Leon Giesen praat liefst over kleine dingen

“Ik was eigenlijk vergeten hoe macho en opgefokt die popfestivals zijn”

Atze de Vrieze, ,

Een beetje een vreemde eend was hij wel op het Noorderslagfestival, Leon Giesen. Maar zijn Mondo Leone was met de samensmelting van ontroerende liedjes en verfrissende filmpjes wel een van de hoogtepunten van de avond. 3VOOR12/Utrecht zocht Giesen op in zijn werkruimte in Utrecht, en sprak met hem over de kleine dingen in het leven, basgitaren en die dikke vette pilaar voor het podium. Bekijk ook het filmpje "Het Ei van Leon"

“Ik was eigenlijk vergeten hoe macho en opgefokt die popfestivals zijn”

Hij was een vreemde eend in de Noorderslagbijt, maar wel absoluut een van de hoogtepunten: Leon Giesen speelde in de Marathonzaal een deel van zijn voorstelling Mondo Leone. In een ver verleden was Giesen actief als bassist van Toontje Lager, meer recent maakte hij het album “Holland America Lijn” met Jack Poels. Maar vooral is hij is documentairemaker, onder andere voor de VPRO, VARA en IKON. In de voorstelling Mondo Leone komen Giesens twee talenten op een prachtige manier bij elkaar: Giesen zit alleen op het toneel, links en rechts geflankeerd door schermen waarop zijn begeleidingsband te zien is. Boven hem hangt nog een groot scherm waarop korte filmpjes te zien zijn, die zijn liedjes begeleiden. Kleinkunst mag het van hem absoluut niet heten, cabaret ook niet. Giesen zelf ziet het liever als het samenbrengen van twee dingen waar hij al twintig jaar mee bezig is. Ondanks dat de omstandigheden op Noorderslag bepaald niet ideaal waren – de ruimte was te laag voor het groter scherm, midden voor het podium stond een enorme pilaar, en dan moest Giesen ook nog eens opboksen tegen het geluid van het festival – kwam Giesens onderkoelde, soms grappige, soms tragische optreden uitstekend tot zijn recht. Giesen: “Het was inderdaad een zaal from hell voor ons. Maar ik had weinig verloop in mijn publiek. Ik heb in Rotterdam op het filmfestival ook wel eens in de foyer tegen de bierpomp moeten vechten”. De dinsdag na het festival ga ik bij Giesen langs in zijn werkruimte in Utrecht. Voorin werkt compagnon Marcel Prins, achterin is Giesens terrein. Twee computerschermen in bedrijf, een stevige batterij versterkers, een prachtig schilderij van een gecrashte Formule 1-auto. Uit de hoeken van het kleine vertrek pakt Giesen een paar gitaren en basgitaren en zet ze bij elkaar op de daarvoor bestemde standaards. Een stuk of tien. “Ze zijn allemaal anders”, vertelt Giesen, “Ik wil ze zo divers mogelijk hebben. Kijk, deze heb ik zaterdag gebruikt. En deze hier is me heel dierbaar, daar heb ik nog mee in Toontje Lager gespeeld. Maar dit is de meest bijzondere: een originele Fender Precision uit 1964. De moeder aller basgitaren”. Hij pakt de basgitaar op en plukt wat aan de snaren. “Het stempel op de hals vermeldt de datum 5 januari 1964. Vorig jaar heb ik in Vredenburg zijn veertigste verjaardag gevierd. We speelden toen met leden van het Radio Filharmonisch Orkest, Edo de Waart dirigeerde. Dat was eigenlijk de start van Mondo Leone in deze vorm”. Mondo Leone 1 ging in première op het Festival aan de Werf in 2002. Giesen speelde daarna onder andere op de Parade, op Oerol, en in vele theaters en schouwburgen. “Op de een of andere manier kom ik daarentegen in het buitenland vaak tussen het poppentheater terecht”. “Ik was eigenlijk helemaal vergeten hoe macho en opgefokt die popfestivals zijn. Zo’n Noorderslag, dat is dan de barometer van de popmuziek. Iedereen loopt daar een beetje belangrijk te doen. Ik heb niet heel veel gezien hoor, maar bijvoorbeeld Face Tomorrow: die lui spelen in mijn ogen wel erg met hun lul uit hun broek. En dan is er bij zo’n podium één dame met de sleutels, en die komt dan ook nog eens te laat omdat ze met Ali B heeft staat praten. Nou ja, ik vind dat heel veel van die bandjes gewoon de televisie staan na te doen. Dan denk ik: draait popmuziek dan daarom?” Moet je, om tot die conclusie komen, - ik probeer het voorzichtig te formuleren - een zekere ervaring en levenswijsheid hebben? Giesen lacht: “Haha, ik denk wel dat je een soort eigenwijze knuppel moet zijn, en zelf moet uitzoeken hoe iets zit. Toen ik 18 was, dat was in de jaren tachtig, had elke zichzelf respecterende bassist een knorrend basgeluid. Ik ook, natuurlijk. Maar op een gegeven moment kwam ik erachter dat ik gewoon meer de gezellige rommelaar ben. Je moet gewoon in perspectief zien wat je wel en niet kan. Aan de slag gaan met je beperkingen, en vertellen wat je wil vertellen”. Bij Giesen zijn dat vooral kleine dingen. Zo schreef hij een liedje over het pellen van een ei en over het ontbreken van een goed woord voor het vrouwelijk geslachtsdeel (“ding van mijn lieveling”). De voorstelling bevat ook een aantal filmpjes die alleen door muziek begeleid worden: zo zien we een paar minuten lang een prachtige vrouw die acrobatische toeren uithaalt met een hoepel, en volgen we het zoontje van cameraman Marcel Prins tijdens het afzwemmen. Zonder ook maar enig moment sentimenteel te worden weten de filmpjes te ontroeren, en laat Giesen zijn publiek met een andere blik naar kleine dingen kijken. Het is de blik van de documentairemaker. “Ik wil graag de verwondering terug brengen, de tover. Het is eigenlijk tegenovergesteld aan de tv. Tv maakt alles banaal, een soort totale ontheiliging. Zo maak je dingen goedkoop, ik wil het juist duurder maken, kostbaar. Begrijp me goed, ik ben geen missionaris, ik heb geen enkele wijsheid in pacht. Ik doe het ook niet voor mijn publiek, ik doe het vooral voor mezelf. Maar als ik een mooie herinnering gevangen heb, waarom zou ik die dan niet ook aan de buren laten zien. Het blijft natuurlijk ook niet bij die kleine dingen. Het is een manier om iets over grote dingen te zeggen”. Officieel is Giesen ook nog altijd documentairemaker, maar het liefst speelt hij in de theaters. “Ik hou nog steeds van documentaires maken, maar zo’n uitzending op tv vind ik toch maar niks. Het voelt een beetje alsof je een onverzadigbare bek aan probeert te vullen. Jouw filmpje plopt er ook zo in. Je weet niet wie je publiek is, hoe veel mensen het zien, en als ik speel bestaat het even echt. Mijn plek is op het podium, dat is veel beter dan met een zak chips op de bank naar je eigen programma zitten kijken. Maar het kan ook zijn dat er weer een mooi onderwerp langskomt hoor. En ik moet tenslotte ook de huur betalen. Ik heb ook kinderen. Je kunt moeilijk zeggen: dan gaan we maar in een caravan zitten. Maar voorlopig zitten we nog niet in een caravan”. Bekijk ook het filmpje "Het Ei van Leon" uit de voorstelling Mondo Leone. Klik op de link aan de rechterkant van deze pagina.