Het was een veeg teken: vijf jaar geleden verklaarde De La Soul-rapper Posdnuous in het tv-programma Lola da Musica: “I’m not some artist saying that I’m here for the love of hiphop. […] I’ve been loving hiphop. I’m not hating it, but I’ma love it to make money too”, waarna bij ondergetekende de nekharen overeind gingen staan. De hiphopgeschiedenis is vergeven van acts uit de jaren ’80 die het eind 20e / begin 21e eeuw nog eens probeerden op naamsbekendheid: Run DMC, EPMD, Rakim en andere old school helden leverden allemaal vrij recentelijk nog albums af die aan alle kanten “cash-in!” schreewden.
Gelukkig viel het bij deze drie heren allemaal mee: De La Soul leverde in 1999, 2002 en 2004 albums af die, hoewel niet bepaald revolutionair, zich konden meten met het beste van nieuwe acts die nog wél iets te bewijzen hadden, en die in ieder geval een welkome, positieve afleiding vormden van seksistische, geweldadige 'thug rap' die niet weg te slaan lijkt uit de mainstream. Bovendien toonden ze zich naast getalenteerde mc's, die iets te melden hebben, ook nog geweldige producers (de mensen die de beats programmeren). Producers die niemand anders nodig hebben om mooie albums te maken; een puik staaltje do-it-yourself vakwerk.
Op cd nog steeds relevant dus, maar hoe zit het live? De La mocht zijn kunstje, driekwart jaar na het vorige bezoek, opvoeren voor een bijna uitverkocht Tivoli, en leverde een vrijwel identiek optreden af. Het stramien: DJ Maseo warmt het publiek op door vooral heel vaak “If you love hiphop, put your hands in the air!” te roepen, waarna mc's Pos en Trugoy het publiek trakteren op een spervuur aan hits.
Hun eerste album ‘3 Feet High and Rising’ (1989) – een revolutionair album in een tijd dat veel hiphop al lopende band-werk was geworden – levert de meeste meezingers op. Maar uit elk tijdstip in hun carrière weten de drie heren wel mooie hoogtepunten op te dissen, tot aan een flink aantal albumtracks van het uitstekende laatste album ‘The Grind Date’ (2004) toe.
Tussendoor houden ze zich bezig met cliché publieksparticipatie als het verdelen van het publiek in twee helften om te zien wie het luidste is, en call-and-response spelletjes in de trant van “if I say ‘hip’, you say ‘hop’!”. Tegen het einde van het optreden begint Trugoy aan een verhandeling over het belang van respect voor vrouwen en een aanklacht tegen seksisme in de hedendaagse hiphop, en nodigt vervolgens 25 vrouwen uit om op het podium te komen dansen, waarna de heren de tracks ‘Baby Phat’ en ‘Shopping Bags’ (over vrouwen die het geld van hun mannen opmaken) ten gehore brengen. Precies zoals driekwart jaar geleden.
Hoewel dit vrij negatief klinkt, moet gezegd worden dat het publiek zich overwegend uitstekend vermaakt: de sfeer is vrolijk, geen greintje agressie te bekennen, en hoewel zowel de raps als de muziek vrij slecht te horen zijn, zijn de nummers bekend genoeg om uit te nodigen tot meezingen. Het probleem is alleen dat het alles wat ze doen wel erg routineus is: de publieksparticipatie, het opwarmen, de manier van rappen. Het doet onwillekeurig erg denken aan een hiphop-equivalent van De Dijk: eens per jaar komen ze langs om het hapklare brokje af te leveren, het publiek doet enthousiast wat er verwacht wordt, en iedereen is weer tevreden. Maar een spectaculaire avond levert het niet op.
De La Soul
Gezien: Tivoli, woensdag 14 september 2005
De La Soul pakt Tivoli routineus in
Hiphoppers doen precies dezelfde show als negen maanden terug
Driekwart jaar na hun vorige optreden aan de Oudegracht, concerteerde De La Soul op haast identieke wijze in Tivoli. Het Amerikaanse trio specialiseert nog altijd in de positieve hiphop, die we sinds hun baanbrekende debuut ‘3 Feet High and Rising’ in 1989 maar al te goed kennen. Live anno 2005: weinig op aan te merken, doch ook weinig opzienbarend.