Barrelhouse blijkt op te treden zonder support. Niet dat dat erg wordt gevonden, het grootste deel van het publiek bestaat immers uit bluesliefhebbers die enkel voor Barrelhouse zijn gekomen.
De show begint met pure blues met een wat jazzy inslag, veroorzaakt door de contrabas. Voor het podium ontstaat een halve cirkel waarin niemand zich waagt, zodat het lijkt of de band voor een halflege zaal staat te spelen. Toch luistert de zaal aandachtig. Met wat stoelen erbij had het een theater kunnen zijn.
Het lijkt wel alsof de band zelf ook wat op gang moet komen. Drummer Bob Dros gaat volkomen op in zijn ritmes, de gebroeders Laporte staan er wel met hun elektrische gitaren en ook de diepe, warme stem van Tineke Schoemaker doet het goed in EKKO. Bassist Jan Willem Sligting lijkt echter nog wat mat met zijn contrabas en toetsenist Han van Dam trekt zelfs een gezicht of hij een ingewikkelde wiskundige formule moet zien op te lossen. Maar wanneer Sligting zijn contrabas inruilt voor een elektrische basgitaar, verandert dit beeld snel. De blues blijft, maar de trage jazz wordt snelle boogie woogie en de band leeft zich uit. Dat de bandleden al wat ouder zijn, is niet langer te merken. Dat ze ervaren zijn wel degelijk.
Het duurt ook niet lang of de gitaristen stelen de show met lange gitaarsolo’s. Johnny Laporte speelt haast onbewogen. Zijn broer Guus eist alle aandacht op en staat te soleren met het air van een BB King. Door in het midden voorop het podium te staan en voor elke snaaraanslag een beweging te maken met zijn arm, of met de hele gitaar, krijgt hij applaus en de lachers op zijn hand.
Niet alleen jazz heeft de blues van Barrelhouse beïnvloed in hun ruim dertigjarige bestaan, ook folk en country zijn duidelijk terug te horen; bijvoorbeeld in een bewerkte versie van een Ierse song, Sligting speelt hierbij accordeon en Johnny neemt de elektrische bas over. Meteen lijkt het een andere band. De accordeon brengt het melancholische geluid van de Ierse folksong, maar Johnny geeft het een basgeluid mee dat doet denken aan de tonen van Moby.
Naarmate de avond vordert, begint het publiek steeds meer te juichen en mee te klappen. Toch blijft het overgrote deel nog steeds achterin de zaal staan, terwijl het een aanzienlijke groep is. Klassieke blues, waarbij je met gesloten ogen een beeld ziet van een eenzame gitarist op een hooibaal in de zon, ergens in de katoenvelden van Texas of Alabama, wordt afgewisseld met het snellere werk. Maar de rock ‘n’ roll wint steeds meer aan terrein.
Wanneer er nog ongeveer een half uur te spelen is, komt de zaal eindelijk los. Het publiek komt naar het podium en oude tijden herleven. Barrelhouse laat de gitaren janken en in de zaal woedt de rock ‘n’ roll.
Als de band te kennen wordt gegeven dat er nog vijf minuten resteren, zegt de zangeres: “Vijf minuten? Wij dachten nog vijf nummers!” Wanneer de muzikanten daarna het podium willen verlaten, wordt er vanuit de zaal geroepen om meer. Volgens de zangeres mag dit niet vanwege strikte regels, maar voorin de zaal roept iemand dat nu de PvdA de grootste partij is en “die vinden dat niet erg”! De zangeres geeft toe en de band speelt nog twee nummers. Voldaan keren publiek en band huiswaarts.
Barrelhouse
Gezien: EKKO, zaterdag 11 maart 2006.
Barrelhouse komt als diesel op gang
Gezapige start eindigt in rock ‘n’ roll
De bluesveteranen van Barrelhouse hadden moeite om het publiek, van veelal middelbare leeftijd, in beweging te krijgen. Maar na ruim een ging EKKO toch nog volledig los. Barrelhouse rockt, het publiek, jong en oud, man en vrouw, rollt.