"Dit wordt een zes-takertje!" Bij binnenkomst van de studentenkamer annex opnameruimte van beatmaker Jeffrey 'Klaas Vaak' Pisa zijn de StropStrikkers nog druk bezig met opnemen. MC Lauran 'Skafalau' Helberg slaagt er een paar keer niet in zijn couplet naar tevredenheid in te rappen en stuitert tussen de pogingen door gefrustreerd door de kamer. Een drumcomputer krijgt de volle laag met zijn kladblok maar overleeft het avontuur, en uiteindelijk staat de tekst naar tevredenheid op de harde schijf. Hoewel: bij één woord ontstaat twijfel over of dat door één van de twee mc's of door beiden tegelijk uitgesproken moet worden - voor dramatisch effect.
MC Jermain 'Jae'Mel' Bridgewater: "Zo gaat het altijd: we kunnen ruziën over één woord. Vaak genoeg vinden we alle drie net iets anders dope en gaan we daar over bekvechten". KlaasVaak: "Of zijn we het eigenlijk met elkaar eens maar hebben we dat niet door". Het moge duidelijk zijn, de StropStrikkers zijn enthousiast bezig met hun métier, maar de dreigende houding uit hun muziek - waarin "urban flikkers worden geklapt op straat" - wordt gelukkig niet doorgezet naar het echte leven. Die zin en andere dreigementen moeten vooral gezien worden als een 'mission statement' op het eerste album 'Kermis in de Hel', dat in november uitkwam. KlaasVaak: "Dat gaan we niet volhouden hoor, aankomend werk gaat meer over onszelf, niet over wat we niks vinden. Dit was alleen de eerste klap". Skafalau: "Wij wilden ons gewoon afzetten tegen het idee dat hiphop steeds meer in het urban vakje gestopt werd. Het zijn wat ons betreft twee verschillende culturen".
Bedoeld wordt de steeds grotere markt van artiesten die zich onder de noemer 'urban' op het poppubliek richten en daarbij patserige stijlmiddelen rechtstreeks uit Amerikaanse videoclips kopiëren - juwelen, auto's, bankbiljetten, noem het maar op. Jae'Mel wijt dat aan gemakzuchtig winstbejag: "Er is een verschil tussen muziek maken voor geld en goede muziek maken en daar toevallig wat geld aan overhouden." KlaasVaak: "En wat je nu ziet is dat Amerikaanse voorbeelden - die 50 Cent candy-ass shit - in Nederlandse clips worden gekopieerd terwijl het nergens op slaat." Jae vult aan: "Ik heb geen auto met spinning rims, ik pak lijn elf als ik ergens heen moet." En Skafa maakt 'm af: "Dan ben je eindelijk op The Box, ga je lullen over dingen waar je helemaal geen verstand van hebt."
De afsluiter van het album en muzikaal gezien vreemde eend in de bijt, het vrolijke 'Urban Iz Da Shit', verwoordt dat gevoel nog het beste: vanuit het perspectief van de gemiddelde urban-liefhebber bekritiseren de drie hun eigen muziek, die te duister zou zijn. Skafa: "We hadden geen zin om op het album flat-out namen te noemen en te dissen, dat wordt al te veel gedaan..." Grijnzend: "Maar toch is het wel leuk! Dus hebben we voor deze omweg gekozen." KlaasVaak: "Het is begonnen als een grapje, was niet de bedoeling dat die track op het album zou komen. Die blije beat was er eerst, en ik kreeg van die andere gasten te horen dat ik 'urban gegaan was'. Door de vorm die we gekozen hebben kun je het ook opvatten als kritiek op de hele scène - inclusief fans en de muziekindustrie - niet alleen op de artiesten die we noemen." Duidelijk.
'Kermis in de Hel' haalt de mosterd bij klassieke albums van Mobb Deep, Cypress Hill en Wu-Tang (allemaal minstens tien jaar oud) en koestert niet de pretentie een doorbraak in de hitlijsten te forceren. Maar op hun eigen manier voldoen de StropStrikkers wel aan een vraag van het underground hiphopvolk - menen ze - door hun eigen situatie niet mooier te presenteren dan die is. Skafa: "Wij representen de straat, wij representen de struggle. En de mensen met wie wij 'rollen' maken ook echt van die grimey shit, op hun eigen manier. Mensen houden het puur. Ik bedoel, dit is Utrecht - er is niks moois aan, zeven van de tien wijken zijn kutwijken."
