Dagboek Jelle Kuiper, Deel 1: Bisbee

Utrechtse geluidstechnicus rapporteert uit woestijn van Arizona

Jelle Kuiper, ,

Jelle Kuiper zit op uitnodiging van Calexico in Tucson, Arizona. De Utrechter is de vaste geluidstechnicus van de Amerikaanse woestijnrockers en heeft naast de opnames voor hun nieuwe plaat zeeën van tijd over. Tijd voor een eigenzinnig dagboek dus. In deel 1 vertelt hij over het mijnwerkersstadje Bisbee.

Utrechtse geluidstechnicus rapporteert uit woestijn van Arizona

Wat doe ik hier? Hier in Tucson, woestijnstad in het zuiden van Arizona? Calexico, de band waarvoor ik nu zeven jaar live geluid doe, is hier begonnen met het opnemen van hun nieuwe plaat. Niet echt iets waar ik me normaal mee bezig houd. Studiowerk vind ik meestal saai en bovendien heb ik daarmee te weinig ervaring. Calexico is eigenlijk een tweemans formatie. Live maken Joey Burns en John Convertino meestal gebruik van vier andere muzikanten en een geluidstechnicus en nu hebben ze besloten dat wij (de andere vijf) mee mogen helpen met het opnemen van hun nieuwe plaat. Wat doe je dan? Je gaat naar Bisbee, een oud mijnwerkersstadje in het zuiden met een populatie bestaande uit hardcore rednecks en hippies (niet zo hardcore). De rednecks dragen pistolen (openlijk, dan mag het) en jagen op arme Mexicanen die door het illegaal overschrijden van de grens hopen op een beter leven. En de hippies leven van de zon en het zand en toch leven ze samen, in harmonie zelfs. Bisbee is cool. We trekken in op de derde verdieping van een restaurant genaamd Roca, waar volgens iemand uit Tucson het beste eten in Arizona wordt geserveerd. Het is goed hoewel ik wat eten betreft in Amerika altijd iets heb van ‘in het land der blinden...’. De band rockt. Even helemaal geen Calexico, geen mariachi gedoe, geen desert rock. John en Joey hebben besloten om dit keer een producer te gebruiken: J.D. Foster. Hij heeft gewerkt met Laura Cantrell, Richard Buckner, Nancy Sinatra en de van zijn werk voor Tom Waits bekende gitarist Marc Ribot. Mij is gevraagd zoveel mogelijk op te nemen, zodat ze dat later in de studio kunnen terughalen. Het is een te gekke ruimte, die soms fantastisch klinkt. Het gerucht dat er geen liedjes zijn, blijkt niet waar te zijn. Joey is bezig geweest. Het ene idee na het andere wordt in de groep geworpen maar ook vaak ter plekke verzonnen. Soms erg indrukwekkend en frustrerend voor iemand als ik, die pretendeert ook wel eens een liedje te schrijven. Iedereen is op zijn best en de omgeving is super-inspirerend. We slapen eindelijk eens niet in een hotel maar in twee gehuurde huizen. Dus hebben we wat meer vrijheid. En hoewel we eigenlijk 12 uur per dag bezig zijn, hebben we toch genoeg tijd en connecties om veel mensen te ontmoeten. Bisbee is te gek. En dan terug naar Tucson, waar alles wat langzamer gaat. Hitte, veel vrienden en thuis zijn voor sommige. Dat helpt niet echt. Ik heb geleerd dat je niet teveel in Tucson moet willen. Nu werken we in de Wavelab-studio, een geweldige studio volgepakt met oude instrumenten, versterkers, gitaren, keyboards en al wat je nog meer wil. ‘Vintage heaven’, zeg maar. Voor sommigen is het een bekende studio vanwege dat typische ‘desert rock’ geluid. Ik heb eerlijk gezegd geen flauw idee wat dat inhoudt. Binnenkort op 3VOOR12/Utrecht: het tweede deel van zijn dagboek, waarin Jelle Kuiper een flard van het opnameproces schetst.