Pinback: beetje raar, maar wel prettig

Hyperactief Grechko’s Doll moet nog wat groeien

Mike B, ,

Op een lome maandag speelt het Amerikaanse Pinback een raar-relaxte set van prettige popliedjes voor deinende meisjes en Amerikaanse fans. Een aangenaam optreden, dat verder weinig toevoegt aan hun platen.

Hyperactief Grechko’s Doll moet nog wat groeien

Bij EKKO staat de eindtijd van concerten altijd onverbiddelijk vast: 23.00 uur en geen minuut later. Dus moet je altijd even checken hoe laat het begint. Best lullig als je dan braaf op de geplande aanvangstijd komt (20.45) en dan nog net 2 minuten van de eerste band ziet. Want Pinback blijkt ook nog een extra bandje te hebben meegenomen wat de avond opent. Zet dat ook effe op je website, denk je dan, maar Pinback verraste op de dag zelf ook de EKKO-organisatie met een extra voorprogramma. Support Grechko’s Doll zet een entertainende show neer. Hun alternatieve gitaarpopnoise is wat lastig te omschrijven. Zelf noemen deze Hagenezen het hyp-noize, wat blijkt te staan voor dynamische hink-stap-sprong deunen. Grofweg alsof Jeff Buckley gemangeld wordt genomen door The Mars Volta, maar dan wat cleaner. Zanger-gitarist Mark van Dijk blijkt een aangename stem te hebben maar lijkt zijn zenuwen te temmen door een irriterende “kijk-mij-eens-raar-zijn” houding aan te nemen tussen de nummers door. Dat levert opgefokte vragen aan het publiek op als “Wie heeft er hier sex met dieren? Nou, kom op?”. Desondanks boeien ze wel door strak en enthousiast spel, en de achter abrupte overgangen verstopte suggestie van liedjes. Met name de energie, het enthousiasme en de afwisseling (er komt ook een disco liedje langs) redden de band, want niet elke deun beklijft. Wel een band met potentie. Er komen tenslotte de nodige buitenlandse bands in Nederland langs van minder kaliber. Je zou ze een afmattende tour van 2 maanden gunnen waarna ze opeens heel goed (to the point) blijken te zijn en betere nummers gaan schrijven. De vraag is of je dat overkomt als Nederlandse band. Ze zitten wel in de popronde 2004 dus wie weet. De zomerstop die veel podia inlassen lijkt onterecht. Op deze maandag trekt het relatief onbekende Pinback behoorlijk veel bekijks van een relatief jong publiek, met een overschot aan meisjes. Een deel van het publiek bestaat uit joelende Amerikaanse fans, wat aanstekelijk blijkt te werken voor de rest van de aanwezigen, want de heren krijgen voor elk liedje veel applaus. Het is wel een beetje raar bandje, dat Pinback. Op het podium zie je naast de gebruikelijke gitaar/bas/drums/toetsen opstelling nog een hele batterij synthesizers staan, want ieder bandlid behalve de drummer mag tijdens het optreden wat toetsen indrukken. Wellicht komt dat omdat de toetsenist zijn rechterhand in het gips heeft zitten, waar nog net wat weinig beweeglijke vingers uit steken. Met name de links in het donker staande extra gitarist/toetsenist lijkt toegevoegd om de ontbrekende vingertjes te vervangen, wat blijkt uit de heen-en-weer kijkende blikken. Naast de overdaad aan klavieren valt het afwijkende basspel op. Waar traditionele bassisten laag op de hals losse noten pompen worden er bij Pinback vrijwel uitsluitend hoog op de hals virtuoos akkoorden aangeslagen en getokkeld in allerlei varianten. Deze “spaanse gitaarvariant” van bassen en de vele keyboardklanken leveren uiteraard een weinig groovende en rockende sound op. Maar dat is ook niet de bedoeling van Pinback. Het vijftal grossiert in melodieuze deunen en prettige samenzang. Alternatieve feelgood-pop waar je prettig op kunt deinen. De gelaagdheid van de nummers op plaat wordt live behoorlijk uitgebreid nagespeeld door de toetsen-estafette, daarnaast worden enkele nummers met twee basgitaren gespeeld (voor de ontbrekende laag) waarbij de gemankeerde toetsenist ondanks handicap ook nog enigszins gitaar blijkt te kunnen spelen. Na iets meer dan een uur zou je wel willen dat er iets meer vuur van het podium af zou komen, want het blijft allemaal behoorlijk laid-back. Het is allemaal wel mooi, maar de aanblik van twee “halve” toetsenisten die regelmatig zitten te wachten tot ze weer wat toetsen mogen indrukken is eigenlijk ook wel suf. Da’s op plaat geen probleem maar als je een tijdje naar de vijf ietwat oncharismatische mannen staat te kijken blijkt Pinback voor het oor aangenamer dan voor het oog. Dan kun je zeggen dat het muziek pur sang is, maar als verwend publiek zou ik het bijvoorbeeld leuker vinden als ze een halve toetsenist zouden inruilen voor een VJ die aangename plaatjes bij de aangename klanken vertoont. Pinback & Grechko’s Doll Gezien: EKKO, maandag 19 juli 2004