Je zult je maar zo ergeren aan mensen en dingen als Good Dog Happy Man frontman Sander Klijn. De eerste langspeler van de Utrechters is geen plek voor relativering of om je zelfs maar een beetje te verliezen in een verliefdheid of de schoonheid van het leven. Op het titelloze debuut voert onrust en irritatie de boventoon. Klijn zet iedereen (vriend of vijand en zelfs Pete Doherty) op zijn plek, maar altijd wetende dat het zinloos is, dat alles door blijft gaan zoals het altijd is gegaan. Zo legt hij de vinger op de zere plek; het leven lijkt een grote ophoping van misverstanden, miscommunicatie en ergernis aan een chaos die we nooit onder controle krijgen.
Good Dog Happy Man (GDHM) is een van de inmiddels vele Utrechtse Grote Prijswinnaars en komt na iets meer dan een jaar met dit volwassen debuutalbum. Voor de mix kreeg de band hulp van Jelle Paulusma (Daryl-Ann/Paulusma), maar behalve dat beschikt GDHM over een stel wereldmuzikanten. Zo riep het tijdschrift Music Maker bassist Crispijn Smals uit tot beste Nederlandse muzikant. Sander Klijn beschikt over een rasperige bluesstem die soms doet denken aan Stef Kamil Carlens (Zita Swoon). Drummer Vincent Smeets versmelt alle ritmewisselingen moeiteloos tot een vloeiend geheel. En mocht er al iets op te merken zijn aan het degelijke toetsenwerk van Elmar Klijn, dan is het dat de hammond hier en daar wat obligaat klinkt.
Onrust; alles op deze cd is ervan doordrenkt. Niet alleen de teksten, ook de arrangementen. De bas en drums stuwen maar voort en de gitaar klinkt hoekig of zelfs wrang als een opstandige puber die maar niet mee wil doen met de rest. Enige houvast in deze brei van impulsen zijn vaak de toetsen die een constante onderlaag vormen. Komt er dan eindelijk een schijnbaar punt van rust zoals met het bijna jazzy ‘Napoleon’s Army’, dan is er altijd weer die dissonant in het gitaarlijntje of zijn er dreigende aanzwellende strijkers. En dan klinkt het hammondorgel ineens als een nar die alles en iedereen in de maling neemt.
In ‘Green’ lijkt Klijn op het randje van zijn vocale kunnen, dit draagt bij aan het gevoel van irritatie of zelfs woede. Toch weet GDHM alle chaos te verpakken in pakkende liedjes ‘Pass the Salt Fucker’ en ‘Pete Doherty’ hebben duidelijk een kop en een staart, een goed refrein en een spannende opbouw. De productie en volgorde van liedjes zijn weloverwogen, hoewel je er nog aan kunt twijfelen of ‘Wasyousismine’ niet een te ontoegankelijke opener is.
Zo is er zeker orde, maar dat maakt deze plaat niet minder druk. Nagenoeg overal zijn alle instrumenten aanwezig, zo verzuipen gitaarlijnen hier en daar in baslijnen en toetsenpartijen of omgekeerd. Spannend klinkt het zeker en dampend en funky net zo goed. Maar toch zoek de luisteraar naar een adempauze om alles even te verwerken voor weer te kunnen incasseren. Het is de perfecte soundtrack voor onze lichtelijk hedonistische samenleving, waarin keuzemogelijkheden en vele impulsen vaak juist verstikkend werken. Maar hoe klinkt GDHM in rustiger vaarwater?
Good Dog Happy Man speelt morgen (25 april) samen met Dead Guitars in EKKO.