King 'Soulomon' heerst nog steeds

Solomon Burke kwam, zat en overwon Tivoli

Mike B, ,

Hartverwarmend klinkt net zo oubollig als jaren ’60 en soul. Maar als dat hart zo klopt als dat van Solomon Burke wordt je er wel echt warm van. In een vol Tivoli zong hij de sterren van de hemel.

Solomon Burke kwam, zat en overwon Tivoli

Solomon Burke, James Brown en Al Green zijn zo’n beetje de enige mannelijke soul-legendes uit begin jaren ’60 die nog steeds muzikaal actief zijn. Maar waar de andere twee grootheden soms (langdurige) pauzes namen (hetzij door opnames in de gevangenis danwel religieuze roeping) is Solomon de man die nog steeds continu optreedt. Solomon Burke is ook niet anders gewend. Echt grote hits had hij niet, en met 21 kinderen moest hij dan ook continu werken om voor zijn gezin te zorgen. Daarnaast is hij dominee met een eigen kerk, en had diverse bijbaantjes (zoals doodgraver en acteur) en lucratieve handeltjes rond zijn muziek. Wie zich verdiept in de man stuit op tal van hilarische anekdotes. Zo kan James Brown het uit afgunst nog steeds niet verkroppen dat Solomon de bijnaam 'King of Soul' kreeg. Voor wie hem niet kent: The Rolling Stones coverden in hun jonge jaren twee nummers van hem, hij is de man die 'Everybody needs somebody' (bekend uit de eerste Blues Brothers-film) schreef. In 1987 verscheen zijn klassieker 'Cry to me' op de soundtrack van de film Dirty Dancing en sindsdien is Solomon weer 'hot'.In 2001 werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame en in 2002 maakte hij zijn comeback compleet met het alom bejubelde album 'Don’t give up on me', waar mensen als Tom Waits, Bob Dylan en Nick Cave nummers voor schreven. En trad daarna als speciale gast op bij JXL met het nummer 'Catch up to my step', en speelde vorig jaar zowel op Pinkpop als op North Sea Jazz. Solomon Burke speelde al eerder in Tivoli een gedegen show en ook deze keer was de zaal goed gevuld met voornamelijk ouder publiek. Zoals bijna standaard bij dit soort artiesten begint het concert met de begeleidingsband. Dit keer gaan de gordijnen tijdens het spelen weer dicht. Eenmaal open zit Solomon op zijn grote troon midden op het podium en begint een ouderwetse soulrevue, compleet met begeleiders die met handdoeken zijn bezwete hoofd afdeppen, hem glaasjes drinken aanreiken, en namens hem roosjes uitdelen aan het publiek. Zo’n show heeft al snel het risico belegen en saai te zijn. Oerdegelijke, risicoloze begeleiding. Spatzuiver spelende vakmuzikanten die de ene na de andere soulklassieker spelen, dat soort werk. Maar wie luistert en kijkt hoort meteen dat de oude man nog steeds een fantastische stem heeft, dat de band echt swingt en dat hij een bijna heilige vrolijke sfeer tevoorschijn tovert zonder de te verwachten EO-bijsmaak. Per nummer groeit de sfeer in het publiek. Het is uiteraard een feest der herkenning met naast alle eigen favorieten ook werk van collega’s als Otis Redding, Ben E. King, Ike & Tina Turner etc. Zijn trouwe bassist mag ook nog een klassieker zingen en de gitarist en de blazers mogen een keer naar voren om hun beste beentje voor te zetten. Zo blasé als het klinkt, zo goed komt hij er mee weg. En dat ligt naast de vlekkeloze begeleiding vooral aan Solomon zelf. Als een dirigent laat hij zijn orkest op de juiste punten gas geven en terugnemen en zijn volle stem gaat van intiem croonend tot voluit. Indrukwekkend, kippenvel zelfs. Solomon heeft er duidelijk zin in en is beter in vorm dan de vorige keer, hoewel hij niet uit zijn troon komt. En hij bereikt al zittend iedereen van voor tot achter. Als hij Everybody needs somebody inzet galmt de hele zaal uit volle borst het overbekende 'I need you, you, you' mee. Voor 'Proud Mary' nodigt hij een flinke hoeveelheid publiek uit om mee te dansen op het podium. Blijkbaar bevalt hem dat zo goed dat ze daar de rest van het optreden mogen blijven. Bij rustige nummers mogen ze gaan zitten, bij swingende nummers dansen ze voor de koning. Het ziet er wat bizar uit: deze souldominee die omringd en aanbeden wordt door zijn discipelen, maar het heeft gek genoeg wel een sfeer waar de EO jaloers op mag zijn. Aan het eind van de show gaan de gordijnen weer langzaam dicht, terwijl de discipelen met zachte hand weer het publiek in gemaand worden. Solomon zwaait nog even met een grote grijns en dat was het. Een toegift zit er niet meer in, maar dat is na een uur en drie kwartier speeltijd ook geen verplichting meer. Nog drie kwartier later wordt er een rijplank tegen het podium gelegd en wordt ineens deze King of Soul in een rolstoel het podium afgereden. Alle aanwezigen spoedden zich naar voren om nog een glimp van de stralende man op te vangen en vormen een erehaag terwijl hij zich met een grote glimlach naar buiten laat rijden terwijl de dj’s toepasselijk 'I’m a soul man' draaien. Wie nadenkt weet dat de ruim 70-jaar oude Solomon inmiddels zo slecht ter been is, dat hij niet meer kan lopen. En dus blijkbaar al ruim voor aanvangstijd met rolstoel achterop het podium is gezet totdat hij zijn optreden kon beginnen, en na afloop daar moet blijven totdat men hem naar zijn hotel kan brengen. Het dwingt alleen maar meer respect af voor deze levende legende. Solomon Burke Gezien: Tivoli, zaterdag 9 oktober 2004