Wat is Joe’s Garage door The Troupe? Een rockopera? Nostalgie? Nog steeds actuele maatschappijkritiek? Of is het goeie muziek? En is het om te lachen? Of is het alleen maar flauw? Wel, Joe’s Garage is het allemáál. In de goed gevulde zaal van Tivoli de Helling staat opvallend veel jong publiek, naast de te verwachten mannen van veertig- en vijftig-plus en een enkele freak. Dochters die door hun vaders waren meegenomen kregen uitleg over de klanken uit hun jeugd en genoten samen van het feest der herkenning.
Wie voor het eerst kennismaakt met de satirische rock-opera dient goed op te letten om het verhaal te proberen volgen. Anders moet je genoegen nemen met maffe tekstflarden, leuke en mooie melodieën, solo’s en een met zichtbaar plezier goed samenspelende kwaliteitsband. Dat is ook leuk, maar niet genoeg voor het complete plaatje. Want dat is het met Zappa’s muziek: je moet het snappen en ópen staan voor de combinatie van satire en complexe muziekpartijen, afgewisseld met rare stemmetjes - simpel en ingewikkeld tegelijk. Wie dat doet, heeft bij The Troupe veel te lachen en te genieten.
Frans van Deursen, de zanger en ‘Central Scrutinizer’ - de ‘centrale kritisch onderzoeker’ van de toekomst, een soort Big Brother FBI-agent die erop toeziet dat de wet wordt nageleefd – gaat als professioneel acteur helemaal op in zijn karakter. Herkent het publiek hem in eerste instantie misschien nog van zijn rol als neurotische jongen uit de Nederlandse comedy van weleer ‘In de Vlaamsche Pot’(sorry Frans), even later ís hij het typetje dat hij als zanger neerzet. Ook Jeroen Zijlstra zingt vol overgave én met veel gevoel teksten als 'Why does it hurt when I pee'. Hij heeft een warm en karakteristiek stemgeluid en blaast heldere trompetsolo’s. Wel heeft hij zijn tekstboek nodig waar Van Deursen alles feilloos uit zijn hoofd weet te halen.
Initiator Egon Kracht speelt stuwende baspartijen en broerlief gitarist Milan Kracht raakt steeds meer op dreef naarmate het verhaal vordert, met als uitsmijter een ellenlange solo in 'Watermelon in Easter Hay'. Ook drummer Freek Kroon laat zich niet onbetuigd en geeft een dynamische solo weg. Percussionist Murk Jiskoot is onmisbaar, evenals toetsenist Jan-Peter Bast. Rutger Molenkamp vult met zijn tenorsax de gaatjes.
De sfeer is gemoedelijk. Wachtend bij de bar om een bestelling te plaatsen, zingt een man mee, zijn hoofd knikkend op de muziek (‘goeie jazzy muziek, man…!’). De tekst luidt: “Be a Crew Slut, pompompompompom… Crew Slut en Keep It Greasey (so it’ll go down easy)”.
Na een bandje te zijn begonnen in zijn garage is hoofdpersonage Joe intussen zijn vriendin kwijtgeraakt, verliefd geworden op een cyborg en in de gevangenis beland. Daar houdt hij zich bezig met het spelen van (de ellenlange) 'imaginary guitarsolo’s'. Ook als hij vrijkomt is dit het enige dat hem nog rest als muzikant, want het maken van muziek is dan verboden door de overheid, die haar burgers wil beschermen tegen deze verderfelijke kracht. Er zijn geen echte muzikanten meer. Gelukkig ontsnapt zijn vriendin uit de klauwen van de roadies van Toad-O, een commerciële popgroep (Toto) en keert weer bij hem terug. Het is eind-goed-al-goed wanneer Joe een baantje vindt als glazuurspuiter in een muffin-bakkerij. The Troupe wordt in Zappa-stijl aan ons voorgesteld (on percussion and lightblond hair…) en geeft ons nog mee: 'Keep it Greasey'. Maatschappijkritiek en satire verpakt in muziek en typetjes, dat zou wel eens aan kunnen slaan in Nederland anno 2004.
The Troupe speelt Zappa's Joe's Garage
Gezien: Tivoli de Helling, vrijdag 10 september 2004
Een plezierige avond in Joe's Garage met The Troupe
Gelegenheidsgezelschap speelt Zappa-musical voor jong en oud
Wat is Joe’s Garage door The Troupe? Een rockopera? Nostalgie? Nog steeds actuele maatschappijkritiek? Of is het goeie muziek? En is het om te lachen? Of is het alleen maar flauw? Wel, Joe’s Garage is het allemáál. The Troupe speelde Frank Zappa's musical voor een publiek van jong en oud.