Silence is Sexy kon Grote Prijs moeilijk ontgaan

Nieuwe opzet zorgt voor hoger niveau en lastige dilemma’s

Tekst: Jeroen van Rooij / Fotografie: Tim van Veen, ,

Afgelopen donderdag vond in Paradiso de finale van de Grolsch Grote Prijs van Nederland plaats in de categorie pop/rock. Het Utrechts/Nijmeegse Silence is Sexy, een van de drie bands in de finale die actief zijn in het jachtgebied van 3VOOR12/Utrecht, ging er vandoor met de eerste prijs. In een goed bezette finale is dat een hele prestatie. Maar wat is die eerste prijs echt waard?

Nieuwe opzet zorgt voor hoger niveau en lastige dilemma’s

Het blijft een vreemd verschijnsel: muziek als jurysport. De organisatie van de vernieuwde Grote Prijs (met prominente sponsor) heeft haar best gedaan om de opzet van de prijs zo te vernieuwen dat het niveau omhoog zou gaan en de competitie spannender te maken. Daarin lijkt men na een van de drie finales in geslaagd. Misschien wel iets te goed zelfs: er leek bijna een gevoel van spijt te heersen dat er aan het eind van de avond een winnaar aangewezen diende te worden. Het Utrechtse We vs. Death mocht de avond openen en zette meteen een mooie set neer. Wel viel ook al snel op dat de band niet zo heel erg op zijn plaats leek te zijn in de Grote Prijs-setting. Het publiek leek in elk geval nog niet echt klaar voor de sfeervolle stukken postrock die het voor de kiezen kreeg. Ook de gebruikelijke praatjes van trompettist Paul tussen de nummers door verrieden enig scepticisme ten aanzien van het verschijnsel Grote Prijs. De sponsor werd zo vaak genoemd dat het belachelijk werd en ook de hoog geprezen vriendelijkheid van de Paradiso-medewerkers is meestal ver te zoeken. De drie andere bands leken veel meer onder de indruk van het feit dat ze juist in deze zaal mochten spelen. Maar, zo dient gezegd, zij stonden er dan ook voor de eerste keer. Op deze manier werd het halen van de publieksprijs voor We vs. Death een onmogelijke opgave, en ook voor de juryprijs leken de Utrechters bij voorbaat kansloos wegens 'moeilijke muziek'. Er werd zelfs hardop getwijfeld of het wel een goed idee was van de band om mee te doen. Terecht waarschijnlijk, want om aan een wedstrijd mee te doen waarvoor je bij voorbaat kansloos bent - zelfs al heb je misschien wel meer in je mars dan alledrie de andere bands - is ook wel een beetje vreemd. De volgende act, Silence is Sexy, leek in tegenstelling tot We vs. Death, al bij voorbaat gewonnen te hebben. Uit de voorrondes waren extra punten meegenomen naar de finale. Vraag me niet naar hoe dit rekenkundig in elkaar zit, maar het scheen er op neer te komen de andere bands weinig kans meer maakten om boven de score van Silence is Sexy uit te komen. Ook zonder dit voordeel was het wel duidelijk dat de britpoppende nu-wavers echt zo'n band vormen die precies datgene heeft wat veel Grote Prijs-winnaars hebben: de juiste mix tussen een beetje originaliteit en toegankelijkheid, tussen degelijk en toch wel opwindend. Een beetje te degelijk misschien af en toe. Of gewoon een bandje dat in zijn eigen traditie (denk The Cure of Placebo) het heel aardig doet. Muziek in elk geval waar je moeilijk iets tegen kan hebben, maar waarbij de vraag is wat er nu precies voor ze spreekt. Oxide 9 had net als We vs. Death het een en ander aan obstakels te overwinnen. Als enige dance-act tussen de rockers was het moeilijk om het publiek mee te krijgen. Vooral als je set niet meer dan twintig minuten mag duren is het lastig om de zaal aan het dansen te krijgen. Dat het Utrechts/Bredase gezelschap wel in de finale stond pleit wel voor de openheid die de nieuwe opzet lijkt te bieden, waarbij meer over de grenzen van genres heengekeken wordt. Maar het was wel duidelijk, mede doordat de afwezigheid van de bassist er vooor zorgde dat er wat gaten in de sound vielen, dat Oxide 9 niet tot de kanshebbers behoorde. Left, het Eindhovense gezelschap dat met de publieksprijs aan de haal ging, was stukken kansrijker. Met goede, emo-achtige songs, een zanger met een fijne kraak in zijn stem en een energieke performance was Left in elk geval de band die het live bandjes kijken-gevoel het beste tot uitdrukking bracht. Niet te moeilijk doen, lekker direct en met veel overtuiging spelen, dat is wat Left in de finale en in de gunst van het publiek bracht. Dat de halve zaal uit vrienden en familie leek te bestaan speelde overigens ook wel mee, maar de kwaliteit van het materiaal en de performance leken toch de doorslag te geven. Zodat uiteindelijk de twee bands die niet buiten mededinging meededen de prijzen wonnen. Waarmee ook meteen de sterke en de zwakke kanten van de nieuwe opzet getoond werden. Het niveau was in ieder geval hoger dan in voorgaande jaren, wat jammer was voor de winnaar van 2004, Lemonseven. Hun optreden tijdens het juryberaad liet dat pijnlijk duidelijk zien. Ander voordeel is dat de verscheidenheid behoorlijk groot was. Maar het echte muzikale avontuur lijkt in bandwedstrijden nog steeds niet beloond te worden. Gezien: Finale Grolsch Grote Prijs van Nederland. Met We vs. Death, Silence is Sexy, Oxide 9 en Left. Paradiso, 23 december 2005.