“Bettie Serveert. De naam alleen al doet mijn hart vervullen van melancholie. Van geluk, van jeugdsentiment. Ja, zo beken ik met de volste overtuiging, ik was fan. Jarenlang. Tientallen optredens heb ik in al die jaren van ze gezien. Het halve land reisde ik voor ze af. In tijden dat ik als onzeker pubertje ronddoolde in de straten van hersftig Vlaardingen, hoofd en hart gevuld door wéér een onbeantwoorde liefde, was daar altijd die ene soulmate die me nooit in de steek liet. En die altijd garant stond voor de troostende soundtrack. Inderdaad: Bettie Serveert.”
Zo begon ondergetekende vorig jaar rond deze tijd zijn verslag van het Bettie Serveert-concert in De Helling. Een optreden dat wellicht door lang niet iedereen even gesmaakt werd (zo kwamen er maar drie nummers uit de oude dagen voorbij), maar dat duidelijk liet merken dat Bettie Serveert zichzelf hervonden had. Toetsenist Martijn Blankesteijn vormde een welcome aanvulling, en de onderlinge grapjes tussendoor vormden een ware verademing in vergelijking met de Bettie uit vroeger tijden, waarbij zangeres Carol van Dyk zich ook op het plankier liefst hulde in nevelen van schuchterheid.
Een jaar later staat de band weer als vanouds in Tivoli, waar ze in de jaren negentig met vele uitverkochte shows al triomfen vierde. Vol is eind 2005 het wederom, de setting is er nu alleen een van stoeltjes. In de aanloop naar een binnenkort te verschijnen semi-akoestische cd toert de band namelijk door het land in theatersetting, onder de welluidende noemer ‘Bettie Serveert- Stripped Bare Naked By Her Bacelors’.
‘Vanavond gaan we niet beuken,’ vertelt gitarist Peter Visser al in de beginfase van de show. ‘De Marshalls blijven vanavond keurig op 1, in plaats van op 10’, vult Carol hem aan. Een even moedige als logische stap, voor een band die zichzelf de laatste jaren naar eigen zeggen opnieuw heeft uitgevonden. Dat semi-akoestische optredens als deze die ontwikkeling alleen nog maar versterken, is daarbij een gedachte om te koesteren.
In het begin van de show is het namelijk een verademing de band op deze manier aan het werk te zien. Met een breekbaar zingende Carol, die zich nu eens niet kan verschuilen achter de door haar en Peter Visser doorgaans zo gretig opgetrokken gitaarmuren. Met bandleden, die heel subtiel staan te musiceren. En van wie met name Peter Visser de laatste jaren weinig zo ingehouden spelend op een podium zal hebben gestaan.
Wat is het bovendien een genot om enkele pareltjes uit het Bettie-oeuvre voorbij te horen komen; nummers die tijdens reguliere shows al jarenlang niet meer aan bod komen, maar speciaal voor deze toer in een nieuw jasje zijn gegoten. Wat is het zalig om ‘Co-Coward’ van ‘Dust Bunnies’ ineens door de zaal te horen schallen, om ‘Ray Ray Rain’ van ‘Lamprey’ mee te murmelen, en het goddelijke ‘All The Other Fish’ uit ’96, dat het nooit tot een regulier album schopte, nog eens live te genieten. De armen voorzien van wat flinke lagen kippenvel. Die ook bij de Velvet Underground-cover ‘Stephanie Says’ weer spontaan opduiken. Want hoe wondermooi is de driestemmige koorzang in de refreintjes wel niet geworden, sinds ex-Metal Molly-drummer Guido Geudens Bettie Serveert is komen versterken?
Ja, denk je op zulke momenten: wat blijft Bettie toch een band om in je hart te sluiten. En als Carol van Dyk vlak voor de pauze (ja, het is net een echte theatershow…) al haar schuchterheid aan de kant zet, om in haar eentje, slechts bijgestaan door een op haar schijnende paarse spot, een adembenemende versie van ‘You’ve Changed’ ten gehore te brengen, ben je helemaal verkocht. Wat een durf, wat een ontwikkeling, wat een klasse.
Het blijkt helaas slechts de ene kant van de medaille. Want hoe wonderlijk de eerste helft van de show ook moge zijn, en hoe prachtig de gedachte dat Bettie zichzelf op deze manier in ieder geval fris weet te houden; na de pauze lukt het de band nauwelijks meer ondergetekende bij de kladden te grijpen. Natuurlijk, de uitgeklede van ‘Brain-Tag’ (zonder het eindeloze gesoleer ditmaal) is prachtig, het met een banjo opgesierde ‘Tom Boy’ een aangename verrassing. En opmerkingen als ‘Dit nummer is tachtig jaar oud, zolang bestaan we al. Onze rolstoelen staan al klaar achter het podium..’, zijn geweldig om te horen, juist uit de mond van Carol van Dyk.
Maar of we er nu de vinger op leggen, of niet: in de tweede helft lijkt de semi-akoestische set van de Betties steeds vaker kabbelende vormen aan te nemen. De liedjes zijn mooi, daar niet van, maar ze glijden langs je heen. Het verlangen begint zelfs boven te komen- in bijna brandende hoedanigheid. Het verlangen naar scherpte! Naar scheurende gitaren! Naar opwinding! Naar een Peter Visser die al solerend over het podium rolt. Een heftig zwetende Carol van Dyk die hem nog net kan ontwijken, in een poging haar hoogste noten alsnog te halen. Het verlangen, kortom, naar datgene waar Bettie al jaren lang zo goed in is: he-le-maal loos gaan. Het verlangen naar rock’n’roll!
Maar helaas, niets daarvan, ook niet in de toegift. ‘Als ik nu een heftig nummertje doe, heb ik straks geen zin meer in die softe shit,’ verontschuldigt Peter Visser zich tussen twee nummers door. Deed hij het maar. Al was het maar voor even. Voor het gevoel.
Bettie Serveert
‘Stripped Bare Naked By Her Bachelors’
Gezien: Donderdag 1 december 2005, Tivoli, Utrecht.
Nog te zien: Zaterdag 17 december, Beauforthuis, Austerlitz
'Gestripte' Bettie: tussen kabbelen en kippenvel
Gitaarrockband hervindt zichzelf in semi-akoestische setting
‘Vanavond gaan we niet beuken,’ vertelt gitarist Peter Visser al in de beginfase van de show. In de aanloop naar een binnenkort te verschijnen semi-akoestische cd toert Bettie Serveert namelijk door het land in theatersetting, onder de welluidende noemer ‘Bettie Serveert- Stripped Bare Naked By Her Bachelors’. Een even moedige als logische stap, die in Tivoli wisselend uitpakt, maar meer dan eens goed is voor kippenvel.