaak bekeken.”

Sjam: “400.000 keer!”

Dankzij?

Sjam: “‘The Drum’, het nummer?”

Rogier: “Sjam, de hoofdrolspeler?”

Het tipje van Kanye West heeft vast ook wel geholpen?

Rogier: “Oja, Kanye!”

Sjam: “Dat was wel heel vet ja. Zijn tip werd overgenomen door Nederlandse media, en toen ging het snel.”

Toen hij net uit was zeiden jullie dat als hij 100.000 keer bekeken zou zijn, het een echte hit zou zijn. Nu is de clip al 400.000 bekeken. Wat heb je er aan?

Sjam: “Geen moer!”

Rogier: “Het probleem was ook dat heel veel mensen het vooral zien als een leuk filmpje en niet echt als een videoclip. Daarom gaan we het nummer nu op een live-manier spelen en daar een registratie van maken, zodat mensen kunnen zien wie we echt zijn. Het wordt echt een supercoole liveregistratie, met drie camera’s.”

Sjam: “En slechte cameramensen. Haha. Het is trouwens best wel jammer dat we dit nu pas doen. We hadden het de dag na de videoclip online moeten hebben, zodat al die 400.000 mensen dit ook hadden gezien.”

En de plaat wordt opnieuw uitgebracht.

Sjam: “Re-re-re-rerereleaaaasse!”

Het album kwam een jaar en een maand geleden uit. De duizend exemplaren zijn nu op. Is dat snel gegaan of juist langzaam?

Rogier: “Het is geen recordbrekende verkoop, maar ze zijn wel op. En dat is vet cool. We denken dat er nog meer in zit, en ons nieuwe management heeft gezorgd dat hij nu wordt uitgegeven op het label Rough Trade, en dus op meer plekken te koop is dan alleen de Plato in Utrecht. Hij ligt bijvoorbeeld in elke Free Record Shop. Ja, in elke free-re-cord-shop! Onze fucking droom komt uit.”

Sjam: “Het eerste wat ik ga doen is hem in de Free Record Shop in Hoog Catharijne uitgebreid luisteren. En dan wegdromen en de buurman aantikken: ‘Ooh, dit is echt een goed stukje. Ken je deze band? Ze zijn tof man.’ En dan zegt hij: 'Nee man, dat is vet mainstream.'”

Wat is de verwachting?

Sjam: “Nul komma nul. We moeten reëel zijn. Maar, al verkoop je er geen één. Het is een stapje op de ladder. Mensen worden steeds meer in je geïnteresseerd. We zullen nooit rijk worden van CD-verkoop, we zullen nooit op die manier een Kyteman zijn. Onze muziek is niet wat mensen in Nederland wil horen. Wij zijn er voor blanke jongens tussen de 15 en 17, die onder de optredens te dronken zijn om nog te kunnen lopen.”

Rogier: “Tussen de 15 en 17? Tussen de 16 en 16,5, die in 1994 twee keer de plaat van Nas hebben beluisterd.”

Sjam: “Maar om even serieus in PR-taal te praten: door deze re-release gaat de brand-waarde van NBTD omhoog.”

Gadverdamme. Je raakt wel besmet door die merkfeestjes.

Sjam: “Mensen moeten gewoon zo veel mogelijk horen wat we doen. Van de honderd mensen zullen er vijftig denken: dit is niets voor mij. Tien vinden het helemaal te gek en de rest vindt het wel lachen.”

Wat zijn de verwachting voor de festivals?

Rogier: “Op Solar spelen we sowieso. Lowlands moet nog even bellen.”

Sjam: “Ja, dat zou toch eigenlijk echt een keer moeten gebeuren. We hopen er al drie jaar op. In de X-Ray stonden vorig jaar mindere bandjes.”

Rogier: “En eind mei spelen we op het Europavox-festival in Zuid-Frankrijk.”

Ja, dan spelen jullie voor Vitalic.

Sjam: “Wie? Fred Kellink? O, Vitalic! Ja, echt vet. Ik heb daar echt zin in, tof dat we daar mogen spelen. Sowieso beginnen die buitenlandse dingen vorm te krijgen.”

Dat is wel wat jullie echt willen?

Sjam: “Ja, op die buitenlandse toers vergeet je gewoon dat je een leven hebt naast de band.”

Wie feest er het hardst tijdens een toer?

Rogier: “Sjam, sowieso.”

Drugs, drank, vrouwen?

Sjam: “Nee hoor. Nou, drank en drugs wel, maar geen vrouwen: ik ben al helemaal gesetteld. Maar tijdens zo’n toer krijg ik zoveel energie, dan wil ik altijd wel doorfeesten.”

Verhalen, we willen verhalen.

Sjam: “Jori vond het een keer nodig om over onze nuchtere manager, na een nacht doorfeesten, een blikje bier leeg te gieten – terwijl hij aan het rijden was in de ochtendspits van Londen.”

Rogier: “Of die mensen die we om acht uur ’s avonds, terwijl we een bakkie kip tandori aan het eten waren, zagen neuken tegen een kerk aan. Ze vroegen nog of we mee wilden doen. Fuck no!"

Wel een beetje treurig dat het tofste toerverhaal niet over jullie zelf gaat.

Rogier: “Tja, wij zelf zijn heel saai hoor.”

Sjam: “Het was wel goed feesten. Rogier heeft bijvoorbeeld met heel veel meisjes gepraat, echt veel. Keihard praten met al die chicks. Was ik even weg, stond hij weer in de plee met twee, drie tegelijk te praten. En een keer, toen we erg dronken waren, hebben we slechte pillen gekocht. Het bleek valium te zijn: daar word je heel loom van.”

Jullie moesten nog optreden?

Sjam: “Nee, natuurlijk niet. Wij zijn altijd heel professioneel.” (Stilte… Rogier en Sjam lachen het uit.)

Rogier: “Het is wel wennen dat je in Engeland een stap terug moet doen. Moet je ineens je eigen bier gaan betalen, of speel je over één speaker omdat de andere is opgeblazen. Maar iedereen is er wel enthousiast, terwijl waarschijnlijk niemand onze muziek kent.”

Sjam: “We hebben ook hele kansloze gigs gespeeld. Staan er drie mensen in een pub. Maar uiteindelijk is het wel gewoon leuk om te doen. We zijn wel van die blij-o’s dat we ons op de muzikale dingen kunnen focussen, en gewoon gezellig samen bezig zijn. We merken sinds we fulltime een manager hebben dat het steeds beter gaat. Het hele NBTD-verhaal is gewoon vet. Ik geniet er enorm van. De muziek staat op de eerste plek, geen neppe onzin. We zijn niet zoals van die bandjes die checken wat een hippe sound schijnt te zijn, en dat dan gaan maken.”

Rogier: “We zijn gewoon lekker aan het kutten. Professioneel kutten.”

'Beats Work', Nobody Beats The Drum, label: Jammm/Rough Trade, vanaf zaterdag 4 april 2009 in de schappen.