En alweer een warme show van garagerock-opa en oma

Dead Moon-drummer Andrew mept er ondanks gebroken rib in Tivoli ouderwets op los

Mike B, ,

Al sinds jaar en dag komen ze op regelmatige basis in Utrecht voorbij: garagerockiconen Dead Moon. En ook deze keer werd het in de Tivoli weer een gezellig rockende avond, met de Antwerpse Bossen al bijna even traditiegetrouw als toepasselijk voorprogramma.

Dead Moon-drummer Andrew mept er ondanks gebroken rib in Tivoli ouderwets op los

De Belgische Bossen, zo zie je ze jaren niet, zo zijn ze binnen enkele maanden ineens twee keer te zien in Utrecht. En net als in februari in EKKO zetten de drie Antwerpenaren weer een charmant rammelrockoptreden neer. Dit keer met meer valse starts, waarna het drietal elkaar snel aankijkt, om vervolgens alsnog het liedje op de juiste manier in te zetten. Bij veel bands zou je dat amateuristisch vinden, bij De Bossen komt het extra schattig over. En ondanks het totaal ontbreken van enige virtuositeit beklijft hun garagerock met country-invloeden weer door de leuke liedjes. Dead Moon uit Portland (Oregon, USA) was in de loop der jaren al een keer of tien in Utrecht te zien, de laatste keer twee jaar geleden in Tivoli. Onder garagerockliefhebbers is het drietal een begrip: Songwriter/zanger/gitarist Fred Cole, zijn vrouw Toody Conner op bas en zang, en mallotige muppet Andrew Loomis op drums. Fred (inmiddels 56) maakt al sinds de jaren ’60 muziek, en speelt sinds eind jaren ’80 met Dead Moon de ene plaat na de andere vol, die door de fans bij voorkeur op vinyl worden aangeschaft en het liefst op een mono pickupje afgespeeld worden. Fred en Toody zijn overigens inmiddels opa en oma. Op vorige tours hadden ze soms hun kinderen bij zich die merchandise verkochten, maar aangezien ze die 'too damn straight' vinden blijven die voortaan thuis op de bank. Dead Moon is in Europe echter beduidend populairder dan in de States, waar Fred en Toody een muziekzaak en eigen label voor hun platen runnen. Al hebben ze in Nederland wel beduidend betere tijden gekend: er kwamen anno 2004 nog slechts zo’n 300 man op het Tivoli-optreden af, terwijl dat jaren geleden bijna het drievoudige was. En ook bij onze oosterburen lijkt het drietal beduidend meer geliefd: zo stonden ze twee dagen geleden in Berlijn nog te rocken voor een uiterst enthousiaste schare volgelingen van dik 1500 man. Elke Dead Moon show is eigenlijk al jaren hetzelfde: Op de bassdrum van Andrew’s minieme drumstel staat een kaars, als ze beginnen gaat die aan, en als de kaars op is, is het optreden voorbij. Zoals te verwachten is in de loop der jaren een enorme laag kaarsvet op de trommel vastgekoekt. Toody bespeelt altijd een traanvormige antieke holle Vox-bas, die vaak met stagetape aan elkaar hangt, en Fred bespeelt altijd z’n gemangelde Guild uit 1963. Ondertussen giet Andrew giet zijn bier behalve in zijn keelgat ook gretig op zijn floortom zodat het vocht meters hoog opspat wanneer hij deze trommel bemept. Dead Moon neemt de tijd voor een optreden. Twee uur inclusief pauze is eerder regel dan uitzondering, en als er een snaar of vel breekt wordt dat op het dooie gemakje vervangen omdat reserve-instrumenten er simpelweg niet zijn. Het enige dat in de loop der jaren verandert, zijn de nummers. Deze keer komen er vergeleken met de vorige keer de nodige nieuwe nummers langs, onder meer afkomstig van de meest recente schijf 'Dead Ahead', naast de nodige klassiekers zoals het verplichte 'Dead Moon Night', 'Walking On My Grave', 'Johnny’s Got A Gun', en de vaste covers 'Communication Breakdown' (Led Zeppelin) en de altijd door Toody charmant net-niet-net-wel bijna vals gezongen Elvis-crooner 'Can’t Help Falling In Love With You'. De uitvoering van 'Hey Joe' (de originele versie, niet de Hendrix-uitvoering) maakt deze keer plaats voor een fantastische uitsmuiter in de vorm van een vet garagerockende uitvoering van de Johnny Cash-klassieker 'Ring Of Fire'. Snaren en trommelvellen braken er dit keer niet, het enige gebroken onderdeel was een rib van drummer Andrew die twee dagen eerder onder dubieuze omstandigheden (een onenigheid met enkele Berlijnse skinheads, zo wordt beweerd) ongelukkig viel en dus nu zwaar onder de pijnstillers het podium opmoest. Andrew speelde zelf ook voor dokter door zich extra te verdoven met grote hoeveelheden wodka-jus, met als gevolg dat het nietsvermoedende publiek niet door had dat de bezeten trommelaar tegen doktersadvies aan het spelen was. Datzelfde publiek vindt het bovendien zoals altijd allemaal weer prachtig. En terecht. In het grote aanbod van gitaarbands veranderen sommige dingen immers gelukkig nooit.De volgende keer zal Fred hooguit nog dover, Toody nog kippiger, en Andrew nog grijzer zijn geworden. Dead Moon & De Bossen. Gezien: Tivoli, zaterdag 15 mei 2004.