Tourverslag: Met Lushus door de DDR (slot)

Uitzinnigheid troef in kleine Berlijnse kraakkelder

Peter Bijl, ,

Er zijn bands die met genoegen telkens hetzelfde rondje langs de provincie afleggen. Er zijn echter óók bands wiens focus geheel ergens anders ligt. Het opmerkelijke Biltse trio Lushus bijvoorbeeld, dat afgelopen maand voor de derde keer een uitgebreide Duitse tour maakte. 3VOOR12/Utrecht reisde mee, en doet verslag. Vandaag het laatste deel: Koma F, een zompige kraakkelder in Berlijn.

Uitzinnigheid troef in kleine Berlijnse kraakkelder

Uitslapen. Zelfs op een tournee kun je er af en toe niet aan ontsnappen. En zo gaat het vandaag ook. Vandaag is dan ook een typische zondag, waarin ontbijten tot de voornaamste prioriteiten van de dag behoort. Net zoals een kleine wandeltocht door Friedrichshain, de Oost-Berlijnse buurt waar we logeren. Terwijl chauffeur Laurens met zijn Nederlandse bezoek nog even in vogelvlucht het toeristische deel van de stad doorcrosst, kiest Lushus ervoor om de zondag in alle rust door te brengen. 'Ik heb zin in een kopje koffie', roept bassiste Merel wanneer we over Boxhagener Platz lopen. En dat treft: de Feuermelder, een van de leukste rock'n 'rollkroegen van dit stukje stad, zit toevallig aan de overkant. Eenmaal daar neergevleid, is het vooral ontspanning dat de klok slaat. En wordt de tijd al gauw gevuld met leuke gesprekken en potjes tafelvoetbal. Maar het is een andere uitvinding die het gemoed pas goed doet verbeteren: in het flyerrekje bij de wc is namelijk een keurig stapeltje flyers te vinden voor de show van vanavond. 'Lushus (Utrecht, NL). 'Powerful, rhythmical, poetical, intimacy, prog-punk, Roise-nock, Panarcho-unk' staat er in mooie letters op. Een goed voorteken voor vanavond? Het lijkt erop. Na een paar Latte Marciatto's lopen we het café uit; op weg naar de East Side Gallery, het langste nog overeind staande stukje Muur. We nemen nog een kort kijkje, alvorens de tram terug te pakken naar de Kirche von Unten. De spullen moeten immers nog opgehaald worden. Bovendien heeft Merel intussen zódanig last van haar knie gekregen, dat ze amper in staat is meer dan een paar minuten te lopen. Bij de Kirche von Unten nemen we afscheid van Laurens' vriendinnen, die voor één dag naar Berlijn waren gekomen, en van grootste fan Pieter, die, tot zijn grote spijt, morgen weer naar college moet. We zetten de tocht in naar Berlin-Kreuzberg, de wijk waar vanavond ook de show zal plaatsvinden. En waar Ralph, de boeker van de show vanavond, tevens voor een mooie verblijfplaats heeft gezorgd: een voormalig kraakpand in een achterhofje, vijf hoog. Met een onleesbare naam en een niet werkend telefoonnummer. En zonder deurbel uiteraard: het blijft immers een huis van 'Autonomen'. Maar na enig geroep naar boven, komt er vanaf de vijfde een emmer naar beneden gezakt, met daarin ook de sleutel. Terwijl we het lachend trappenhuis betreden, stuiten we op een nieuwe poster voor de show van vanavond. Een goed voorteken voor vanavond? Je zou het welhaast gaan beweren... Na een warm welkom en een overheerlijke avondmaal gaat de koers, inclusief Ralph en zijn hond, naar de plek waar het allemaal moet gaan gebeuren: cultuurcentrum Köpi, een paar straten verderop. Een roemrucht (ex-)kraakpand op de grens van Kreuzberg (West) en Friedrichshain (Oost), op een steenworp afstand van waar niet zo gek lang geleden nog de Muur liep. Het is ook die ligging die het pand, en de daar levende subcultuur, voor een groot deel hebben vormgegeven. 'Die Grenze verläuft nicht zwischen den Völkern, sondern zwischen Oben und Unten', staat met grote letetrs op de zijwand geschilderd. Een typerende slogan, waarvan nu, in het donker, helaas echter weinig te zien is. De Köpi is namelijk bedekt met een complete laag sneeuw. Bij het uitladen van de bus dwarrelen de vlokken naar beneden. Ook in de Köpi is Lushus geen onbekende: zo speelde de band ooit al eens op een festival in de grote zaal. Alwaar ze, temidden van een hele trits betonpunkbands, een, welhaast weggejauwde, vreemde eend vormde. Niets van dat alles vanavond: de band speelt namelijk in het aangrenzende keldertje: de Koma F. Die meteen met betreden al een