Het Utrechtse Label De Bonte Koe Records presenteerde zich vrijdag in Theater Kikker met een vol programma gevuld met acts uit eigen stal en speciale gasten. Om en om speelden er acts in de grote en kleine zaal. Tijdens het Utrecht Boft! Festival kon het publiek via een personeelssluis pendelen tussen deze zalen. Bij deze Monsteravond was het helaas nodig om een fors aantal trappen te nemen om het rijke aanbod mee te krijgen.
De programmering in de grote zaal richtte zich op de toegankelijkere muziek en publiekstrekkers zoals Spinvis en Het Rosa Ensemble. De kleine zaal bleek uitermate geschikt voor de kleinere en experimentele acts. Iedere bezoeker ontving de Monster 01 compilatie-cd en mocht ook touwtje trekken. Via groene touwtjes kon je groene spulletjes als spinazie, gieters, jurkjes of een opblaaskrokodil winnen.
Dat het label kruisbestuiving hoog in het vaandel heeft staan, was te merken. Een aantal gezichten was veelvuldig te zien. Zo won Jelte Heringa de prijs voor meest actieve muzikant, na optredens met Eggmen, Bart & Aico, Most Unpleasant Men, Spinvis, Rik Rikken en Durk Attaturk.
In de foyer zorgden De Spektakels voor achtergrondmuziek, zonder het experiment te schuwen. Cassettespelers en muziek uit andere zalen dienden als voer voor geluidskunstenaars Alex Peterhans en Floris van Bergeijk. Zij haalden die input door de mangel, resulterend in allerlei geluidscollages en soundscapes.
KLEINE ZAAL
In de intiemere zaal beet In Julia’s Mind-Scene het spits af. En hoe, de lat werd meteen torenhoog gelegd. De meeste postrock-acts zoeken de climax door distortion-pedalen in te trappen. Dit gezelschap benut juist drijvend drumwerk, aanzwellende blazers en een bassist met een geweldige krautrock-motoriek. Ondanks wat zenuwen stond de band als een eenheid, die duidelijk naar voren kwam in de samenzang. Illustratief voor de veelzijdige aanpak was de afwisseling tussen de ingetogen zang van gitarist Mark Versteegen en de rauwere vocalen van drummer Martijn Buser.
Het saxofoonkwartet Esquire legde de lat nog net iets hoger. In een half gevulde zaal zetten twee heren en twee dames binnen 20 minuten het hoogtepunt van het festival neer. Complexe partijen drentelden op alle mogelijke manieren door elkaar heen. Het gecreëerde spanningsveld deed denken aan het album ‘Music 4 18 Musicians’ van Steve Reich. Binnen de korte set was ook ruimte voor een minimalistisch ambient stuk en als slot een mooi staaltje vraag-antwoord dynamiek tussen de saxofonisten. De interactie en concentratie waarmee deze stukken werden gebracht, was overal in de zaal te voelen, resulterend in een muisstil publiek.
Het duo Rara Avis hanteerde de meest experimentele opzet. Percussionist Robbert van Hulzen en blokfluitster Terri Hron delen een duidelijke voorliefde voor middeleeuwse en wereldmuziek. De instrumentbeheersing van beide muzikanten was adembenemend, al neigde het op momenten naar achtergrondmuziek voor een natuurfilm.
Bart van Lisdonk en Aico Lind componeerden voor poppenspeler Rik Rikken muziek met het thema ‘slapen’. Geassisteerd door Jelte Heringa op piano en bugel zorgde de expressiviteit van de poppenspeler voor een lach op de gezichten van het publiek. Het kleinkunstgehalte was iets te hoog, waardoor het allemaal wat gemaakt scheen.
Mooi om de uitbundige Rikken bij Durk Attaturk helemaal uit zijn dak te zien gaan. Het illustere gezelschap rondom (alweer) Jelte Heringa en Floris van Bergeijk. Tijdens Utrecht Boft! kozen ze voor een aanpak met keyboard, orgel en elektronica, nu was het Spinal Tap in het kwadraat. Een snoeiharde, overstuurde gitaar, gierende keyboardloopjes, een ronkende bassiste en Johan Wulterkens als hard meppende drummer. Met de voeten bespeelde keyboards, gitaarposes waar de meest fervente ‘deathmetal’-gitarist nog voor zou terugschrikken en met zijn allen ‘Gortepap’ schreeuwen. Intens, onconventioneel en zelfs na het zien van tig bandjes nog boeiend.
Het Amsterdamse kwartet Brown vs Brown sloot de kleine zaal vol overgave af met naar eigen zeggen ‘multi-faceted nut-funk’. Technische problemen haalden de vaart uit het optreden. Zo laat op de avond was het nogal zwaar om deze complexe muziek te volgen. De band bleef op momenten te lang in dezelfde thema’s hangen, waardoor de aandacht verslapte. Het knappe saxofoonspel greep de aandacht er soms weer bij. Naast Stöma herbergt Nederland dus nog een plezante mathrock-act.
GROTE ZAAL
Vier bands van het kersverse label presenteerden direct een eigen cd. Zo kwam Eggmen met ‘Lemon Curry’, een leuk en divers plaatje vol spitsvondige popliedjes. Live was het nogal vlak en begon de band pas te vlammen naar het einde van de set toe. Uitschieter was ‘Four Wheel Drive’, een nummer van opzwepende klasse.
