Welke band is tegenwoordig niet meer te vinden op last.fm en MySpace? Beide zijn toegankelijke portalen waar je als band je luisteraars kan vinden en je muziek eens mooi in de etalage kan zetten. Schotel van de dag presenteert zich op haar myspace-pagina als garage-indieband. Een opvallende combinatie, want welke band zegt dit nog meer over zichzelf? Geen enkele dus.... Last.fm kent één tag met indiegarage waar totaal verschillende bands als The Horrors en Yeah Yeah Yeahs in staan, maar beide bands passen toch eigenlijk moeilijk binnen dezelfde muzikale stroming, des te interessanter wordt het dan om te kijken wat een Utrechtse band hiervan kan maken.
Wie het eerste nummer van Schotel van de dag aanzet, wordt meteen de plaat ingezogen met een pakkend begin, het duurt echter tot het derde nummer ('Stoneage') voordat helemaal duidelijk wordt wat garage-indie nu precies is; het is een afwisseling van garage en indie in één nummer, dat klinkt slecht, maar dat is het niet. Die afwisseling maakt deze split-EP interessant. ‘Property of robbery’ begint, net zoals het openingsnummer, erg pakkend, maar al snel wordt het eigenlijk een zooitje, iets dat kenmerkend is voor de rest van de bijdrage van De Schotel van de dag. Waarom wordt het dan zo’n zooitje? De nummers zijn zeker niet saai en bevatten vaak leuke en onverwachte momenten. De niet zo optimale geluidskwaliteit stoort niet en de muzikanten bespelen hun instrumenten goed. Het probleem zit echter in de zang. Wellicht is die te veel gefocust op garage; binnen het eigen genre geen probleem, maar in het ietwat liefelijke indiegenre is het volledig misplaatst.
Lost Bear heeft vorige maand indruk gemaakt op Tweetakt en is inmiddels een veelbesproken band in de Utrechtse muziekwereld. Geen vreemde combinatie van garage en indie hier, maar gewoon een goede indieband met een vleugje emocore, zoals we die kennen van Beep! Beep! Back up the Truck.
De bijdrage van Lost Bear telt maar drie nummers en dat is echt heel erg jammer want wie deze drie nummers hoort, wil meer! Wanneer je je realiseert dat de nummers zijn opgenomen in een vochtige bunker word je bijna bang van wat dit zestal zou kunnen produceren in een goede studio. De gitaarpartijen kloppen, het geluid van bas en de twee drummers is strak, de zang staat als een huis en de variatie in de nummers zorgen ervoor dat het een waar genot is om naar deze drie nummers te luisteren. Het geluid is vol, de afwisseling van snel en langzaam pakt goed uit en de stukken die meerstemmig zijn, zijn goed gedoseerd en aangenaam om te horen. Het is bijna vervelend dat je er niets negatiefs over kan zeggen...