Jeroen Hofs, alias Eboman, begon zijn carriére als muzikant en beeldmagiër in Utrecht, waar hij in 1996 cum laude afstudeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten en voor het eerst optrad als Eboman. Na de monsterhit “Donuts with Buddah”, internationale erkenning in de kunstwereld en clips voor onder meer Doe Maar en Bløf is Ebo terug in de stad voor de voorstelling “Gedoe of Gedaan”, een alliantie met avantgarde theater Huis aan de Werf. Hierin zal een groep acteurs, behangen met electronica, met hun bewegingen ter plekke beeld en geluid samplen, waardoor een geïmproviseerd geheel ontstaat van performance, dans, muziek en tv-beelden. Wellicht wordt hier het definitieve einde ingeluid van dance-optredens met slechts een mannetje achter een draaitafel…
Eboman is een voorloper. In 1996 leek hij de perfecte aansluiting bij de tijdgeest te hebben gevonden toen hij tegelijk met de opkomst van the Prodigy en Chemical Brothers met soortgelijke big beats furore maakte, maar eigenlijk was hij een paar stappen verder dan deze grote acts. Hij onderscheidde zich onder meer door een sterke nadruk op het gebruik van beeld, dat perfect gesynchroniseerd aan de muziek werd gekoppeld, technologie en improvisatie. Eboman is altijd live. De bomen groeiden destijds tot in de hemel: het nummer “Donuts with Buddah” kwam in de top 40, de EP “Sampling Madness part. 1” kwam uit in Engeland, Eboman toerde met the Prodigy, hij stond op Pinkpop en Lowlands en werd bedolven onder een lading muziek- en cultuurprijzen.
Ondanks al deze aandacht was Eboman vervolgens steeds minder in het reguliere popcircuit te vinden. Er kwam maar geen echt album om de hype te consolideren. Hoewel dit deels lag aan problemen met zijn label, leek dit hem geen biet te interesseren. Eboman vermaakte zich uitstekend met meer audiovisuele en geheel visuele projecten en kreeg daar ook de erkenning voor die hij verdiende. Een rij audiovisuele albums zag het licht, hij maakte films en clips (voor o.a. Doe Maar, Bløf en Ferry Corsten), produceerde een leader voor de VPRO, werkte met theatergroep Suver Nuver en onlangs verscheen zelfs een computerspel van zijn hand, “Grand Theft Audio”. Zijn werk was te zien en te horen in musea in Parijs, Londen en Barcelona. Ondertussen bleef hij wel optreden, zowel met zijn eigen muziek als met remixes van jaren ’80 clips en mainstream popclips. Dat doet hij de laatste jaren onder de noemer DVJ, een samentrekking van DJ en VJ.
Eboman lijkt het zich altijd aangetrokken te hebben dat optredens met electronische muziek zo’n statische aangelegenheid waren. Al toen hij begon zag je bij dance-avonden een man of vrouw verscholen achter een berg apparatuur en dat wordt eigenlijk nog steeds als normaal beschouwd. Bij Ebo ging dat van meet af aan anders: het podium werd gevuld met gastmuzikanten en hijzelf liet zich niet onbetuigd door als een dolle in het rond te springen, waarbij de apparatuur regelmatig van de tafel viel. Daarnaast was er natuurlijk het visuele bombardement waarop zijn publiek werd getracteerd.
In de loop der jaren is de techneut Eboman steeds verder gegaan in het ontwikkelen van technologie waarmee door middel van menselijke beweging live muziek en beeld bewerkt kan worden. In 2000 kwam hij met de “skrtZz int_R_face” (scratch interface). Dit apparaat bestaat uit sensoren die aan de armen bevestigd worden en knoppen die met de voeten worden bediend. Met de voeten wordt live een beat gecreëerd van audiovisuele samples terwijl met de armen, gekoppeld aan laptops, wordt gescratcht. Het live spelen van electronische muziek krijgt zo een geheel nieuwe, meer menselijke dimensie. Het is letterlijk “Electronic Body Music”, zoals men vóór de house electronische dansmuziek noemde. De skrtZz int_R_face is in de tussentijd verder ontwikkeld tot de techniek waarmee Eboman deze week in het Huis aan de Werf naar buiten treedt.
