Bassholes wekt legende niet tot leven

Blues-punk veteranen pas laat op stoom

Atze de Vrieze, ,

Ze stonden beide aan de wieg van de blues-punk: Zowel Jeffrey Evans als Don Howland maakte deel uit van de legendarische Gibson Bros. Howlands Bassholes bestaan inmiddels ook al weer ruim tien jaar. Genoeg ervaring dus, maar van een goed geöliede rockmachine was in dB's helaas geen sprake.

Blues-punk veteranen pas laat op stoom

Levende legende. De term is onlosmakelijk verbonden met Jeffrey Evans, als ware het een deel van zijn naam. Monsieur Jeffrey Evans is het voluit. Evans wordt geroemd als een van de belangrijkste mannen in de Memphis blues-rock wereld. Die eer heeft hij onder andere te danken aan zijn rol in de legendarische Gibson Bros. Maar al die lovende verhalen waren moeilijk te combineren met de man die afgelopen vrijdag in dB’s het podium opwarmde voor Bassholes. Een man met een lange, grijzende baard. En een gitaar, uiteraard. Rustig babbelend speelde Evans zijn liedjes, deels covers. Geen van allen imponeerden ze echt. Sterker nog, gaandeweg werd het zelfs steeds meer uitzitten. Het bleek een slecht voorteken, want ook hoofdact Bassholes kon de verwachtingen niet waarmaken. Ook die verwachtingen waren hooggespannen, aangezien de groep dicht bij de wieg van de garageblues stond. Zanger/gitarist Don Howland maakte net als Jeffrey Evans deel uit van de Gibson Bros. Na het opbreken van die band maakte hij een doorstart met Bassholes, daarbij geholpen door drummer “Bim” Lamont Thomas. Het duo bestaat inmiddels ruim tien jaar, en onlangs verschenen een nieuw album en een verzamelaar. Verbazingwekkend genoeg laat het duo het vooral in de persoon van Don Howland liggen. Met de ferme slagen van drummer Bim Thomas is heel weinig mis, maar juist veteraan Howland kan zijn faam niet waarmaken. Muzikanten van enige reputatie kunnen altijd rekenen op extra krediet, maar de onthutsend zwakke zang van de frontman, en zijn ook niet indrukwekkende gitaarspel zijn werkelijk beneden elke verwachting. Het genre vraagt niet om originaliteit en technisch vernuft, wel om energie en overtuiging. Het grootste deel van de set miste dat volkomen. Bassholes heeft de reputatie het publiek weg te blazen met een dodelijk mengsel van rauwe blues en rock and roll, maar van podiumgeweld is niet echt sprake. De hulp van Jeffrey Evans, aan het eind van de set, komt dan ook goed van pas. Met hem erbij gaat het tempo omhoog en wordt een broodnodig tandje bij geschakeld. Muzikaal blijft het echter matig: tijdens het eerste nummer speelt Howland het hele nummer lang zelfs zo ontzettend vals dat het welhaast de bedoeling móét zijn geweest. Maar de krachten die nu vrijkomen zijn wel genoeg om de volhouders in het publiek alsnog te overtuigen. Vooral de laatste vier, vijf nummers lieten de kracht Bassholes toch nog zien: meer punk dan blues, meer kracht dan souplesse, met net dat ene kleine beetje vuig venijn. Uw recensent is op dat moment echter al afgehaakt, met hem een deel van het publiek. Bassholes heeft zijn sporen wel verdiend, maar hoe hard de mannen ook hun best doen, de mythe rond de band wordt met het optreden in dB’s helaas niet bevestigd. Bassholes en Monsieur Jeffrey Evans Gezien: dB’s, vrijdag 4 februari 2005