Michael de Jong zingt met de duivel op zijn hielen

Liedjes als levenselixer

Machiel Coehorst, ,

Alsof zijn leven er van afhing bezong Michael de Jong gisteravond zijn onorthodoxe en roerige verleden. De deels Nederlandse singer/songwriter is in zijn leven weinig bespaard gebleven, maar uit alle ellende heeft hij wel een indrukwekkend repertoire samengesteld. Wel sneu dat de sfeerloze foyer van Vredenburg hiervoor het decor moest vormen, maar het past ook wel weer bij 's man’s levensloop.

Liedjes als levenselixer

Gezien zijn bepaald onstuimige verleden en heden oogt hij redelijk monter. Jarenlange drugs- en drankverslaving, een langdurig bestaan als clochard, gevangenschappen, keelkanker en dan ook nog een besmetting met HIV. ‘Somehow I will survive’, zingt hij ergens aan het eind. Tja, je moet het maar kunnen. De bijna 60-jarige, vanavond keurig in het zwart geklede Michael de Jong betreedt wat moeizaam met een flesje water in zijn handen het podium, zijn ogen echter staan helder en verraden lichte ironie. De Kleine Zaal van het muziekcentrum is blijkbaar nog te groot voor de bard van Fries-Baskische afkomst en dat stemt droef. Het optreden vindt plaats in de foyer van het muziekcentrum. Slechts een man of dertig is afgekomen op deze chroniqueur van de zelfkant die het aloude cliché nog maar eens bevestigt dat er uit schier onoverkomelijke ellende ook nog volop fraais te fabriceren valt. Ruim anderhalf uur overdondert en ontroert Michael De Jong de paar aanwezigen met zijn in blues, country en Ierse muziek gedrenkte levensverhalen. En dat met niet meer dan vier akoestische gitaren. De gruizige, raspende stem past perfect bij het inktzwarte universum waar hij over zingt, net als de krachtige, improviserende manier van gitaarspelen. Vaak zijn het niet meer dan een paar akkoorden die hij aanslaat, maar door de afwisseling van ingetogen getokkel en woeste uithalen is zijn spel wel blijvend spannend. De Jong’s stem klinkt grommend, dreigend en schmierend als John Hiatt om zijn verontwaardiging, verbittering of frustratie te uiten en ingetogen fluisterend als hij zingt over heimwee naar zijn jeugd, vervlogen idealen en vertrokken vrouwen. Het is fascinerend om te zien en te horen hoe zijn talrijke emoties een uitweg zoeken middels alle registers van zijn stem. De Jong kruipt onder de huid van zijn eigen muziek en keert zichzelf zo als het ware binnenstebuiten. Het lijkt alsof hij elk nummer voor de eerste en tegelijkertijd ook laatste keer speelt. Met de duvel in het kielzog en wie weet, wellicht hangt zijn leven er ook echt van af. Muziek als levenselixer, zoiets. Onvrolijke thema’s als wraak, vergiffenis en de dood passeren de revue, maar door de expressieve en schaamteloos oprechte performance ontkom je er niet aan om deelgenoot te worden van De Jong’s duistere universum. Tussen de liedjes door blijkt hij de beminnelijkheid zelve, en een boeiend verteller bovendien. Hij verhaalt over de streken die platenmaatschappijen hem keer op keer flikken en deelt een sneer uit aan de Woodstock-generatie waarvan er nu velen in een vette bolide rondtuffen of zelfs afgevaardigde blijken te zijn in een Amerikaanse staat waar de doodstraf is toegestaan (Country Joe and The Fish!). Michael De Jong verdient met zijn overtuigende, eerlijke en geloofwaardige presentatie (‘still nervous after 44 years’) een fraaier decor dan de rookvrije, overbelichte en sfeerloze ambiance van de foyer van Vredenburg met anderhalve man en een paardenkop als toehoorders. Aan de andere kant is het ook wel weer illustratief voor zijn levensloop. Wanneer hij een nummer zingt over vroegere maatjes, een paar winos en junkies, is buiten het geloei te horen van een passerende politieauto. Hij besluit het optreden met de langzaam uitdovende regel ‘Listen to the beauty of silence’ en verlaat het podium om een peuk te roken in de kleedkamer. Het is hem gegund. Michael de Jong Gezien: Muziekcentrum Vredenburg, zondag 17 oktober 2004