In de voorstelling “Gedoe of Gedaan” wordt een hele groep acteurs, onder de naam Interface Band, voorzien van apparatuur waarmee ze beeld en geluid kunnen aansturen. Op de laatste Culturele Zondag in Utrecht gaf Eboman al een demonstratie van de techniek die hij gaat gebruiken. We zagen hem, gezeten achter een bureau (!) met een computer, een zogeheten scratchpen en een groot scherm erboven. De lichaamsinterface had hij thuis gelaten. Op zich was het onbedoeld wel een mooi statement om muziek te maken terwijl je erbij zit zoals de meeste mensen hun werkdag doorbrengen. Kraftwerk zou er trots op zijn.
Ebo ging aan het werk met een gewelddadige filmscéne waarin een vrouw een grote kerel overmeestert door zijn hoofd in de deurpost te leggen en de deur herhaaldelijk dicht te slaan. Deze slagen werden verwerkt tot een beat, terwijl de uitroepen van de vrouw eroverheen werden gescratcht. Verder zagen we een scéne uit een oude Aziatische martial arts-film, waarbij het gezwiep van de zwaarden als muzikale basis werd gebruikt.
Hoe een en ander gaat klinken wanneer meerdere mensen de bewerkingen gaan uitvoeren bleef in het midden. Bovendien worden beeld en geluid in de voorstelling voortgebracht door anderen dan Eboman zelf, die fungeert als regisseur en producent. Blijkbaar is de apparatuur zo gebruiksvriendelijk geworden dat anderen dan de meester zelf ermee uit de voeten kunnen.
3voor12/Utrecht vroeg Eboman tijdens de generale repetities of het al iets duidelijker was wat er te gebeuren staat. Eboman: “De voorstelling bestaat uit twee sketches. In de eerste is iemand aan het koken en dat gaat finaal mis. In de tweede wint iemand een prijs waardoor hij in het Witte Huis belandt. De verhaaltjes zijn vrij abstract, maar het overkoepelende concept is de vrijheid die we als mensheid hebben gekregen door snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen”.
Hij vertelt verder dat de acteurs daadwerkelijk iets uitbeelden en ook tekst uitspreken, terwijl ze zoals gezegd realtime beeld en geluid bewerken tot een vloeiend, ritmisch geheel. Hij wil verkennen wat er mogelijk is als je al die verschillende kunstvormen aan elkaar koppelt. De voorstellingen hebben dan ook een experimenteel karakter en zullen elke avond anders zijn. De acteurs hebben ieder een eigen interface, waarmee ze door elkaar heen op hun eigen scherm beelden kunnen oproepen. Voor het geluid is een strakke taakverdeling afgesproken, zodat duidelijk is wie er geluid voortbrengt.
Wordt de muziek samengesteld uit filmgeluiden, zoals tijdens de demonstratie, of wordt er ook uit bestaande muziek wordt geput? Eboman streeft ernaar zoveel mogelijk de klanken bij de beelden te gebruiken om bijvoorbeeld een drum ‘n bass beat te creëren. Hier en daar worden echter ook bestaande junglebeats gebruikt. Hoe komt hij eigenlijk aan zijn beelden? Ebo gebruikt een zwartwit-ontvanger waarmee hij 4000 kanalen kan binnenhalen, en hij gebruikt wat hij leuk vindt. Dat zal ook per voorstelling verschillen.
Het worden dus spannende avonden in het Huis aan de Werf, waarin de grenzen van theater, muziek, dans en videokunst worden doorbroken. Nu nog stiekem hopen dat er ook gedanst kan worden en dat de apparatuur als vanouds in het rond vliegt.
Interface Band: “Gedoe of gedaan”, 7 t/m 9 oktober om 20.30 uur in Huis aan de Werf, Boorstraat 107 (tussen Amsterdamsestraatweg en het spoor)
Eboman verlegt opnieuw de grenzen van sampling met beeld en geluid
Unieke voorstelling “Gedoe of gedaan” 7 t/m 9 oktober in Huis aan de Werf
Jeroen Hofs, alias Eboman, begon zijn carriére als muzikant en beeldmagiër in Utrecht, waar hij studeerde aan de Hoge School voor de Kunsten. Deze week is Eboman terug met de voorstelling "Gedoe of Gedaan", een alliantie met theater Huis aan de Werf.