Tijdens het optreden van Bart & Aico werden fragmenten uit Phileine Zegt Sorry vertoond. Bart van Lisdonk en Aico Lind hebben voor deze speelfilm korte muziekstukken geleverd en die voor dit optreden uitgewerkt tot hele nummers. Met voltallige band brachten ze deze pastiche van aangename liftmuzak en stadionrockers. Hitgevoelig materiaal, ware het niet dat de nummers iets te lang duurden. Leuk, maar niet meer dan dat.
Strak in het pak bracht Most Unpleasant Men zijn melancholische pareltjes. Ronkend schoot de band uit de startblokken. Na het vroege prijsnummer ‘58 Birds’ schakelden de mannen gaandeweg steeds een versnelling terug. Als frontman Joram enkel ondersteund door harmonium zong, keeg hij zelfs het rumoerige publiek zover om even te luisteren. Lastig in een hokje te plaatsen. Hoewel de band evenals het Britse Elbow of Pinback de kunst van ‘het grote gebaar verpakken in kleine liedjes’ tot in de puntjes beheerst.
Met Erik de Jong oftewel Spinvis stond een heuse publiekstrekker op het programma. Een tijd geleden ontstond een samenwerking tussen de singer-sampler, leden uit het Rosa Ensemble en Most Unpleasant Men. Met een thema, doorgegeven door radioluisteraars, schreven ze in extreem korte tijd een handjevol nummers. Als concept prachtig, in de uitvoering kwam het niet helemaal goed uit de verf. Het grootste deel van de nummers kabbelde doelloos voort en was tekstueel ook niet altijd even sterk. ‘Ik wou dat het gister is’ kon zich meten aan het niveau van Spinvis’ andere werk. De rest kwam niet eens in de buurt.
Veel publiek leek na dit optreden de garderobe op te zoeken. De daarvoor gezellig gevulde grote zaal vertoonde nu lege plekken. En dat met een groot deel van de avond nog voor de boeg.
De Bonte Koe brengt ook ‘Selling Hoovers in Mojave’ van het Rosa Ensemble uit. Op dit deels live geregistreerde schijfje wordt naast eigen werk, muziek van Captain Beefheart in een Nederlandstalig jasje gehesen. Hans Dagelet speelt een prominente rol in de uitvoeringen. Als een halfbroer van Tom Waits kreunt, bromt en fluistert hij Don van Vliet’s vertaalde teksten. Soms hanteert hij ook de trompet. Niet alleen is Dagelet minder expressief dan bij eerdere optredens, de band lijkt ook niet helemaal zijn draai te vinden. Het optreden is ook van iets te korte duur om de luisteraar mee te kunnen voeren.
Tussen de eerste vier releases op het label bevindt zich ook ‘MTV’ van Orange. Toetsen hebben een groot aandeel in de muziek. De batterij aan keyboards en sampler viel live niet positief op. Synth-geluiden zoals we die kennen van Jean Michael Jarre en Vangelis en een gitarist die beter tot zijn recht zou komen bij de ‘Black Rebel Motorcycle Club’. Dit valt in theorie samen te voegen, live slaagt het kwartet er vooralsnog niet in. Met veel pathos pogen ze een boodschap te brengen, maar slagen daarbij vooral in gefröbel in de ruimte.
SallySkunk liet een energieke en rauwe set horen. De band bleek gegroeid en is vooral een stuk dynamischer geworden. De rustige nummers meanderden net iets te lang door. Bij de aan ‘…And You Will Know Us By The Trail of Dead’ verwante passages nam drummer Yeroen Bartels de rest van de band op sleeptouw. Vol vuur en de nodige rock’n’roll-arrogantie onderscheidde de band zich van legio voorzichtige Nederlandse bandjes.
Wegens het sterk uitgedunde publiek mocht Geigercounting zijn ding doen in de foyer. De welbekende bliepjes en beats komen in een gevulde zaal met passende lichtshow echter stukken beter tot hun recht. Nu stond Maurits de Lange er enigszins voor spek en bonen bij voor een handjevol dansende mensen en veel halve luisteraars. Jammer dat de avond zo de verdiende climax moest ontberen.
Het programma kende geen duidelijk stijgende lijn qua kwaliteit. Het waren achteraf de minder bekende namen die de grootste indruk achterlieten, waarbij Spinvis als grote naam teleurstelde. Helaas verliet een deel van het publiek het theater al vroeg, terwijl er nog een hele rits bands te zien waren. De Bonte Koe Records gaat in de toekomst meer Monster avonden organiseren. Misschien is het een idee om volgende keer iets minder bands te programmeren, en die artiestensluis weer te openen. Traplopen is leuk, maar tweeëndertig keer op en neer lopen is wellicht iets te veel van het goede.
De Bonte Koe Records presenteert Monster Avond 01
Gezien: Theater Kikker, vrijdag 6 mei 2005
De Bonte Koe Records presenteert breed muziekpalet
Eerste Monster Avond blijkt inderdaad bijzonder bonte happening
Op zijn eerste Monster Avond serveert het label De Bonte Koe vooral heel veel bands, met kruisbestuiving alom en zeker ook ruimte voor het experiment. In Julia’s Mind-Scene, Esquire en Durk Attaturk waren de hoogtepunten van dit eclectische festival in Theater Kikker. Spinvis viel als grote publiekstrekker door de mand en kan zich wellicht beter eerst richten op zijn Lotus Europa tour.