In gesprek met Joost

Serie columns van Joram Tornij

Tekst: Joram Tornij, ,

Nu even geen rare bontmutsen op hippe hoofden, geen leggings of skinny jeans (tenzij een bandje uit Scandinavië ze draagt), geen gillende meisjes die meebrullen met een song van een populaire act en überhaupt even geen populaire act.

Geef mij maar een goed gesprek met Joost.

Serie columns van Joram Tornij

Nu even geen rare bontmutsen op hippe hoofden, geen leggings of skinny jeans (tenzij een bandje uit Scandinavië ze draagt), geen gillende meisjes die meebrullen met een song van een populaire act en überhaupt even geen populaire act.

Geef mij maar een goed gesprek met Joost.

Hij vertelt me mooie verhalen over oude rockers. En over bandleden die verdwalen in de bosjes in Tsjechië, basgitaren die midden in de nacht de lucht in worden gegooid, volle zalen in het buitenland en lege jeugdhonken bij terugkomst in Nederland.

Joost is Joosk en bassist van Taxi To The Ocean. In zijn vrije tijd is hij veertig uur in de week werkzaam bij Radio 4.

Op dit moment spaart hij al zijn geld, om in januari en februari naar Los Angeles te gaan, waar hij met een gerenomeerde producer gaat werken aan zijn debuut als soloartiest. Joost schrijft, schrijft, schrijft en schaaft aan zijn liedjes. In zijn eentje. De producer in Los Angeles maakt een a-lijst, een b-lijst en een c-lijst. Men vraagt Joost wat hij gaat doen als de opnames klaar zijn. Dat weet hij niet en daar wil hij zich niet mee bezig houden. Hij wil liedjes maken, opnemen en spelen.

Het is al een tijdje stil rondom Taxi To The Ocean. Een paar jaar geleden gingen alle bandleden de WWIK (Wet Werk en Inkomen Kunstenaars) in, zeiden hun baan op, gingen vier keer per week repeteren, als een razende shows boeken en spelen. Vorig jaar bij terugkomst uit een tour in Tsjechië, waren de mannen teleurgesteld over het gebrek aan aandacht voor hun muziek in Nederland. Ze zagen op tegen het maken van een nieuwe plaat om daarna weer te beginnen aan optredens voor weinig publiek. Daarnaast vonden de bandleden dat ze te veel een tunnelvisie ontwikkeld hadden en wilden ze ook wel eens iets anders, zoals trouwen en vader worden. Ze besloten om het even rustig aan te doen.

Joost heeft er zeker geen spijt van dat hij een paar jaar alles aan de kant heeft gezet voor zijn band. Het was een prachtige tijd. Ze traden op voor volle zalen in Tsjechië, Engeland en ook in Vredenburg in het voorprogramma van Razorlight. Taxi To The Ocean was flexibel en ging recht op zijn doel af.

Maar het was ook een beperking. Niemand kon iets muzikaals doen buiten de band. Dat hadden ze zo met elkaar afgesproken. Joost zegt nu tegen mij dat het goed is om veel muzikale projecten te hebben, omdat je daar beter van wordt.

Als de muziek van Joosk aan aanslaat, zou dat muzikale gerechtigheid betekenen. Een term die ik ken van Jamie Lidell. In een interview praat hij over een nieuw bandje dat het helemaal gaat maken, als er zoiets als muzikale gerechtigheid bestaat. Hij erkent echter dat dit niet het geval is.

Ik ben er helemaal klaar mee: het vechten tegen de bierkaai en niet weten hoe ik kan blijven doen waar ik goed in ben en wat ik leuk vind, zonder me in allerlei bochten te moeten wringen. Na vandaag doe ik het niet meer.

Of toch. Omdat ik het leuk vind.