Punky Art Brut grossiert in kolder

Pretentieloze Britse ironie koppelt postmodern 'Groot Verhaal' aan echte Do It Yourself-houding

Tekst: Sven Schlijper / Fotografie: Esther Lutgendorff, ,

Art Brut – een vijfkoppige groep met in frontman Eddie Argos het absolute boegbeeld – is met recht letterlijk een artpunk-band te noemen. Analoog aan de naamgevende kunststroming laat Art Brut elke pretentie varen. Resultaat: een humorvolle show die niet streeft naar culturele of esthetische verfijningen en tegelijk heerlijk (zelf-) relativerend werkt.

Pretentieloze Britse ironie koppelt postmodern 'Groot Verhaal' aan echte Do It Yourself-houding

De NME heeft elke week een paar hypebandjes nodig. Art Brut is lichtelijk aan die radar ontsnapt. De band heeft in eigen land immers minder succes dan op het vasteland van Europa. Het Zuid-Londense vijftal speelde eerder op Haldern Pop een gloedvolle show terwijl het goot van de regen, en op Lowlands werd in de stralende zon het Charlie-podium overwonnen. Inmiddels is de band bezig aan een lange rij clubshows die vanavond halt houdt in EKKO. Met geinige tussendoortjes, het beklimmen van de bar achter in de zaal (een nummer later gevolgd door excuses) en een hilarisch bandvoorstelrondje dat voor de verandering eens niet plichtmatig aanvoelt, heeft de band de amusementswaarde netjes verzorgd. Het meeste vertier komt bij Art Brut van frontman Eddie Argos. Een mafketel die open en eerlijk vertelt over het niet presteren op het moment suprême, terwijl het toch prima werkt met zijn rechterhand ('Rusted Guns of Milan'). Of die, gegrepen door het blauw van Hockney of een Matisse in het Centre Pompidou, moderne kunst rockend bewierookt in 'Modern Art'. Niet vreemd, voor een band die vijf minuten na formatie het nummer en mission statement 'Formed A Band' schreef. De bottom line: het is ontzettend leuk om in een bandje te spelen, dus hebben we een bandje opgericht. En dat kun jij ook! Dat zouden meer mensen moeten doen! Zie de knipoog, voel de ironie, wanneer Argos' priemende vinger door de zaal gaat en hij bezweert: "I'll remember every face in this room and I will be back in a month time and when I meet you on the streets I will ask you if you're in a band and if you're not, I will be very, very disappointed, Art Brut will be very disappointed. Go home, form a band, go home, form a band!!!" Makkelijker gezegd dan gedaan, want hoewel Argos niet kan zingen ("Yes, this is my singing voice") heeft hij wel een band met prima muzikanten achter zich. Vaardig spelen zij door het simpele songmateriaal heen, wars van pretenties. The Sex Pistols, een snufje Franz Ferdinand; samen vrolijk stemmende outsider indiepunk. En daarmee doet Art Brut gewoon lekker waar het zelf zin in heeft. En dat stiekem wel lekker stukken beter dan als we het zelf zouden proberen. Tegelijk ligt onder die façade van gein en prettige indiepunk een 'Groot Verhaal'. Net als de Art Brut kunstenaars van de vorige eeuw, streeft deze band niet verfijning. Art Brut leent, vind, gebruikt, sloopt, provoceert, kietelt en chargeert. Maar onderhuids, onder alle pretentieloze ironie, relativeert Art Brut zichzelf en daarmee de karrenvrachten eendagshypes en bands die zichzelf veel te serieus nemen. Als een tongue-in-cheek Mark E. Smith, balancerend tussen zelfmedelijden en kolderieke hilariteit, ligt daarin de kracht van Eddie Argos. Hij; de verteller van een nieuw, zelfminachtend, ironisch, relativerend, postmodern 'Groot Verhaal', met als feitelijke kern dat iedereen zo'n verteller kan zijn. Jij ook; dus ga naar huis, vorm een band, heb succes en word een hype. Do It Yourself relativering was zelden zo lachwekkend kolderiek en relevant tegelijk. Art Brut Gezien: zaterdag 15 oktober 2005, EKKO