KlaasVaak: "Het coole is dat doordat we de plaat gratis op het internet hebben gezet, we reacties uit heel Nederland krijgen. Dat blijft niet beperkt tot Utrecht - en daar houden we ook weer optredens aan over. Het zou ook nergens op slaan om je eerste album alleen maar te verkopen ofzo, terwijl je nog helemaal niets bereikt hebt. Je moet eerst vrijgevig zijn met je muziek om de aandacht op je te vestigen". En die strategie werkt. Jae'Mel: "We hebben al drie keer bericht gekregen van de host, dat dat ding te vaak gedownload wordt. Moesten we 'm weer offline halen. Dus nu willen we 'm verhuizen naar een plek waar dat minder snel problemen oplevert."
Tussen het heen-en-weer-geschuif met het album door blijft het trio druk bezig nieuw materiaal op te nemen. Binnenkort komt er een wederom gratis te downloaden "zoethoudertje" van zes à acht nummers, gemaakt op beats uit KlaasVaaks archief, en daarna moet een officieel album volgen, met alleen nieuw materiaal: "Het wordt niet gelikter ofzo, maar ik heb in de tussentijd ook wel nieuwe apparatuur gekocht. Ik hou wel lekker alle ruis en kraak erin."
Drie albums in een jaar, het is een flink tempo voor drie studenten die pas in april 2006 samen begonnen zijn en ook nog eens de benodigde studiepunten binnen moeten slepen. Maar die verschillende carrières zijn niet per se een hindernis, eerder een handige combinatie. "We kunnen onze opleidingen alle drie gebruiken voor de muziek", volgens Jae'Mel. Skafa doet de nieuwe ROC-opleiding Pop- en Sounddesign: "Ad de Jong (de initiatiefnemer, red.) is de man! Hij is de reden dat ik nu niet op straat niks loop te doen." KlaasVaak kan zijn studie Interactieve Media gebruiken voor de audiovisuele puntjes op de i: hij is verantwoordelijk voor de website en de videoclip van 'Bedek Je Nek', geschoten zonder budget, met een simpele DV-camera. Jae zelf doet een opleiding Marketing en Communicatie, die hem afgelopen herfst naar Afrika voerde. "Dat was een project van Plan Nederland, in het kader van hun campagne 'Stop geweld tegen kinderen'. We hebben een documentaire gefilmd en zijn in Nederland een campagne gestart om handtekeningen te verzamelen". Maar ook daar was hij bezig met de hiphop. "Overal waar ik kwam riep ik 'StropStrikkers!', ik was flink bezig dat te promoten."
Dat tomeloze enthousiasme komt ook live goed tot z'n recht: vrijdag 2 februari mochten de StropStrikkers het hiphopfeestje ROF! in Ekko opluisteren, en dat deden ze in stijl. Hoewel de muziek een tikje te zacht stond en het publiek zich maar moeilijk liet opzwepen (een probleem waar de Rotterdamse collega GMB diezelfde avond ook last van had) stuiterden de mc's Skafa en Jae als rasentertainers het podium over. Onder de sfeervolle decoratie - een aan het plafond opgehangen heuse strop - wisten ze uiteindelijk toch te bereiken waar ze voor gekomen waren: tijdens afsluiter 'De Pit' ontstond er - jawel! - een pit. Op 23 februari 2007 zijn de drie nog een keer te bezichtigen in Utrecht, tijdens de halve finale van Clash of the Titans in dB's, tourdata voor overige shows vind je op de homepage.
"Dit wordt een zes-takertje!" Bij binnenkomst van de studentenkamer annex opnameruimte van beatmaker Jeffrey 'Klaas Vaak' Pisa zijn de StropStrikkers nog druk bezig met opnemen. Een drumcomputer krijgt de volle laag met zijn kladblok maar overleeft het avontuur - en uiteindelijk staat de tekst naar tevredenheid op de harde schijf. Een levendig interview met de StropStrikkers.