Hard punkende vrouwen in EKKO

..Van wie alleen Duitse Herder écht weet te overtuigen

Rutger Betlem, ,

Heeft EKKO een slechte timing? Of is punk dood in Utrecht? Terwijl het Griftpark, voor Utrechtse begrippen, redelijk gevuld was met bevrijdingsdaggangers begon in EKKO voor een handjevol bezoekers een avond vol boze vrouwen. Drie bands maakten hun opwachting: Tra I Matti, Duitse Herder en de Tyrades.

..Van wie alleen Duitse Herder écht weet te overtuigen

Op het moment dat Extince zijn zachte G over het Griftpark liet vloeien, knalde de eerste noten uit de versterkers van Tra I Matti. De twaalf man publiek stonden als aan de grond genageld. Waar moet je heen, als iedere beweging opvalt? De hoofdstem van Tra I Matti's zangeres doet erg denken aan Simone Holsbeek van voomralig Deventers trots The Cords. Niets mis mee dus, maar ook niet erg afwisselend. Het uit de bas komende geluid had veel weg van de slepende basintro’s van New Model Army; het instrument is ook de stuwende kracht bij Tra I Matti. En dat was hard nodig: de drums -net niet strak genoeg en met regelmaat ongemeend off-beat- vielen namelijk om de haverklap uit hun rol. Zonder daarbij echt storend te worden overigens. Nee, de echte schrille dissonant was de gitarist, die op de helft van nagenoeg ieder nummer vergeten lijkt in welke band hij speelt. Ongepaste solo’s en vreemdsoortig gitaarspel verstoorden iedere balans in het bandgeluid. Duitse Herder bracht ruim twee maanden geleden de tweede plaat uit: 'Bark At The Poon', een aanrader voor eenieder die humorvolle, pretentieloze, harde garage-punk waardeert. Het enthousiasme knalt van de cd. In EKKO werd dat enthousiasme ietwat getemperd door de minimaal gevulde zaal en een basgitaar die voor aanvang van het optreden het leven gaf. Gevolg: veel tussentijds stemmen en langdurige intermezzo’s, die Romylar Dee en Hester Childmolester niet de kans gaven de podiumact op stoom te houden. En dat terwijl de twee dames een genot zijn om naar te kijken. Romylar Dee gedraagt zich als een kruising tussen een boos aapje en Wednesday van The Addams Family. Hester heeft veel weg van een sm-koningin met satanische inborst. Ieder Rock‘n’roll cliché passeert de revue, en dat alles in een retestrak keurslijf. Microfoonstandaarden vliegen in het rond, de twee stemmen stieren als dwazen af op het verstijfde publiek, dat zoals gebruikelijk een veilige marge kiest tussen podium en band. Het is fris, fijn en vuig. En dat niet alleen: Duitse Herder bewijst dat het verkopen van een podiumact minstens even belangrijk is als het produceren van een strak podiumgeluid. De Tyrades gelden al enige tijd als een grote belofte aan het punkfirmament. En dat schept verwachtingen. Helaas werden deze in EKKO slechts deels waargemaakt. Het optreden begon plooiloos en boeiend. De band, wars van enige opsmuk, koos voor de minimale belichting van een bouwlamp, die vanzelfsprekend plichtmatig en des punks omgetrapt werd. Met name de basgitarist was vermakelijk: hij bespeelde zijn instrumen alsof het door Lucifer hemzelve bezeten was. De stem van de laatste punkvrouw van de avond begon sterk, maar kon de kracht niet behouden. En dat gold helaas ook voor de band. En voor het geluid, dat met name in het midden van de ultrakorte set stevig begon te zwalken. De Tyrades bleken in EKKO dan ook eendimensionaler dan hun eerste volwaardige album van wel 22 minuten doet vermoeden. Want zeg nou zelf: het is op zijn minst zonde als een set van 25 minuten enige dieptepunten kent.. The Tyrades, Duitse Herder en Tra I Matti. Gezien: EKKO, woensdag 5 mei 2004