Utrechts college kan sloop Vredenburg doorzetten

SJU Jazz: "College laat SJU vallen"

De gemeente Utrecht mag de sloop van Muziekcentrum doorzetten. Het is een belangrijke stap op weg naar het toekomstige Muziekpaleis. Het college gaat daarbij voorbij aan grote bezwaren van SJU Jazz, de kleinste partner in het muziekgebouw. Het jazzpodium heeft het gevoel buitenspel gezet te worden.

SJU Jazz: "College laat SJU vallen"

“Ik kan niet anders concluderen dan dat de coalitie de rijen gesloten heeft en SJU laat vallen”, zegt een teleurgestelde Peter Vermeulen van het Utrechtse jazzpodium. Vanavond debatteerde de Utrechtse raad in een gecombineerde commissievergadering Stedelijke en Maatschappelijke Ontwikkeling over de voortgang van het Muziekpaleis. Met uiteraard veel aandacht voor de onrust die de afgelopen weken ontstond tussen de verschillende partijen, Tivoli, SJU en de Gemeente Utrecht.

Een hoop solo’s die maar geen orkest willen vormen, een ondermaatse stadssoap, een bij voorbaat mislukt huwelijk, een fusie tussen een pompoen, een meloen en een kers. De verschillende partijen komen fantasie tekort om de bestuurlijke chaos te omschrijven die de afgelopen weken ontstond rond het Muziekpaleis. Sinds een aantal weken liggen de partijen die samen het nieuwe muziekgebouw moeten gaan vormen openlijk met elkaar in de clinch. Eerst twijfelde Tivoli of het wel een fusie wilde aangaan, vervolgens kwam het met de Gemeente Utrecht tot een akkoord waarin SJU zich niet kon vinden. Waar tot nu toe sprake was van een 3x2 model (twee bestuursleden voor elke instelling), kwamen Tivoli en de gemeente tot een 3-3-1 model. Belangrijker nog: volgens SJU werd stiekem achter de rug van het jazzpodium onderhandeld.

Toch mag het college de gunning van de sloop van Vredenburg doorzetten, een belangrijke stap in het proces. De gemeenteraad stelde aanvankelijk nog als randvoorwaarde dat de ontwikkelorganisatie voor het Muziekpaleis al rond zou zijn voor die stap gezet kon worden. Opvallend genoeg zijn de bezwaren van SJU en de vertrouwenscrisis in de vergadering niet van het grootste belang. Scherper is de oppositie voor het exploitatieplan van het nieuwe pand, waarop nu al een tekort lijkt te ontstaan. Wethouder Harm Janssen van het Stationsgebied zegde toe een second opinion door onderzoeksbureau Lagroup klaar te hebben voor de bouw van het nieuw pand start, in november van dit jaar. Aanvullende vragen van de commissie worden daarin meegenomen.

Ook over de privatisering van Muziekcentrum Vredenburg is het laatste woord nog niet gezegd. De verschillende partijen willen onder andere weten wanneer die precies vorm moet krijgen, welke rol de gemeente speelt en of de kosten van die privatisering van invloed zullen zijn op de exploitatie- en huurkosten van het toekomstige gebouw. Het college ziet het zogeheten ‘kantelpunt’ naar een private organisatie liefst zo kort mogelijk op de opening van het nieuwe Muziekpaleis. Leefbaar Utrecht ziet het liefst de nieuwe organisatie zo snel mogelijk tot stand komen, om zo een sterke regisseur aan het roer te kunnen zetten.

Het voorstel van SJU om als onafhankelijke partij het Muziekpaleis te betrekken wordt door wethouder Janssen vrij achteloos van tafel geveegd. Ook een voortzetting van SJU op een andere locatie is uitgesloten: “Wij verstrekken subsidies aan functies, niet aan instellingen. Ik wil mij hardmaken voor een goed jazzklimaat in Utrecht.” Met andere woorden: wil SJU niet mee gaan in de organisatie van het Muziekpaleis, dan verschuift de subsidie voor jazzmuziek toch naar het Muziekpaleis. Hij benadrukt dat de deur voor SJU wat hem en Tivoli betreft nog altijd open staat, maar hij beaamt wel dat het 3-3-1 model een eindbod is.

Bestuursvoorzitter Barry de Vos van Tivoli is logischerwijs na afloop van de vergadering een stuk positiever dan zijn jazzcollaga. Hij zag het 3-3-1 model fier overeind blijven. “Er zijn wel wat nieuwe zaken waar we nog met het college over moeten praten. De commissie spreekt de wens uit dat in het bestuur van de nieuwe organisatie geen bestuursleden van de huidige organisaties komen. Maar het college heeft daar uiteindelijk niets over te zeggen. Wij willen graag weten wat het college met die wens gaat doen.” Harde uitspraken zijn daar door wethouder Harm Janssen in elk geval nog niet over gedaan.

Voor SJU rest voorlopig weinig anders dan de wonden te likken. “Ik zie bij het college geen openingen voor ons eigen voorstel.” Pogingen tot toenadering ziet hij eigenlijk ook niet, ondanks dat wethouder Janssen na afloop nog een keer persoonlijk benadrukt dat hij graag weer met SJU aan tafel gaat. “SJU gaat zich nu beraden. We gaan onze eigen knopen tellen en als het nodig is zullen wij stappen ondernemen.”