Chemie ontbreekt tussen Campbell en Lanegan

Ongeïnspireerd meepingelen met een tape haalt het niet bij het album

Tekst: Chantal van der Leest / Fotografie: Sebastiaan ter Burg, ,

Al in januari 2006 kwam hij uit: 'Ballad of the Broken Seas' van fluistermeisje Isobel Campbell en rauwe grunger Mark Lanegan. Na lang wachten was het duo begin dit jaar eindelijk te bewonderen in Paradiso en krijgt Tivoli een half jaar later een reprise in. Het publiek geniet van haar helden, of het nu muzikaal goed is of niet.

Ongeïnspireerd meepingelen met een tape haalt het niet bij het album

Met een optreden als dat van Isobel Campbell en Mark Lanegan krijg je rare zaalvulling. Aan de ene kant Lanegan's schare aan rauwe drinkerbroeders. En aan de andere kant lieflijke jongetjes en meisjes die Campbell's zoete Belle and Sebastian-stemmetje komen horen. Op hun eigen manier allebei prima artiesten, die geen raakvlakken lijken te hebben, maar elkaar toch op een fantastische manier aanvullen. Denk aan 'Murder Ballads' van Nick Cave en je bent een heel eind. Het balkon van Tivoli blijft dicht, maar de zaal beneden staat goed vol. Campbell en Lanegan zijn de kaviaar van de melancholische popmuziek op dit moment. Maar net als bij kaviaar verslapt daarmee de kritische blik van de consument. Het is niet elke dag voor handen, je betaalt er grof geld voor en het is kaviaar potdomme! Het mòet dus wel lekker zijn. Ook Campbell en Lanegan houdt het publiek goed binnen. Maar terecht is het niet. Van wat er op plaat is verschenen, blijft op het podium weinig meer over. Het strijkkwartet is waarschijnlijk te duur om mee te nemen, dus een band-in-a-box legt een wollig tapijt over de livegeluiden heen. De band hobbelt vaak achter de tape aan, waardoor het een rommeltje wordt. Zelfs kenmerkend potten-en-pannengeluiden staan op de band, waardoor er voor de drummer weinig meer overblijft dan wat ongeïnspireerd getrommel. Door de vele muziekstandaards op het podium lijkt het wel op een generale repetitie van een muziekschool voorstelling. Dan het sinistere duo zelf. Lanegan straalt een onvermurwbare stugheid uit, wat de voormalig Screaming Trees-voorman ook kan maken. Het hoort bij zijn imago. Maar het blijft weinig opzwepend. Dan eens zit zijn linkerhand om de microfoon geklemd, dan weer zijn rechter. Hij mag af en toe wel wat vuur spuwen. Een schril contrast met optredens van geluidsgenoten als Waits en Cave. Wat betreft Campbell weet je wat je krijgt. Hese fluisterstemmetjes zijn moeilijk uit te versterken, dus dat wordt een fluitconcert van feedbackende microfoons. "Wow, what was that?", schampert ze ontevreden na een oorverdovende piep. Alsof ze dat nog nooit eerder had meegemaakt. Alleen in een muisstille zaal zou ze tot haar recht komen, maar te horen aan het gekwebbel in Tivoli gaat dat vanavond in elk geval niet meer gebeuren. Geërgerd wisselt ze de zin "Do you wanna come walk with me" af met "Do you wanna come tàlk with me!" Ze grijnst wanhopig naar Lanegan, maar die blijft stug doorzingen. Behalve materiaal van hun gezamenlijke album is er ook ruimte voor covers, zoals 'Ramblin' Man' van Hank Williams en 'Call Me Sand', oorspronkelijk een duet van Nancy Sinatra en de afgelopen weekend overleden Lee Hazlewood. De bezoekers genieten ondanks alles. Van de nieuwe liedjes, de wolvenblik van Lanegan, het gehakketak van Campbell op cello of van hun eigen gekeuvel met een glas bier en de band op de achtergrond. Ze krijgen blijkbaar toch wat ze willen, een blik op Belle en het Beestfenomeen Campbell en Lanegan. Maar voor dagelijks gebruik is de cd aan te raden. Die ligt een stuk lekkerder op de maag. Isobel Campbell & Mark Lanegan Gezien: Tivoli Oudegracht, vrijdag 3 augustus 2007