In een matig gevuld Tivoli trad gisteravond reggaegrootheid Beenie Man op, vergezeld door twee leden van zijn Shocking Vibes Crew (zijn broer Kirk Davis en Silver Cat). Zijn alweer zeventiende album ligt vanaf 26 juli a.s. in de winkel en de verwachtingen waren dan ook hooggespannen. Helaas had de Jamaicaan, ondersteund door de Engelse band Ruffcut, erg veel moeite het publiek voor zich te winnen. Pas na drie kwartier te hebben gespeeld, wist Beenie Man de vibe vast te houden, en was het ijs gebroken.
Beenie Man ofwel (Moses Davis) begon zijn carrière als dj (Jamaicaans voor mc) en werd in 1994 in Jamaica uitgeroepen tot dj van het jaar. Deze positie heeft hij sindsdien in stand weten te houden. Internationaal brak Beenie Man in 1997 door met het autobiografische album ‘The Many Moods of Moses’. Voordat Sean Paul zijn intrede deed in de r&b en hiphop was het Beenie Man die reggae met deze muziekstromingen samenbracht tot dancehall door middel van samenwerkingsverbanden met o.a. Neptunes, Janet Jackson, Missy Elliott, Kelis en Lil’ Kim. Zijn nieuwe album ‘Back To Basics’ is volledig geproduceerd door de Neptunes en ligt vanaf 26 juli a.s. in de winkels. In Jamaica heeft Beenie in de afgelopen tien jaar al zo'n 100 enorme hits gescoord. Het moge duidelijk zijn: we hebben hier te maken met een absolutie grootheid in de recente reggaegeschiedenis.
De avond begon goed met een flinke rij reggaefans voor de deur van Tivoli. Bij binnenkomst werd het publiek getrakteerd op de dancehall beats van resident dj Dab (Skank Around Sound System). Het programma begon stipt op tijd en spoedig werden de warme dancehall classics vervangen door schelle en harde reggae klanken vergezeld van onverstaanbaar reggae gebrabbel van de respectievelijke mc’s Kirk Davis (voorheen Little Kirk) en Silver Cat. De opkomst van Beenie Man deed het tot dan toe verveelde publiek in rap tempo opschuiven richting podium.
Beenie Man probeerde de eerste 45 minuten met man en macht het publiek voor zich te winnen, zonder het gewenste effect. De muziek klonk te commercieel en had te veel weg van gelikte Sean Paul-achtige dancehallmuziek, en daar zat het publiek nu net niet op te wachten. Bovendien leken de bandleden niet goed op elkaar ingespeeld en werd het bekende Neptunes-geluid teveel benadrukt doordat de band het nodig vond op het podium maar liefst twee synthesizers te gebruiken.
Na de wat bekendere deuntjes als (inderdaad) Sean Paul’s ‘Baby Boy’, Bob Marley’s ‘Good Good Lovin’, ‘Murder She Wrote’ en ‘Guantanamera’ gespeeld te hebben, werd het publiek langzaamaan wakker geschut en voerde Beenie Man het tempo op. Wanneer Silver Cat op het podium verschijnt en een theatrale act met Beenie Man opvoert, komt de zaal pas echt los. Beenie zingt en Silver Cat voert op commando allerlei Jamaicaanse dansjes uit. Het publiek geniet en Beenie Man bewijst dat hij een echte entertainer is. Als klap op de vuurpijl verschijnt vervolgens Kirk Davis op het podium om samen met Beenie het gevoelige duet ‘World Peace’ te zingen. Er volgen nog een aantal klassiekers van zijn laatste twee albums waaronder de hit ‘Streetlife’ en de megahit ‘Dude’ van zijn nieuwe album, waarbij het vrouwelijke publiek wordt verzocht de vocalen van Ms. Thing te zingen. Na afloop schreeuwt het publiek om meer en dat krijgt het ook. Hij heeft er hard voor moeten werken, maar Beenie Man bewijst voornamelijk de laatste 45 minuten toch de onbetwiste voorman van de dancehall te zijn.
Na afloop van het concert nog een opmerkelijk feit. Nog net voor de podiumgordijnen zich sluiten springt een clubje van ongeveer 15 meisjes (die gedurende het gehele concert al prominent op de voorste rij stonden) behendig het podium op om Beenie Man van nog dichterbij te aanschouwen. En zo is Beenie uiteindelijk toch de ster van de avond.
Beenie Man
Gezien: Tivoli Oudegracht, maandag 28 juni 2004
Beenie Man weet Tivoli-publiek maar moeizaam te overtuigen
Dancehallkoning is uiteindelijk toch de ster van de avond
Dancehallkoning Beenie Man heeft, mede door de matige opkomst, moeite het publiek in Tivoli voor zich te winnen. De laatste drie kwartier van het optreden gaan toch echt de voetjes van de vloer, en de handen in de lucht.