Inside the Jury: Clash of the Titans

3VOOR12/Utrecht beziet bandjeswedstrijd dB's vanuit jury-ogen

Mike B, ,

In de onaflatende stroom bandjeswedstrijden in en rond Utrecht wordt dit jaar ook weer voor de vierde keer Clash of the Titans gehouden, de eigen wedstrijd van repetitiecentrum dB’s. 3VOOR12/Utrecht nam plaats in de jury, en doet verslag vanuit de ogen van de jury. 'Kan iemand hier iets positiefs over zeggen? '

3VOOR12/Utrecht beziet bandjeswedstrijd dB's vanuit jury-ogen

In de onaflatende stroom bandjeswedstrijden in en rond Utrecht wordt dit jaar ook weer voor de vierde keer Clash of the Titans gehouden, de eigen wedstrijd van repetitiecentrum dB’s. Nieuw dit jaar is dat de winnaar uitkomt in de halve finale van het Geheim van Utrecht, waarvan de winnaar doorgaat naar de Grote Prijs van Nederland. In ruil daarvoor heeft de Clash het criterium ‘repeteer je wel bij dB’s?’ moeten laten vallen. De Clash bestaat uit vier voorrondes van vijf bands, waarbij alleen de winnaars van de voorrondes in een finale tegen elkaar uitkomen. Dat de meeste bands meedoen vanwege de lol en om voor publiek op het podium te staan, laat zich raden: geld valt er met de wedstrijd namelijk niet te verdienen. Zo krijgt de winnaar van iedere voorronde een gratis repetitie en een tegoedbon van € 50,- voor een Utrechtse muziekwinkel, en mag de winnaar van de finale daarnaast nog twee dagen de studio in, in de inpandige Studio Moskou. Al wacht hen uiteraard ook de ‘eeuwige roem’, zoals de presentatoren van dit festijn dat al jaren zo prettig cynisch kunnen zeggen. Aangezien de toegang tot zowel de voorrondes en de finale gratis is, wordt deze wedstrijd redelijk goed bezocht. De Clash is namelijk al jaren een gezellige manier om collega’s, vrienden en bekenden in actie te zien. Waarbij ook voor de minder presterende acts sympathiek wordt geklapt. Die collega’s, vrienden en bekenden worden beoordeeld door een vaak wat lukraak samengesteld ogende jury, die vrijwel uitsluitend gebaseerd lijkt op de welwillendheid van diverse popkenners om voor een handvol drankbonnen dit erebaantje te vervullen. Desondanks mag de popexpertise van de Clash-jury met een samenstelling van diverse muzikanten, (ex-)programmeurs en popliefhebbers met dikke platenkasten behoorlijk hoog noemen. Ook een afgevaardigde van 3VOOR12/Utrecht liet zich verleiden in twee van de vier voorrondes in die jury zitting te nemen. Al was het maar om te kijken hoe het er in zo’n jury van een bandjeswedstrijd eigenlijk aan toegaat. ‘Inside The Jury’, bij de Clash of the Titans. Aangezien er bij deze wedstrijd niet bij voorbaat een selectiecriterium op basis van demo’s is geweest, zijn de te beoordelen bands nogal wisselend van niveau. Per avond zijn grofweg gezien eigenlijk maar twee of drie van de vijf bands het aanzien waard, de rest is eigenlijk alleen interessant voor vrienden, bekenden en die-hard genreliefhebbers. Als jurylid zie je op die manier dan ook genoeg bands waarbij je als reguliere bezoeker normaal gesproken binnen tien minuten naar de bar zou vluchten. Maar omdat elk bandje toch maar twintig minuten mag spelen, zit je ze maar uit in de ijdele hoop dat er wellicht na tien minuten nog verbetering optreedt. Na elke band trekt de jury zich even terug om de verrichtingen te evalueren. Als leidraad voor de beoordeling zijn er vier criteria opgesteld, waarvoor per bandje op een A4-tje per diverse punten ingevuld dienen te worden: ‘originaliteit’, ‘muzikaliteit’, ‘presentatie’ en ‘potentie’. Daarnaast nog een vak voor opmerkingen. Maar ja, dan het beoordelen zelf. Dat begint vrijwel altijd met algemene opmerkingen, die door het minder professionele niveau van de bands af en toe snijdend hard en pijnlijk hilarisch zijn. Ze vormen een ideale uitlaatklep voor het aanhoren en -zien van muziek die tussen