Japanners staan alom bekend om hun voorliefde voor extremiteiten. Tegelijk blijft het Land van de Rijzende Zon behept met een onuitroeibare kopieerdrift. In het Japanse Mono worden deze twee eigenschappen verenigd, met als resultaat bikkelhard postrock/noise werk. Maar dan wel van de soort waarin de oorsprong overduidelijk terug te voeren is op Mogwai, soms Godspeed You Black Emperor! en in mindere mate Sonic Youth.
Het prille Vehicle mocht de avond aftrappen. Omdat 3voor12/Utrecht-redacteur Sven Schlijper met de heren bevriend is, nam collega Martijn Awater de honneurs waar. Hij bracht het volgende verslag uit over hun show:
Jonge gezichten, strak in de plooi. “Wij zijn Vehicle en wij komen jullie opwarmen, voor Mono.” De microfoonstandaard kan weer naar de rand van het podium, want hier wordt vanavond instrumentaal gerockt. Furieus knalt de band uit de startblokken met een nieuw nummer dat vinniger en hoekiger klinkt dan het werk van de kersverse EP ‘The Fire Is Warmer On The Inside’. Tijdens een intermezzo valt de drum stil om ruimte te maken voor een subtiele trompetsolo (gespeeld door de licht bevende drummer), waarna de band weer loos gaat met prettig langs elkaar schurende gitaarpartijen.
De volgende twee nummers staan op de EP en komen live beter uit de verf. Vooral ‘Twinlings’ klinkt als een bezwerende mantra, waarop de bandleden heupwiegend de zenuwen van zich af spelen. Dat lukt niet helemaal. Te gehaast rommelt de band zich door een nummer dat bol staat van originele vondsten, maar door het jachtige spel niet helemaal tot zijn recht komt. Afsluiter 'Zut Alors!' maakt alles goed. Geknield begint Vehicle met de fijnzinnige opening, waarna het steeds dreigender richting een machtig slot dendert. Ondanks de zenuwen maken deze jonge postrockers een overtuigende indruk. Aan het einde worden de maatjes van We vs. Death nog even bedankt voor de geleende apparatuur. Vehicle is een sympathiek bandje om in de gaten te houden. En een aanwinst voor postrockend Utrecht.
Een matig gevulde EKKO, bovendien voor een groot deel gevuld met bezoekers die vooral voor Vehicle waren gekomen, viel daarna Mono ten deel. Ze mogen in Japan inmiddels een mooie status verworven hebben, in Nederland is daarvan vooralsnog (een plekje op Metropolis ten spijt) niet veel te merken.
Hoewel hun laatste album ‘Walking Cloud and Deep Red Sky, Flag Fluttered and the Sun Shined’ qua titel direct een parallel trekt met producten van het Canadese Constellation Records, ligt de muzikale genesis van dit pijnigende werkstuk overduidelijk in Schotland. Glasgow om precies te zijn, waar Mogwai zich ophoudt. En ja, die knakkers kennen we nu wel in Nederland. Meer dan eens zijn trommelvliezen afgeschreven door deze op exorbitant volume opererende ‘noisemasters’. Toch imponeren hun muren van geluid nog steeds; dan mag muziek wel weer even meer kapot maken dan je lief is.
Mono bestaat uit twee (deels zittend spelende) gitaristen, een smalle bassiste met haar prachtige Gibson-bas en een middengewicht Sumo-drummer. Mogwai prijkt nadrukkelijk boven op het verlanglijstje en het kopieerapparaat heeft zijn werk gedaan. Zacht meanderend gitaarwerk wordt bruut afgeslacht door tornado’s aan splijtende noise met een staccato rammend tapijt van drums als fundament. En dat steeds weer, volgens beproefd recept. Zo herhaalt Mono niet alleen wat bekend is van onze Schotse makkers, maar draait het binnen zijn eigen idioom ook rondjes.
Dat is met name jammer, omdat Mono wel degelijk een professionele band is met dito geluid. Jawel, dat ook richting volumes gaat die we kennen van – wederom – het stokdove Mogwai. Zou het daarom zijn dat menigeen gedurende de Mono-show de zaal verlaat? Of was het toch de hitte? Was het misschien gewoon saai, Mono-toon, overbekend en bijna overbodig wat hier geboden werd?
Dat oordeel is te hard. In een toch redelijk pril genre als postrock beginnen de paden nu soms al redelijk afgetrapt over te komen. Zeker in de rustigere introdelen van Mono’s muziek is enige nieuwe invalshoek ver te zoeken. Maar als het dan loos gaat, als dan de brute kracht van overstuurde gitaareffecten wordt losgelaten, brengt Mono toch nog wel eens twinkeling teweeg. Halfvalse Sonic Youth noise gaat dan in de slag met loodzware powerriffs en vooral een stuwende ritmische onderbouwing. Groovend zou je het bijna kunnen noemen. Het elf minuten klokkende epos ’16.12’ is – hoe je het ook wendt of keert – gewoon een meesterlijk stukje postrock avant-la-lettre. Werk waaraan zelfs Godspeed You Black Emperor! een puntje mag zuigen.
Helaas voor Mono zijn die momenten niet alleen zeldzaam, maar ook te weinig inspirerend om te verhullen dat er live niet veel nieuws is onder de Rijzende Zon. Mono in een paar woorden gevangen: goed gejat en strak uitgevoerd, met twee keer een echte uitschieter. Niets meer, niets minder. En de Mogwai-adepten doen er hun voordeel mee. Voor de verrassingsaanval was Vehicle ingehuurd. Met kwalificaties als 'sympathiek, overtuigend en bezwerend', kan je thuiskomen, zo vroeg in je carrière.
Mono & Vehicle
Gezien: EKKO, zondag 13 juni 2004
Japanse kopieerzucht Mono levert weinig verrassing op
Sympathiek Vehicle overwint de zenuwen en weet te overtuigen
Wat van ver komt, heeft soms een streepje voor. Misschien had Mono dat voor aanvang ook wel boven het Utrechtse Vehicle. Na afloop bleek dat de jonge honden van Vehicle qua originaliteit de muren van postrockend gitaargeweld uit Japan toch maar mooi de loef afstaken. Of hoe een bloedhete, matig gevulde EKKO op zijn grondvesten schudde en soms geroerd werd.