Bij het wachten voor de deuren van de Stairway gleden de gedachten meer dan eens terug naar tien jaar geleden. Het is dinsdag 31 oktober 2006. Op de dag een decennium nadat Dog Eat Dog zijn grootste Nederlandse show op eigen kracht heeft gespeeld. Dat de kaartjes voor dat optreden destijds ongeveer dertig gulden kostten, deerde haast niemand: Paradiso liep vol en werd tijdens de show welhaast omvergeblazen. Net als Nighttown, Oosterpoort en 013-voorloper Noorderligt, in de dagen daarvoor. Alle zalen uitverkocht, alle zalen aan zijn voeten: Dog Eat Dog bevond zich op het toppunt van zijn roem.
Het waren de dagen dat de New Yorkse crossoverband tot het standaardpakket van ieder megafestival behoorde. De surfboardshow voor 80.000 man op Dynamo '95 geldt voor iedere aanwezige nog altijd als legendarisch hoogtepunt en verscheen - om die herinnering te koesteren - vorig jaar zelfs op DVD. Tijdens Pinkpop 1996 trad Dog Eat Dog zelfs twee keer op, waaronder maandagmiddag op de main stage. Nog na de Grote Labelgenoot op Roadrunner: Sepultura.
Tien jaar later bestaat Dog Eat Dog- tot verrassing van velen - nog steeds. Maar tijden zijn veranderd: de band speelt tegenwoordig op een dinsdagavond 'gewoon' in rockkroeg Stairway to Heaven. Alwaar de kaartjes, a raison van slechts vijf euro, pas op de avond zelf uitverkocht raken. Het is een schril contrast met de grote Paradiso-show van exact tien jaar geleden. Om over Dynamo, waar de band een van de grootste moshpits ooit voor zich wist, nog maar te zwijgen.
Maar het moge gezegd: tijdens het optreden - geregeld door Herman Brood Academie-student TJ, zanger van voorprogramma Screamin' Mike - spat Dog Eat Dog nog altijd van het podium. De kenmerkende scheurende saxofoon van Scott Mueller is er al jaren niet meer (en wordt vooral bij knallers als 'Who's The King' en 'Rocky' node gemist), maar de groep barst van het speelplezier, laat de fans van weleer - jonger dan mid-twintig staan ze niet in de Stairway - massaal de oude krakers meebrullen, brengt prima nieuw materiaal (afkomstig van 'Walk With Me', het eerste album in zeven jaar) en zorgt ervoor dat iedere aanwezige met een grote glimlach naar buiten stapt.
Een grijns die echt niet alleen veroorzaakt wordt door latent jeugdsentiment; mede door het ongeremde enthousiasme van de bandleden staat een avondje Dog Eat Dog anno 2006 nog altijd garant voor een bruisende partyvibe. Het is dát feestgevoel dat zanger John Connor na een meet-, greet- en signeersessie met de fans dan ook nog eens als bandmissie uit de doeken te doen: "Dog Eat Dog is vóór alles altijd een feestband geweest. Lol trappen met de band én de bezoekers, daar het ons om te doen. Ook na al die jaren."
Ook in jaren dat iedereen zich verwondert dat de band überhaupt nog bestaat, met weemoed terugdenkend aan de moshpit op Dynamo? Connor: "In die tijd was het feest anders, maar voor Dog Eat Dog nooit vals. We hebben nooit geacteerd en altijd ons eigen ding gedaan; los van afstand of hekken altijd het contact met het publiek gezocht. Daarom zit Dog Eat Dog er ook niet mee dat we vanavond voor een paar honderd man spelen. Gisteren in Zaandam waren het er misschien zestig, maar als je tijdens je show letterlijk een biertje kunt drinken met mensen die het naar hun zin hebben, dan heb je toch het mooiste beroep ter wereld, of wat?" Connor zit er in zijn halfkorte broek, pet op het hoofd bij alsof hij echt niet maalt om de teruggang in bezoekers; een man die zo eerlijk overkomt dat hij op zijn woord geloofd mag worden.