de muren van een repetitieruimte wellicht fantastisch klinkt, maar op een podium beduidend minder overkomt. Omdat leedvermaak altijd makkelijk scoren is, volgt hieronder dan ook een bloemlezing van een aantal van die opmerkingen. Al zal ik er voor de bescherming van de goedbedoelende muzikantenzielen niet bijzeggen over welke band. Ook deelnemende muzikanten kunnen dus met een gerust hart doorlezen. -“Dit is echt heel erg cliché” -“Hier zit niemand op te wachten” -“Klinkt als los zand” -“Kan iemand hier iets positiefs over zeggen?” -“Te lange liedjes en slappe teksten” -“Ik vond het alle kanten opgaan, behalve een goede” -“Was dit hun eerste optreden of zo? Hopelijk dan ook hun laatste!” -“Geef vooral je kantoorbaan niet op” -“Flikker die drummer eruit, dan wordt het misschien nog wat” Op een dergelijke manier uiting geven aan ongenoegen werkt uitermate ontladend, waardoor de volgende band weer neutraal tegemoet kan worden gezien. Uiteraard worden positieve zaken (“fris”, “energiek”, “dat was een geheel”, “daar werd ik blij van”) ook uitgebreid besproken. Middelmatige kwaliteiten worden besproken op mogelijke dan wel waarschijnlijke verbetering, waarna de punten worden ingevuld per categorie. Het aardige van dergelijke beraadslaging is dat de juryleden het ondanks de behoorlijke genreverschillen per band redelijk met elkaar eens zijn over de kwaliteit. Vrij vertaald: blijkbaar is het toch mogelijk om appels met peren te vergelijken. Zo is de jury het zaterdag unaniem eens, en zondag op één lid -dat zich verder wel kan vinden in de uitslag- na. Dat bij de bekendmaking van de winnaar steevast minder publiek (en meer muzikanten) aanwezig zijn dan bij de optredens zelf, onderschrijft nog eens dat bandwedstrijden vooral bedoeld zijn om bands aan optredens te helpen. Maar hoe dunbevolkt het publiek ook is, incidentjes zijn er in dergelijke competities natuurlijk altijd. Zo weet een deelnemend bandlid aan het eind van de tweede avond via een niet oplettende dB’s-medewerker een stapeltje jurypapieren te bemachtigen. En stiert er binnen een minuut een woeste vriendin van een muzikant op wat juryleden af , die wil weten ‘waar bepaalde opmerkingen op slaan’, en ‘dat er zo toch niet geoordeeld kan worden’. De uitleg dat sommige opmerkingen vaak een extreme en beperkte uiting van een onderhuids ongenoegen zijn, en dat er ook na een eerste hilarische golf van negativiteit wel degelijk serieus overlegd wordt, kan de vriendin in kwestie dan ook maar nauwelijks geloven. De logische conclusie laat zich derhalve raden: kladblaadjes van juryleden kunnen beter maar nooit openbaar worden. Al zullen punkrockbands SiC (‘binnen een paar seconden overrompelen ze het publiek met hun vrolijke poppunk à la Undertones, Bad Religion en Stiff Little Fingers. De liedjes klinken al behoorlijk rijp, en qua leuke meezingkoortjes niet eens zo cliché. Dat het allemaal wat strakker kan, wordt meer dan goed gemaakt door de frisheid en de energie van deze jonge honden. Deze band is de moeite van het bekijken echt waard.’) en Circle J (‘er wordt met veel plezier gespeeld, en de vrolijkheid die ook terugkomt in hun Rancid-meets-Pogues-rock werkt aanstekelijk. Voor nog meer folkpunkvreugde wisselt één van de gitaristen zijn scheurijzer af en toe in voor een Griekse bouzouki, wat het verder niet zo originele repertoire wat opleukt. Ideale jeugdhonkband.’) dat vast niet met ondergetekende eens zijn. Als trotse winnaars van de voorrondes van afgelopen weekend, staan zij zaterdag 10 april in de finale van Clash of the Titans. Hun concurrenten? Sunset Vertigo en Kismet. Clash of the Titans. Met Awake, Magic Soup, Money Power, Glowstar en SiC (zaterdag 20) en Coolacanth, Sensory Humunculus, Circle J, Speechless en Necrotaph (zondag 21). Bijgewoond: dB’s, zaterdag 20 en zondag 21 maart 2004.