Het legendarische Big Star straalt niet meer zo helder

Alex Chilton overleeft uitsluitend op de kracht van zijn nummers

Mike B, ,

In een enthousiast Tivoli vol oudere popliefhebbers brengt Big Star een ‘best of’ set met alle publieksfavorieten. Desondanks is het duidelijk te horen dat voorman Alex Chilton oud wordt.

Alex Chilton overleeft uitsluitend op de kracht van zijn nummers

De naam Big Star doet een hiphop-act vermoeden die het te hoog in zijn bol heeft. Niets is minder waar. Namelijk, Big Star is een gitaarband uit Memphis die begin jaren zeventig een drietal platen uitbracht die destijds zo slecht verkochten dat de band in 1975 uit elkaar ging. Inmiddels zijn deze platen door zowel grote bands als R.E.M. als popnerds over de hele wereld uitgeroepen tot meesterwerken en wordt Big Star als enorm invloedrijk beschouwd. Artiesten als Garbage, Jeff Buckley en Wilco hebben bijvoorbeeld nummers van Big Star gecoverd. Al op zestienjarige leeftijd scoort zanger/gitarist Alex Chilton een enorme hit met 'the Letter' als zanger van The Box Tops. Na een periode van frustratie jegens zijn platenmaatschappij voegt Chilton zich bij de band van zijn jeugdvriend Chris Bell, waarna de band zich Big Star gaat noemen (naar een plaatselijke supermarkt) en in 1972 het debuutalbum '#1 Record' wordt uitgebracht: een combinatie van Anglopop, soulvolle zang en rock. Na vertrek van Bell gaat de band als trio verder, wat uiteindelijk leidt tot het vervolgalbum 'Radio City'. Nu ook deze plaat de weg naar de radio en winkels niet kan vinden, verlaat, tijdens de volgende opnames, ook de bassist de band en wordt de voorlopig laatste plaat van Big Star pas uitgebracht nadat het overgebleven tweetal elk zijns weegs is gegaan. Intussen heeft Chillton al een behoorlijke reputatie, als muzikale depressieve eigenheimer met een nurks humeur en een aantal wisselvallige platen en optredens in zijn naam, opgebouwd. In de loop der jaren ontdekken steeds meer mensen de verloren gegane muzikale parels van Big Star, wat in 1993 leidt tot een reünietour, waarin Alex Chilton en drummer Jody Stephens live bijgestaan worden door twee Big Star fans, te weten Jon Auer en Ken Stringfellow van de Posies. In deze samenstelling spelen ze onder andere op de eerste Lowlands editie. Inmiddels, anno 2006, zijn we nog wat jaren en sporadische tours verder en hebben de heren een nieuwe plaat toegevoegd aan hun repertoire, 'In Space' geheten, waarover zelfs de negatiefste recensenten zeggen dat het voor een nieuwe onbekende band een prima schijf geweest zou zijn. Maar hoe zit het tegenwoordig eigenlijk met de liveshows? Nadat singer/songwriter Julia P. haar deels door een falende gitaar gemankeerde optreden voor een ongeïnteresseerd publiek heeft afgerond, worden Chilton en de zijnen met een uitbundig gejoel ontvangen alsof Jezus weer op aarde is teruggekeerd. Als vervolgens het ene na het andere oude juweeltje de gretige zaal in wordt geslingerd zou je bijna gaan denken dat deze ontvangst ook terecht is. Maar al snel blijkt dat de pop/rockgoden toch hun schade hebben geleden. De mooie gitaarpartijen van Chilton zitten er, spijtig genoeg, regelmatig behoorlijk naast, en zijn op zich nog steeds fraaie stem blijkt inmiddels niet meer zo soepel te klinken. Terwijl Chilton's gitaar per nummer valser wordt en hij steeds meer eindjes en tussenstukjes kwijt lijkt te zijn, zou het bijna niet opvallen dat ook het drumwerk van Jody Stephens beter niet met de klok gelijk gezet kan worden. Desondanks, houden de 'jonkies' van de Posies de boel nog aardig bij elkaar en zorgen hun stemmen voor oorstrelende engelenkoortjes, waardoor topnummers als 'the Ballad of El Goodo' niet meer stuk kunnen. Zo wordt het publiek op zijn wenken bediend en komen alle favorieten aan bod, van rockers als 'When My Baby's Beside Me' tot voor kippenvel zorgende ballades als 'Thirteen'. Ook van de nieuwe plaat komen wat nummers langs, die meestal net iets beter gespeeld worden. Toch moet je een goede wil in huis hebben om echt te kunnen genieten. Zo komt het op de plaat prachtige "For You" ondanks prima vocalen van drummer Stephens voor geen meter over door het krakkemikkige samenspel en de ontbrekende essentiële strijkpartijen. Verderop in de show heeft Chilton ook zelf door dat zijn gitaar nu echt te vals is geworden. Vlak voor een solo stopt hij met spelen en lijkt hij zijn bandleden te manen op te houden met spelen. Maar vlak voordat het zover is, hangt hij een vers gestemde gitaar om en als hij de solo loepzuiver inzet slaakt het publiek een zucht van verlichting. Qua podiumpresentatie gaat het er relaxed aan toe. Chilton is, in tegenstelling tot wat men over hem beweert, in een uitstekend humeur. Tussen de nummers door nemen de heren soms behoorlijk de tijd voor een onderling babbeltje of om te ontdekken in welk nummer baas Chilton zin heeft. Aan het einde van de lange set wordt het publiek zelfs oprecht door de voorman bedankt voor de hartelijke ontvangst, waarna besloten wordt met het toepasselijke 'Thank You Friends'. Ook toegiften blijven niet uit. Als Chilton het op de plaat al duistere en rommelige 'Big Black Car' in precies de juiste sfeer inzet en -vol gevoel en met een cynische grijns op zijn gezicht -de toepasselijke regels "I'm going and I don't know how far" zingt, bedenk ik me dat het deze levende legende wel gegund is om op zijn oude dag alsnog de verdiende erkenning te krijgen voor zijn vroege werk. Meestal is het toepasselijker om over optredens van oude heropgerichte bands te spreken van een ruïne in plaats van een reünie. Helaas is Big Star geen uitzondering op die regel. Genieten kun je hooguit nog van de niet te ontbreken goede nummers of van de sentimentele waarde van het live zien van een aantal leden van de originele bezetting. Wellicht moet er voor dat doel, behalve een Arrow Classic Rock, ook maar een Classic Alternative festival komen met, naast Big Star, ook acts als Iggy & the Stooges, MC3 en Dinosaur Jr. Voor het echte genieten kun je beter hun oude platen (nog) een keer beluisteren. Big Star & Julia P. Gezien: Tivoli, dinsdag 21 februari 2006