McLusky vervalt in herhaling van zetten

Country-emo van The Archie Bronson Outfit stemt gelukkiger

Melvin Wevers, ,

Een echte double-bill in EKKO met twee vergelijkbare bands op het podium! Maar dan wel een paar uit totaal verschillende richtingen. Daar is helemaal niets mis mee, want zo kunnen we mooi van twee walletjes snoepen. Country-emo met Will Oldham tendensen dus. Met daarnaast een simpele herhaling van zetten. Een typisch geval een van UK-bandje wat goed aan de man te brengen is, maar dat is Tell-Sell rommel ook.

Country-emo van The Archie Bronson Outfit stemt gelukkiger

Een echte double-bill in EKKO met twee vergelijkbare bands op het podium! Maar dan wel een paar uit totaal verschillende richtingen. Daar is helemaal niets mis mee, want zo kunnen we mooi van twee walletjes snoepen. Country-emo met Will Oldham tendensen dus. Met daarnaast een simpele herhaling van zetten. Een typisch geval een van UK-bandje wat goed aan de man te brengen is, maar dat is Tell-Sell rommel ook. Archie Bronson Outfit heeft het debuutalbum ‘Fur’ uitgebracht op Domino Records, waar ook artiesten als Bonnie ‘Prince’ Billy, Franz Ferdinand, The Kills en Smog plaatjes hebben uitgebracht. Niet de minste namen dus. Platenbaas Laurence Bell was dan ook erg onder de indruk van deze band. Hij zag ze in een plaatselijk café en kwam meteen met een platendeal. ‘Fur’ werd geproduceerd door Hotel Kills, het mannelijke deel van het duo ‘The Kills’. Dit leverde een interessant album op dat elementen van lome stonerblues combineert met het hartenleed en stemgeluid van Bonnie ‘Prince’ Billy, het alias van Will Oldham. Drie mannen - al dan niet met we-zijn-op-tour-dus-scheren-niet-baard - beklimmen heel onopvallend het podium. Meteen worden geluidsgolven de zaal ingeworpen waar Josh Homme en zijn woestijnvrinden patent op lijken te hebben. Als er in Groot-Britannië een dorre zanvlakte zou zijn, stond het wiegje van deze mannen precies dáár. Na twee nummers wordt het tempo een tandje terug geschroefd en wordt het immens mooie ‘Bloodheat’ gespeeld. Zanger/gitarist Sam Windett gebruikt de snik in zijn stem daarin op een voortreffelijke manier en creëert op deze manier het geheel nieuwe genre ‘country-emo’. Het publiek neemt tijdens de hele set de alombekende 'halve-maan-formatie' aan, waardoor er tussen podium en bezoekers een jammerlijke leemte ontstaat. De 45 minuten lange set blijft toch spannend door de zeer effectief slaande drummer Mark Cleveland en de voortstuwende baspartijen. Als een duvel uit het doosje staat er rechts op het podium ineens een bas-saxofonist, die een deken van warme klanken en free-jazz gepriegel aanlevert. De toevoegde waarde van deze blazer is niet altijd even hoog maar hij draagt wel bij aan het eigenzinnige geluid van de mannen uit Londen. Al met al een zeer verrassend concert van deze Britse nieuwelingen. Het is inmiddels een soort Eerste Kwartier qua maandstand, want langzaamaan verdwijnt de ruimte tussen publiek en podium. Er zijn namelijk echte fans in huis. McLusky uit Wales tourt op dit moment ter promotie van hun derde langspeler “Difference Between Me and You Is That I’m Not on Fire’ door Europa en volgende maand worden de Verenigde Staten en Canada bezocht. Flink ‘On the Road’ dus. Op het door Steve Albini geproduceerde album laat McLusky een rauw en opgefokt Amerikaans indie-geluid horen, wat afgewisseld wordt door een enkel popliedje. Bij sommige bands kan men zich afvragen wat ze tijdens de soundcheck doen, want voordat McLusky begint, moet er nog een minuut of tien gerommeld worden op het podium. Ongestemde gitaren, onvindbare batterijen en verkeerd afgestelde pedalen zorgen voor een flinke portie oponthoud. Voor dit soort klusjes heeft McLusky een met een gigantische gereedschapgordel gezegende roadie in dienst. Deze dienaar laat zijn aanwezigheid duidelijk merken en blijft dan ook zo ongeveer het hele optreden in de schaduw van de zanger Matthew Harding staan. McLusky begint uiteindelijk met het nummer “Lightsabre Cocksucking Blues’: een stevige stamper met drive en een volslagen absurde tekst. Er ontstond zelfs een heuse pit! De volgende track is echter niet significant anders dan dit eerste nummer. En zo lijkt eigenlijk de hele set te bestaan uit een herhaling van een aantal trucjes. Het stramien is duidelijk: een rustig couplet, waar bas en drum van zich laten horen met een sporadisch dissonant gitaartje, wordt gevolgd door een schreeuwerig refrein, met alle pedalen ingetrapt. Waarna de boel verzandt in een grote modderpoel van geluid. Vocaal vertoont McLusky tijdens de harde stukken opvallend veel gelijkenis met Pixies’ Frank Black. Het verschil tussen Black en Matthew Harding is dan wel dat de eerste dit een hele show volhoudt en Hardings stem hem al gauw begint op te breken. Er zijn toch ook lichtpuntjes in de set te bespeuren. Hieronder rekenen we namelijk ‘She Will Only Bring You Happiness’ en de afsluiter ‘Fuck This Band’. Toch moet ik eerlijk bekennen dat de gedachte ‘Fuck This Band’ op dat moment ook door mijn hoofd speelde. Dat had McLusky dus goed aangevoeld, bij het opstellen van de setlist. Er is een markt voor al die ‘Tell-Sell’ artikelen en zo is er ook een markt voor de muziek van McLusky. Afgaande op de enthousiaste reactie van een deel van het publiek en het ontstaan van een moshpit moet ik concluderen dat het voor een aantal mensen een plezierig concert was. Voor de rest van de luisteraars was het niet meer dan ‘weer zo’n bandje’. En wie niet springt vanavond is óf (te) oud, óf hij zoekt zijn heil elders. In dat laatste heeft men dan ook het grootste gelijk. Archie Bronson Outfit & McLusky Gezien: EKKO Utrecht, dinsdag 29 september 2004