The Girls willen niet serieus genomen worden

Zanger Robin Kemper over ambities, metalrock en zijn liefde voor ironie

Matthijs van der Ven, ,

Via TMF Kweekvijver en de TMF Awards naar Noorderslag en Lowlands; het lukte The Girls. En dat allemaal zonder album. ‘We Make Love, Not Songs’ komt pas tijdens het festival in Biddinghuizen uit. Zanger Robin Kemper vertelt over ambities, duistere metalrock en zijn voorliefde voor tongue-in-cheek.

Zanger Robin Kemper over ambities, metalrock en zijn liefde voor ironie

The Girls. Het bandje dat vanuit Meppel naar Utrecht kwam om van daaruit Nederland te veroveren. De groep die via TMF Kweekvijver veel op de clipzender te zien was met een gelikte video, niet veel later bij diezelfde televisiezender een Award kon ophalen en mocht spelen op de uitreiking. The Girls is een band die zich al snel een commercieel jasje leek aan te meten. Of, beter gezegd, aan liet meten. Doorbreken via TMF was wel degelijk zeer gewenst, maar niet vooraf tot doel gesteld. Zanger Robin Kemper: “Als je muziek door veel mensen gehoord wordt, is dat alleen maar mooi.” De band rondom Kemper is nu een kleine drie jaar bezig, maar de ster is sinds het najaar van 2007 pas echt gaan rijzen. Na Kweekvijver, de TMF-Award en een optreden op Noorderslag volgen deze zomer een optreden op Lowlands en debuutalbum ‘We Make Love, Not Songs’, opgenomen door J.B. Meijers en uitgebracht door PIAS. Over Kweekvijver zegt de zanger: “Ik kan het iedereen aanraden.” Het succes in Kweekvijver was opmerkelijk, aangezien het gros van de deelnemers daar bestaat uit zangeressen en RnB-artiesten: “Het is voor ons geen vieze commerciële ambitie om als bandje op televisie of radio te willen komen.” Het begon echter allemaal op het platteland. Tussen alle donkere metalbands die de Apocalyps bezingen, vond Kemper het tijd voor een fatsoenlijke poprockband: “We houden heel erg van flauwe, over de top, tongue-in-cheek dingen. Dat moest ook terugkomen in onze muziek.” Daarom heet de band ook The Girls; een reactie op die hele cultuur van masculiene rock. “We zijn uiteraard hartstikke stoer, maar dat is de reden waarom ik heel fanatiek muziek ben gaan maken.” Eigenlijk is de hele band een concept rondom de voorliefde voor dat tongue-in-cheek aspect. Dat is te horen aan de muziek op het debuutalbum – openingsnummer ‘Lover at War’ herbergt de tekst: ‘We’re seventeen, we have the looks and we have the dreams’ - en aan de manier waarop Kemper over de band praat. Hoewel het de luisteraar enige moeite zou kunnen kosten om door de eerste indruk van commercieel meisjesbandje heen te prikken, vallen de onderdelen vervolgens wel grotendeels op hun plaats. Alle liedjes gaan over de liefde, maar, zoals Kemper benadrukt, dit is puur conceptueel gezien. “Het is in dat opzicht ook geen verlengstuk van onze persoonlijke ziel. Ik heb totaal geen moeite om ‘na na na’ of ‘I’m in love with you’ te zingen, maar we proberen het niet ver te zoeken. Het is een natuurlijk iets. Dat het totaalplaatje van bandnaam, act, liedjes en teksten klopt, vind ik belangrijker dan dat ik een bepaalde tekst heel goed vind.” “We zijn niet vies van 3FM of TMF. Dat past ook perfect in ons idee van een bandje starten en gehoord willen worden.” Ook het imago van een meisjesband vindt de zanger geen probleem. De bandhyve wordt nauwkeurig onderhouden en de band houdt zelfs MSN-sessies (Kemper: “Dat heb ik zelf nog nooit gedaan”). “Ik heb het idee dat indie-rock de nieuwe pop is. Tien jaar geleden luisterden meisjes naar boybands, nu luistert mijn 14-jarige zusje naar bands als The Kooks en Razorlight.” Meisjes zullen er ook genoeg aanwezig zijn op Lowlands, waar ze eindelijk de portemonnee kunnen trekken voor ‘We Make Love, Not Songs’. “We hebben niet echt gemikt op Lowlands”, vertelt Kemper over het uitstellen van de release van mei tot augustus. “Maar het komt natuurlijk prima uit zo.” The Girls speelt een half uur in de India-tent. De band staat als nieuwe act op de zondag geprogrammeerd. Dat wordt nog zwaar voor de zanger: “Normaal gesproken ben ik op de Lowlands-zondag echt niet meer in staat een liedje te spelen. Ik weet nog niet precies hoe ik het moet aanpakken. Als de hele band er al vanaf vrijdag is, kunnen we misschien een beetje op elkaar letten.”