Een ander punt waarop de zanger geen doekjes wenst te winden, is dé Utrechtse band bij uitstek, die in ook de Verenigde Staten voor flink wat opschudding wist te zorgen. Dat direct na de Stairway-show de oude Urban Dance Squad-hit 'Demagogue' uit de speakers knalt, is natuurlijk geen toeval: als een van de populairste crossover-acts uit de jaren negentig heeft ook Dog Eat Dog extreem veel respect voor "de Squad". Op het Unlimited Festival in de Amsterdamse RAI deelden beide bands eind 1996 het podium, met Dog Eat Dog als headliner.
Connor herinnert zich echter nog een ander gezamenlijk optreden uit de States: uit de vroege dagen van de band, begin jaren negentig, toen Dog Eat Dog nog maar net was geboren uit Mucky Pup. "Mensen van ons platenlabel zeiden vooraf tegen ons dat de jongens van de UDS verbolgen waren over onze houding ten opzichte van hen. Onzin natuurlijk: de Squad is in onze ogen één van de absolute voorbeelden, de eerste band die écht briljant funk, rap en harde rock wist te vermengen. 'Mental Floss For The Globe' is een mijlpaal. Geen kwaad woord over die gasten dus vanuit Dog Eat Dog, maar goed, voor we het wisten was een kleine rel geboren en stond in de pers dat Dog Eat Dog de Squad zou verafschuwen."
'JC' vertelt met pretoogjes verder: "Die dag heb ik er alles op alles opgezet om de mannen van de UDS te laten weten dat Dog Eat Dog nooit slecht over hen gedacht heeft, sterker nog: hen als voorbeeld zag, ziet en zal blijven zien. Tot op de dag van vandaag is de UDS voor Dog Eat Dog, ook carreerwise, een lichtend voorbeeld. Maak die crossover, doe je ding en ga ervoor, maak dat feest; laat zien wat je kunt. Die avond ben ik naar Rudeboy toegestapt, heb hem de hand gedrukt, respect betuigd, dingen zijn uitgepraat, rechtgezet en met een welgemeende knuffel namen we afscheid. Dat we nu in de stad van de UDS spelen, betekent veel voor ons, zonder dat we dat vanavond overigens op voorhand wisten. Maar dat maakt niet uit: de UDS is écht één van de grote inspiratiebronnen voor Dog Eat Dog."
Connor spreekt niets dan de waarheid, zijn ogen zouden hem anders te snel verraden. Een Amerikaans, voorbereid, PR-antwoord is hem vreemd. Tachtigduizend of tweehonderd mensen voor zijn podium lijken hem en zijn band écht niets uit te maken; respect is voor Dog Eat Dog het toverwoord. Respect en plezier, het vanuit een grote Grolschfles vullen van de glazen van de fans in de pit en bijna een crowdsurf ingelokt worden: het zijn dingen waar Connor anno 2006 nog voor leeft. En met hem de rest van Dog Eat Dog, dat nog twee leden uit de succesperiode in zijn midden kent: bassist Dave Neabore en drummer Brandon Finley. Of, om de slotzin van hun grootste hit 'No Fronts' nog maar eens aan te halen: "We kick this just for fun." En eigenlijk hebben ze nooit anders gedaan, alleen was de schaal in het begin bizar groot.
Desondanks is Dog Eat Dog nog steeds een band die speelt voor jolijt en weet waar één van zijn voornaamste bronnen ligt. Dat is in Utrecht; de stad waar deze ooit zo grote band vandaag de dag niet meer in Tivoli of zelfs De Helling kan spelen, maar tot het kroegcircuit veroordeeld lijkt. Het vuur brandt desniettemin als vanouds. En het is ook die passie die bij deze band zo aanstekelijk en voorbeeldig werkt. Kom daar maar eens om bij het volgende Britse hypebandje dat over anderhalf jaar passé is, maar zich te goed zal voelen voor de kleine zalen.
Dog Eat Dog spat nog steeds van het podium, maar nu in de kroeg
Zanger John Connor relativeert vergane glorie: "Dog Eat Dog is altijd een feestband geweest"
Ze bestaan nog steeds: Dog Eat Dog, tot verrassing van velen. Maar tijden zijn veranderd: de band speelt tegenwoordig 'gewoon' in de Stairway. Alwaar kaartjes vijf euro kosten en pas op de avond zelf uitverkocht raken. Maar het deert de bandleden niet: de lol spat nog altijd van het podium af.