Spelen met ritme bij The Redneck Manifesto te veel een trucje

Voorprogramma Mono blijft wel hangen

Bart van den Berg, ,

Een avondje 'experimentele jazzy rock' beloofde de aankondiging. Weinig jazz te bekennen bij Mono en The Redneck Manifesto. Of het moet gelegen hebben in het ritmische spel waar beide indie/postrock-bands zich in bekwamen. Twee bands die hun nieuwe impuls aan het genre toevoegen. De poging van Mono slaagt daarin beter.

Voorprogramma Mono blijft wel hangen

“Dank je wel Mono, dat jullie niet de zoveelste Mogwai rip-off zijn die in ons voorprogramma staat”. Zo complimenteerde bassist Richie Egan van The Redneck Manifesto de Rotterdamse band halverwege hun set. En hij had gelijk. Beide bands gaven gisteren een nieuwe impuls aan het wat uitgemolken postrockgenre waar ze gemakshalve onder worden geplaatst. Een avondje ‘experimentele jazzy rock’, zo stond in de aankondiging. Nou, weinig jazz te bekennen. Maar waarschijnlijk doelt EKKO op de manier waarop beide bands spelen met het ritme. De gitarist tokkelt zijn snaar een kwart tel later dan de drummer zijn stok op het vel laat neerdalen. Zo ontstaan de ‘blue notes’ die ook de heupen los maken. Erg fijn en spannend. En weer eens een andere lichaamsbeweging voor de rockliefhebber die normaal alleen met het hoofd knikt. Naast deze ritmische basisingrediënten doet voorprogramma Mono aan emo-rock dat het midden houdt tussen At the Drive in en The Pixies. Een handvol mensen zag een spannende en meeslepende set. Aan het begin nog een beetje ingehouden, maar naar het einde toe vol beleving. Zanger/gitarist Bart Hoevenaars neemt het voortouw. Hoogtepunten 'Song in a Song' en 'Everything is Everywhere' blonken uit door een sterke zangmelodieën. Ze bleven hangen en nestelen zich zo stevig in het hoofd dat ze zich niet meer lieten verdringen door The Redneck Manifesto. Wel is de Ierse band vergeleken met Mono een stuk volwassener. Waar de jonge Rotterdammers nog wel eens dreigen uit te schieten met bombastisch gitaargeweld houdt Manifesto het samenspel klein en subtiel. Aan het begin van de instrumentale set komen vooral nummers van hun laatste album 'I Am Brazil' aan bod. De titel verwijst inderdaad naar Zuid-Amerikaanse invloeden, maar dan met name reggae en salsa. Bassist en blikvanger Egan hipt daarbij aandoenlijk en als een spastische Frodo op het podium rond. De rest heeft vooral oog voor het eigen instrument. In het tweede deel van hun setlist, geschreven op een sinaasappel, komt hun hardcore achtergrond naar voren. Even strak en ingenieus als het eerste deel. Helaas echter ook even eenvormig. Het probleem bij The Redneck Manifesto namelijk dat het teveel vervalt in hetzelfde trucje. Niet vaak hoort men op één avond zoveel variaties op het reggaeritme. Maar waar blijven de herkenbare melodieën, een pakkend thema en de spannende akkoordwisseling? Die ontbreken vrijwel. Waardoor de muziek zich niet onvermijdelijk aan je opdringt, maar juist enige afstand bewaart. Mono liet gisterenavond zien dat het in dat opzicht completer is. The Redneck Manifesto mocht dus met recht dankbaar zijn voor zo’n band in haar voorprogramma. Temidden van al die Mogwai-klonen die ze blijkbaar onderweg zijn tegengekomen, moeten ze dan ook vooral oppassen niet een rip-off van zichzelf te worden. The Redneck Manifesto en Mono Gezien: EKKO, woensdag 16 maart 2005