wereld van verschil vormt met de stukken grotere KvU-kelder van gisteravond. Koma F is -behalve steenkoud- klein, knus en intiem. Een goed voorteken voor de show van vanavond? Reken maar! En die voortekenen bedriegen inderdaad niet. Het mag dan zondagavond elf uur zijn, in een stad waar de straten bijna onbegaanbaar zijn geworden door alle sneeuw, in de Koma-kelder is het warm en druk. En heerst er bovenal een fantastisch sfeertje. Wanneer Lushus op het podium verschijnt, lijkt het hek van de dam: de aanwezigen houden tussen de nummers door amper op met joelen, en gebruiken die nummers zelf om nog eens stevig heen en weer te springen. Het is duidelijk: het is féést in dit keldertje. Herinneringen aan Neuruppin vrijdag komen zelfs weer boven. En die feeststemming slaat absoluut over op de band. Betoonde het publiek in de Kirche von Unten nog een Hollands aandoende stugheid, in dit knusse keldertje komt Lushus uitermate tot z'n recht. De band staat op scherp. En gáát ervoor. En het publiek? Dat is dolenthousiast, danst de benen uit zn lijf. Iets wat meteen weer lijkt aan te geven hoe settingsafhankelijk het Lushus-geluid eigenlijk is. Ergens hóórt de muziek van Lushus namelijk thuis in dit soort zompige kelders. Waar de spelonken door vette dubbele bassen, de gepaste breaks van drummer Jorg en de 'riot grrl'-achtige uithalen van frontvrouw Sascha tijdens het spelen bijna openbreken. In gladgestreken zalen als De Helling zal deze band nauwelijks overkomen; maar op een plek als deze, heeft Lushus het vermogen je te raken. En dat doet het ook bij het publiek. Het gejuich is uitzinnig, vooral bij prijsnummer 'Sexy Body' en de Duitstalige songs, en na afloop blijken de cd'tjes nauwelijks aan te slepen. Een Israëlische jongen koopt er zelfs meteen drie, en zal afloop nog urenlang blijven filosoferen met Sascha. De koper blijkt een van de oprichters te zijn van het kelderhol in de Rigaer Strasse, waar de band gisteren de nacht besloot. Tot zijn verbazing ziet Jorg zelfs dat de man die gisternacht in datzélfde hol zijn bier jatte, verlegen zit verscholen in een hoekje. Ja, zo blijkt, zelfs een wereldstad als Berlijn kan af en toe behoorlijk klein zijn... Een gedachte die, samen met de aftershow-vibe en de sneeuw, de perfecte afsluiting vormt van een schitterende avond. Een avond ook die nog maar eens duidelijk maakt wáárom Lushus toch zo graag langs dit soort Duitse keldertjes toert. En hoe goed het publiek er vooral in meegaat. 'Je merkt het gewoon', zegt Sascha, ergens onderweg naar de logeerkamer. 'Het Duitse publiek luístert stukken beter, staat veel meer open voor experiment.' Avonden als vanavond en Neuruppin vrijdag, lijken van die stelling een overtuigend bewijs. Net als de verhalen die Jorg vertelde over een eerder optreden in zo'n ander klein Duitse gat: Bad Oeynhausen. Waarom, vraag je je af, zou je als bandje überhaupt nog voor een paar onverschillige jongeren in Woerden of De Meern spelen, als in Duitse kraakkaldertjes het dak eraf gaat? En je ook nog eens naar behoren wordt uitbetaald? Het zijn, inderdaad, retorische vragen. Die ook de komende dagen nog eens worden beantwoord. Na een spannend sneeuwballengevecht, een stevige Spaziergang door Kreuzberg en het aanschaffen van een trui van punkersvoetbalclub 'St.Pauli' (Merels vurige wens voor deze tournee) is het de volgende middag de hoogste tijd geworden om de bus weer in te klauteren. Op weg naar het volgende spannende keldertje: in Jena. En ook die wordt - naar verluidt - behoorlijk platgespeeld. Net als Katy's Garage in Dresden, en, op weg naar huis, de Wageni in Bochum. Uw reporter maakt het allemaal niet meer mee; hij blijft nog een weekje hangen in zijn lievelingsstad, en hoort Lushus' Rock-und-Roll-Geschichten pas terug bij thuiskomst. Enthousiaste verhalen over het lekkerste ontbijt ooit (in Jena ), over de collectieve duik in het bubbelbad (in Dresden), maar vooral over het o-ver-al uitzinnige publiek. 'Ik moest er zó aan wennen om weer thuis te zijn', vertelt Sascha, wanneer ik haar eenmaal thuis weer tegenkom. 'Het was één grote roes. Maar zó geweldig.' Ik kijk haar aan, en zeg maar niets meer. Beseffend waar al die verhalen toch vandaan komen.