Trans Am bespeelt EKKO met extreem harde postrock

Masters of Parodie tonen kracht en diversiteit

Tekst: Freyja van den Boom / Fotografie: Derek Djons, ,

Trans Am zet vanavond een heftige combinatie van stijlen neer, iets dat de band zelf anti-Bush-rock noemt. Het was extreem hard, maar dat is deels het visitekaartje van de band, met het standaard oorverdovende volume van de optredens.

Masters of Parodie tonen kracht en diversiteit

Zonder voorprogramma begint het Amerikaanse Trans Am meteen te knallen met een lang en hard instrumenteel progrocknummer om daarna over te gaan op synthpop en electro. Een duidelijk voorbeeld van de diversiteit van de band en de humor die doorklinkt in de muziek. Kenmerkend voor Trans Am zijn met name de harde strak gespeelde drumpartijen, de prominent aanwezige bas, het gebruik van effecten en weinig tot geen zang. Dit keer geen politieke statements of videobeelden zoals tijdens de vorige show in EKKO. Het gaat vanavond om de muziek, al wordt het ontblote bovenlijf van drummer Sebastian Thomson door de vrouwelijke aanwezigen ook op prijs gesteld. Trans Am is ontstaan toen de drie bandleden samen speelden in het hardcore/skacollectief Bomblast. Vanwege een gezamenlijke liefde voor ietwat afwijkende muziek werd Trans Am opgericht. Het is begonnen als side-project, maar het trio heeft na het debuut in 1996 dit jaar alweer het achtste album uitgebracht. Daarnaast hebben de bandleden ieder zelf diverse projecten en komt er in april ook een nieuwe cd uit samen met The Fucking Champs onder de naam "The Fucking Am". De bandleden omschrijven hun muziek zelf als anti-Bush-rock maar het bevat verder kenmerken van dekrautrock en postrock en electro. Het is zinloos om het omvangrijke oeuvre van Nathan Means, Sebastian Thomson, Phil Manley in een bepaalde categorie te plaatsen. Daar is de band ook te eigenzinnig voor; stel je een soort van Kraftwerk voor, met Led Zeppelin op gitaar. Trans Am maakt met name gebruik van klassieke rockinstrumenten gecombineerd met keyboards en effecten. Het nieuwe album 'Sex Change' uitgekomen op het label Thrill Jockey bevat vooral nummers met veel elektronica. Alhoewel ze niet geheel vernieuwend zijn, onderscheiden de jongens zich vooral door hun onnavolgbare diversiteit, technische kwaliteiten en humor. Zo staat de band vooral ook bekend om hun parodie op, of noem het een hommage aan bestaande stromingen en artiesten als een vette knipoog naar het rockverleden. Vanavond komt de diversiteit van de band iets minder aan bod. De nummers zijn overwegend instrumentaal. Postrock met stevig gierende gitaar, diepe bas en natuurlijk de veel geprezen drumpartijen die doordreunen tot in je borstkas. Er is veel variatie en afwisseling in de opbouw van de nummers en de gelaagdheid door het gebruik van effecten maakt het een vol geheel. Het rockgeweld wordt zo nu en dan afgewisseld met elektronicanummers waarop de vervormde zang en geslaakte kreetjes van bassist/toetsenist Nathan Menas de humor van de band weergeven. Bevreemdend mooi zijn de nummers waarop de spaarzame robotzang van Menas afgewisseld wordt met het contrasterend vlakke stemgeluid van gitarist/zanger Philip Manley. Het is technisch gezien uitermate indrukwekkend gespeeld en de band ramt zich stevig door de lijst heen. Het wordt nooit saai vanwege het tempo en de energie van vooral Thomson. Het geheel is geweldig om naar te kijken. Er wordt door het publiek heftig met hoofden geschud maar het zijn toch vooral de fans, een handjevol, die helemaal uit hun dak gaan. Als toegift mogen verzoekjes worden ingediend. 'Play in the Summer' van het alomgeprezen album 'Red Line' wordt met een welgemeend "fuck" van de drummer ontvangen. Het wordt al snel duidelijk waarom er gevloekt moet worden als de aanzwellende beats van het nummer je om je oren slaan. Trans Am zet vanavond met verve een heftige combinatie van stijlen neer. Het was extreem hard, maar dat lag ook aan het standaard oorverdovende volume dat de band live met zich meebrengt. Trans Am Gezien: EKKO, zaterdag 10 maart 2007