Harde jazz van Zu imponeert in ACU

Italiaans powerjazztrio steekt in bloedvorm

André Kamphuis, ,

Spreek een willekeurige voorbijganger aan over het ACU, en je krijgt hooguit reacties als 'ACU? Da's toch zo'n activistisch punkcentrum? ' Ook. Maar wie denkt dat het ACU alleen maar harde punkbands programmeert, heeft het volkomen bij het verkeerde eind. Het Italiaanse Zu bewees gisteravond met een staaltje powerrjazz van jewelste nog eens het bestaansrecht van het misschien wel meest progressieve podium van de stad.

Italiaans powerjazztrio steekt in bloedvorm

Je kunt zeggen wat je wilt van het ACU, maar dat dit autonoom cultureel centrum in ieder geval de ruimte biedt aan zeer obscure muzikale uitingen, die toch de moeite waard zijn, dat lijkt na dinsdagavond maar weer bevestigd. Op het programma staat ditmaal Zu, een Italiaans jazzcombo met punk-attitude bestaande uit basgitaar, baritonsax (zo’n grote) en drums. Deze drie Romeinen hebben in de tien jaar van hun bestaan een indrukwekkende reeks wapenfeiten op hun naam gezet. Zo begeleidden ze toneelstukken, speelden ze met o.a. No Means No, the Ex en Fantomas (met Faith No More’s Mike Patton) en behaalden ze met hun albums meerdere malen hoge noteringen in Amerikaanse jazzcharts. Van die albums namen ze er intussen vijf op, waaronder één met Steve 'Shellac' Albini, de veelgeroemde producer van onder meer Nirvana’s 'In Utero'. Zu’s muziek wordt goed gekarakteriseerd door de titel van jun derde album: 'Motorhellington', een samentrekking van ramrockgoden Motörhead en jazzlegende Duke Ellington. Voor Zu dan ook geen laidback jazzdeuntjes of eindeloze improvisaties, maar harde, neurotische en ritmische stukken, op virtuoze wijze gebracht. Maar voor het zover is worden de pakweg veertig aanwezigen in ACU vergast op de strapatsen van het eveneens Italiaanse Ovo. Het publiek wordt de zaal in gelokt door een gemaskerd meiske, dat een eveneens gemaskerde jongeman als een hond aan een leiband meesleurt. Eenmaal binnen maken we kennis met de drummer van dienst, een dikkerd in een pij met -jawel- een masker voor zijn gelaat. Het meisje pakt een gitaar en de hond blijkt, gewapend met beamer en laptop, voor videoprojecties te gaan zorgen. Wat volgt tart elke beschrijving. Tegen een achtergrond van filmpjes met wulpse, dansende vrouwen wordt een verzameling metalriffs uitgestort, opgezweept door het gebeuk van de (staande) drummer. De gitariste brengt daarbij een afgrijselijk gekrijs en gekir voort. Alsof de White Stripes een bad trip hebben, zeg maar. Saai is het echter allesbehalve. De drummer gooit gaandeweg zijn trommels van het podium en mept verder op het podium, de monitoren en een basgitaar op de grond. De bekkens bewerkt hij met zijn voeten. De gitariste schakelt over op een elektrisch versterkte strijkstok en krast daarmee over haar dreadlocks, waarna ze er toch maar een viool bijpakt, om daar (letterlijk) oorverdovende herrie mee te gaan maken. Het publiek heeft het tot dan toe met een glimlach aangehoord. Nee, men was zelfs niet te beroerd om een dansje te maken met de hond van de videoprojecties, toen deze daarop aandrong. Maar Ovo maakt het kabaal wordt zo erg dat sommigen de zaal verlaten; toch een behoorlijk knappe prestatie met ACU-clientèle in de zaal. Je kunt je zowaar zelfs afvragen of je Ovo nu een band moet noemen of performance art. Of toch: 'Dada meets punk'. Wat een contrast met de drie frisse heren van Zu, die een half uurtje later aantreden. Keurige jongens met eenvoudige zwarte kleding en kort haar die zichtbaar hun best doen zich in het Engels verstaanbaar te maken. En dat kun je niet van alle Italianen zeggen. Zu brengt een uur lang voornamelijk materiaal van hun gloednieuwe cd 'Radiale' en van hun voorlaatste, 'Igneo'. Ze grijpen de avond bovendien ook aan om niet eerder opgenomen nummers uit te proberen. En gezegd moet worden: de band lijkt in topvorm. Het trio brengt zijn powerjazz strak en intens en klinkt een stuk coherenter dan op de toch al niet misselijke liveplaat 'Live in Hellsinki'. De nummers, nooit langer dan een minuut of acht, combineren een aantal verschillende thema’s die in afwisselende intensiteit over dan weer rustige, dan weer supersnelle ritmes worden gespeeld. Associaties die zich opdringen zijn Nomeansno, Tool en Miles Davis ten tijde van 'Bitches Brew'. Maar het blijft toch bovenal jazz. Hier en daar krijgt een muzikant even alleen de ruimte, of gaan er twee een duel aan. Zo spelen drummer en bassist tegen elkaar op totdat ze elkaars instrumenten maar gaan bewerken, waarbij de drumstokken tussen de bassnaren belanden en de bassist de bekkens bewerkt. Het publiek is enthousiast, een enkeling doet op de ingewikkelde ritmes zelfs een poging tot meebewegen. De band wordt overgehaald tot een toegift en eindigt met het oersimpele 'Beat on the Brat' van oerpunkband the Ramones. Na afloop vraag je je het dan ook nog maar eens af: Waarom staat Zu niet af en toe ook op het SJU-podium? Of wat 3VOOR12/Utrecht betreft zelfs op North Sea Jazz? De reguliere jazzwereld moet wel erg ingeslapen zijn om dit te negeren. Hoe dan ook: houdt Zu in de gaten, deze band wordt alleen maar beter. Zu en Ovo. Gezien, ACU, dinsdag 11 mei 2004.