The Dead Brothers: theatrale Zwitsers met een broertje dood aan conventies

Bijzondere band grossiert in originele en muzikale vondsten

Machiel Coehorst, ,

Wederom wegens succes geprolongeerd. The Dead Brothers weten het Utrechtse inmiddels moeiteloos te vinden. De Zwitserse doodgravers maken de verwachting volledig waar en spelen net als vorig jaar dB’s volledig plat met hun geweldige mix van theater, polka, hoempapa, country en wereldmuziek.

Bijzondere band grossiert in originele en muzikale vondsten

Er zijn van die dagen dat je het voorprogramma liever als hoofdact had gezien en vice versa. Een andere keer kun je niet wachten tot het voorprogramma afgelopen is. Gisteren in dB's was absoluut sprake van het laatste. Om te beginnen de supportact: dat het ook eens een keer mis kan gaan met een m/v duo, bewijst het Amerikaanse Red River Stumblers: een studentikoze en fors bebrilde leptosoom op gitaar met voor zijn neus de teksten van zijn liedjes. Hij wordt bijgestaan door een hoogblonde, Scandinavisch ogende schicht met een steelgitaar op haar schoot. Je kunt het charmant noemen: de lullige voordracht en de schaamteloos vals gezongen country- en bluesliedjes. Je kunt je ook afvragen wat je tegenwoordig nog moet kunnen om op het podium te belanden. Enfin, het duurt niet zo heel erg lang en de volhouders worden ruim beloond met het aansluitende optreden. The Dead Brothers dus. Frontman Alain Croubalian, alias Dead Alain, heeft eerder op de avond al luid en duidelijk zijn aanwezigheid laten blijken door met een megafoon het bargedeelte van dB's onveilig te maken. Een openbaring was het voor mij; de eerste keer dat ik de Zwitserse band twee jaar geleden zag in het immer sfeervolle Moira. Volledig in het zwart gekleed, rijzige hoeden en een dodelijk spottende blik in de ogen. Als een vijftal kraaien dat de wacht houdt bij een begrafenis. Om vervolgens met satanisch genoegen in te zetten voor een uitgelaten versie van 'St. James Infirmary'. Banjo, tuba, schuiftrompet, accordeon en een charismatische voorman met priemende oogopslag, meer is er niet nodig om een zaal een uurtje of twee op zijn kop te zetten. Met muziek die het midden houdt tussen ketelblues, polka, hoempapa en country. Met teksten in het Engels, Duits, Frans en Spaans. Het is iets drukker dan bij de eerdere optredens in Moira en dB's. Eigenaardig blijft het wel dat niet meer mensen warmlopen voor de originaliteit, de muzikaliteit en de performance van The Dead Brothers. Het publiek dat er wel is wordt zoals verwacht onthaald op een weergaloos muziek- en theaterspektakel. Bandleider en zanger Croubalian beschikt over een rijk repertoire aan fratsen en mimiek om een zaal aan te trekken en af te stoten. "Do you think you're safe out there because it's dark?" dreigt hij sarcastisch. Prompt loopt hij naar een al te luidruchtige bezoeker om hem tot stilte te manen. Het ontbreekt er nog maar aan dat hij dreigt met zijn (klappertjes)pistool. Het is wederom een hilarisch stukje theater, dat de Engelen des Doods uitvoeren. Met als klapstuk de act met het pistool, dat al een poosje bizar bivakkeerde tussen de te verkopen cd's en lp's. In deze scène strompelt Dead Alain, door zijn megafoon 'I've always known' zingend, de zaal in. Een moment later wordt hij door een medebandlid die het gescharrel en geschooi van de zanger in het publiek beu is, 'omgelegd'. Dead Alain krabbelt overeind en - op de tast, regelmatig struikelend, grabbelend en graaiend langs gezichten en andere lichaamsdelen van bezoekers - tracht hij de weg terug te vinden naar het podium. Als je dit tafereel voor de derde keer ziet is het verrassende er een beetje vanaf, maar vermakelijk blijft het wel. Behalve kundig uitvoerders van het betere straattheater zijn The Dead Brothers natuurlijk en vooral een geweldige band. Het rammelt, kraakt en piept zoals Tom Waits in zijn beste dagen. De band speelt veel nummers van de eerste twee cd's, maar ook materiaal van hun laatste werkje, een soundtrack voor een tattoofilm. Er zijn de eigenzinnige covers van Hank Williams ('Ramblin man'), Chuck Berry ('Thirty days') compleet met op- en neergaande wenkbrauwen, The Cramps ('Human fly') en Consuelo Velasquez ('Besame mucho'). Ook de Django Reinhardt-achtige uitvoering van 'St James Infirmary' ontbreekt niet. Een van de prijsnummers, 'Things to hide' van Townes van Zandt, krijgt een mooi ingetogen voordracht met accordeon, banjo, tuba en schuiftrompet. Wat opvalt is dat de zang een stuk beter klinkt dan bij eerdere concerten. Tevens onderdeel van het galgenmaal: het dreigende 'Der Tod von Basel' en publieksfavoriet Dead Brothers Stomp. Band en zaal krijgen er geen genoeg van. Nog een laatste horlepiep van de Ramblin' man en dan is het echt afgelopen. The Dead Brothers, hopelijk over niet al te lange tijd opnieuw te bewonderen in Utrecht. The Dead Brothers Gezien: dB's, woensdag 23 maart 2005