‘We gaan samen met jullie een feestje maken’. Als een Nederlandstalige coverband zo de avond opent, vrees je het ergste voor de komende anderhalf uur. Bij de Amsterdam Klezmer Band kun je er zeker van zijn: dit wórdt een feest. Het is schier onmogelijk om niet opgezweept te worden door de kletterende klezmer- en balkanmuziek van dit zevenkoppig gezelschap, met als ceremoniemeester een rasechte Amsterdammer.
Zoals het uitvoerders van volksmuziek eigenlijk betaamt, leerde de Amsterdam Klezmer Band het vak op straat. Het oorspronkelijke drietal is inmiddels uitgegroeid tot een uitgebalanceerd ensemble dat overal in Nederland volle zalen trekt. Ook buiten de landsgrenzen, o.a in Zwitserland en Turkije, wordt het collectief intussen hooglijk gewaardeerd. Voor degenen die onbekend zijn met het genre: klezmer is Oost-Europese joodse muziek met balkan- en zigeunerinvloeden, aangevuld met jazz en oriëntaalse invloeden.
Het begin van het optreden in een behoorlijk vol EKKO is wat aan de tamme kant. De band speelt zijn deuntjes en het publiek – waaronder enkele kinderen - staat erbij en kijkt ernaar. De stemming wordt wat uitbundiger na de introductie van de Russische zanger/percussionist Alec Kopyt, die aanzet voor zijn uitvoering van de klaaglijke Jiddische klezmertraditional ‘Der mame ist gegangen’. Kopyt is een wat schuchtere, maar innemende man, niet gezegend met een wereldstem. Met zijn authentieke voorkomen en gebaren is hij wel van toegevoegde waarde voor de Oost-Europese sfeer die de band poogt op te roepen.
De Amsterdam Klezmer Band bestaat verder uit zes (merendeels) geschoolde muzikanten, die vanavond volop de ruimte krijgen hun kunstjes te etaleren: de solopartijen van de trompettist, accordeonist, (alt-)saxofonist, trombonist en klarinettist worden allengs meer virtuoos, de ritmes opzwepender. Bij dit soort muziek is het de kunst om niet te vervallen in een soort van obligate bruiloftenbagger waarin vals sentiment de boventoon voert. De band omzeilt die valkuil met vakkundigheid en het aanstekelijke enthousiasme van de instrumentalisten, het ‘uitrekken van het genre’ en de droogkomische presentatie van voorman Job Chajes.
Muzikaal doet het zevental regelmatig denken aan de uitbundige lyriek van Goran Bregovic’ feestmuziek, die zo vaak als soundtrack fungeert bij de films van Emir Kusturica. Je ziet de bezopen bruiloften, compleet met manische dans en pistoolgekletter, zo voor je. De band heeft ook een meer ingetogen kant. Een van introverte dramatiek met droefgeestige klarinet- en accordeonsolo’s, zo vol van weemoed dat het je met enige drankjes achter de kiezen zwaar te moede kan worden.
Jammer is het dat de presentatie van saxofonist/zanger Job Chajes soms wat ongeïnspireerd overkomt, maar zijn kolderieke Amsterdams/Jiddische rap ‘A chaddid in Amsterdam’, - rijkelijk gevuld met Nederlandse woorden van joodse komaf - doet het ook vanavond weer erg goed bij het publiek. Tegen het eind mag Alec Kopyt nog eenmaal aan de bak in het zwierig deinende ‘Son’ (Russisch voor ‘droom’) van de gelijknamige laatste cd, stemmig ingeleid door Jasper de Beer op contrabas.
Ook met de Russische polka met accordeon, contrabas en zang en volop tempowisselingen weet de zaal wel raad. Het aanvankelijk nog zo afwachtende publiek is ondertussen verworden tot een kolkende, woest dansende en handklappende menigte. In de ruime toegift komt nogmaals het aanstekelijke ‘Limonchiki’ (Russisch voor ‘1 miljoen aan maffiageld’) voorbij en dan is het feestje zo’n beetje over. Het was fijn dromen in EKKO, buiten wacht de stromende regen.
Amsterdam Klezmer Band
Gezien: EKKO, vrijdag 8 april 2005
Zwierige Amsterdam Klezmer Band zet EKKO op stelten
Opzwepende Balkanmuziek afgewisseld met ingetogen weemoed
Een optreden van de Amsterdam Klezmer Band staat doorgaans garant voor een avond van opzwepende feestmuziek naast momenten van ingetogen droefgeestigheid. Vrijdagavond in een goedgevuld EKKO was het niet anders. Eenmaal begeesterd door de zigeunerswung is er geen ontkomen meer aan en kun je niet anders dan je laten meevoeren door de Balkanblues.