Hoe een Duitse reggaezanger -ja, u leest het goed: een Duitse reggaezanger- het voor elkaar krijgt om zelfs in het Heilige der Heiligen, namelijk op Jamaica zelf, indruk te maken? Het antwoord werd dinsdagavond in De Helling snel gegeven. Gentleman is namelijk niet zoals Beef! een gezellige band voor op warme festivals. Nee, Gentleman is vooral een hele goede zanger, gesteund door een uitstekende band: de Far East Band. Een zanger die bovendien volstrekt geloofwaardig is. Een zeer belangrijke factor daarbij is het volkomen integreren van de Rastafari-filosofie.
Voor een buitenstaander klinkt dat eenvoudig. Maar ingewijden weten dat dat niet zo is. Rastafari is een diepgewortelde levenswijze, met een grote hoeveelheid symbolen en overtuigingen. Rastafari is een geloof, in universele waarden als vrede, verdraagzaamheid en liefde. Maar die universele waarden zijn nauw verbonden met mythische figuren, zoals Haile Selassi van Ethiopië, King of Kings, en profeet Marcus Garvey. Het is een echt geloof, met Jah als schepper en rechter. Rootsreggae is dan ook volstrekt geen vrijblijvend genre. Gentleman heeft zowel de universele waarden van de Rastafari levenswijze overgenomen, als de symbolen die daarbij horen. Hierdoor is de groep op geen enkele manier te onderscheiden van authentieke Jamaicaanse artiesten.
Dat dit soort reggae bovendien ook in Utrecht leeft, werd bij het optreden van Gentleman maar weer eens bewezen. Zo werd het concert door ruim driehonderd mensen bezocht. En dat terwijl de groep toch moeilijk een gevestigde naam genoemd kan worden. In Duitsland geniet de band, net als Seeed, een sterrenstatus, maar in Nederland is daar voorlopig nog geen sprake van. Opvallend was de grote hoeveelheid Surinamers, Antillianen en Afrikanen onder het publiek. Trok het concert van oude helden Max Romeo en The Ethiopian drie maanden geleden nog een voornamelijk blank publiek, Gentleman liet zien dat het allochtone publiek zich meer in de frontlinie van het genre bevindt.
De rootsreggae van Gentleman is namelijk te plaatsen in de lijn van zeer Rasta-georiënteerde moderne rootszangers als Junior Kelly, Capleton en Luciano (allen ook te horen op Gentleman's album 'Journey to Jah') en Junior Kelly; artiesten die Rastafari de laatste jaren sterk hebben teruggebracht in de Jamaicaanse muziek. Met name het ook veel door hen gebruikte symbool vuur kreeg in het optreden van Gentleman een prominente rol. Een aantal keer vroeg de zanger het publiek de aanstekers omhoog te steken, als teken van de verbranding van Babylon, en de uitdrijving van het kwaad. Ook de stijl van Gentleman sluit aan bij die van zijn geestverwanten: een combinatie tussen roots, ragga en toasting.
Geen enkel moment viel hij daarbij bovendien uit zijn rol: Gentleman's Jamaicaanse accent was volstrekt overtuigend, er kwam geen greintje Duits aan te pas. Dat ook het publiek de groep volstrekt serieus nam was direct vanaf het begin te merken. Er werd volop gedanst, gesprongen en meegezongen. En ja, natuurlijk eindigde het concert met een alleen door Gentleman gezongen versie van Bob Marley’s 'Redemption Song'. Een song die door een indrukwekkende hoeveelheid mensen volledig meegezongen werd, ware het een soort slotgebed. Wie dan ook denkt dat reggae een genre uit het verleden is, heeft het mis. Heel erg mis zelfs. Reggae is helemaal terug, als een buitengewoon sterke en groeiende subcultuur. Zowel in Utrecht, als bij onze oosterburen.
Gentleman & The Far East Band.
Gezien: Tivoli De Helling, dinsdag 11 mei 2004.
Gentleman: een overtuig(en)de Duitse Rastafari
Vuur van Jah laait stevig op in de Helling
Hoe kan het dat een Duitse(!) reggaezanger zelfs in reggae-bakermat Jamaica indruk weet te maken? Gentleman liet dinsdagavond in De Helling zien waarom.