'Wij vinden dat dB’s open moet staan voor concerten en initiatieven van buitenaf en willen niet in de strakke stramienen van de geïnstitutionaliseerde podia denken.’ Aan het woord is Utrechter Jeroen Boekhorst, een van de drie programmeurs in het nieuwe oefenruimtecomplex. Hij programmeerde acht jaar lang vrijwillig voor de popsectie van Theater Kikker, probeerde twee jaar in Moira een semi-professioneel poppodium te runnen en streek kortgeleden neer aan de Cartesiusweg. Verder zet hij eens per maand bands, die voor dB’s onbetaalbaar zijn, in EKKO neer. Zijn belangrijkste drijfveer daarbij? Zijn liefde voor muziek. 'Het is meer liefhebberij dan levensonderhoud’, bekent hij. Om de kost te verdienen heeft hij dan ook al negen jaar zijn eigen bureau als tekstschrijver en vertaler.
In 1988 kwam Boekhorst in Utrecht studeren. Twee jaar later ging hij als vrijwilliger aan de slag in het vierkoppige programmateam van Theater Kikker. 'We hebben acht jaar lang iedere zaterdag twee bands neergezet.’ Voor zes gulden konden Utrechters kennismaken met The Oblivians en Jon Spencer Blues Explosion (dertig gelukkigen), maar ook met nieuw Nederlands talent als Meindert Talma en Daryll-Ann.
Na een door geldgebrek bemoeilijkte verbouwing, bleek de nieuwe Kikker echter alleen een geluidsdichte grote zaal te hebben. Boekhorst: 'Nu moesten we opeens zeventig tot honderd bezoekers lokken om het gezellig te hebben. In de oude zaal was dertig man ook geen probleem.’' Daarbij stond de nieuwe leiding van Kikker ook minder open voor popmuziek. 'Het was voordien continu een heel duidelijke teamprestatie van een vriendenclub. We deden ook de publiciteit en kookten voor de bands. Eerst gingen we terug naar een concert per maand, maar op een gegeven moment kregen we ergens in februari te horen dat we op 12 juni iets konden programmeren. Dat was totaal onwerkbaar.’’
Boekhorst zocht zijn heil in Moira, een eigenzinnig bewonerscollectief met een expositieruimte en een zaaltje dat als concertpodium én gemeenschappelijke huiskamer fungeerde. Twee jaar lang programmeerde hij Utrechtse bands als The Riots en The Stilettos naast Amerikanen als Soledad Brothers, Immortal Lee County Killers en Adam West. Sommige bewoners klaagden echter steeds meer over de tweewekelijkse geluidsoverlast. Bovendien maakte een politie-inval in oktober '03 een einde aan alle illusies over het gemeentelijk gedogen van concerten en alcoholverkoop zonder vereiste vergunningen.
Voor sommige concerten week Boekhorst al langer uit naar EKKO (Cool Jerks) en dB’s en toen hij in november het Moira-boek dichtsloeg, ging hij verder op de ingeslagen weg. 'Met Sytse (Wils, nu programmeur van Tivoli/ De Helling, red.) had ik de afspraak EKKO in te seinen als ik iets tegenkwam.’ Onder de huidige EKKO-programmeur Joep resulteert die regeling in gemiddeld een concert per maand. Zo staat het in punkblues en garage excellerende duo Mr. Airplane Man op woensdag 25 februari in EKKO en zien we op maandag 1 maart een met zweet, bloed, punk- en garagerock ‘n’ rolll overgoten show van The Riverboat Gamblers. Verder waren dankzij Boekhorst de laatste tijd onder meer The Deadly Snakes, The Dirtbombs en Speedball Baby in EKKO te bewonderen. In dB’s heeft hij onder meer de Zweedse punky speedrockers The Demons (12 februari) en de Canadese Scat Rag Boosters (7 maart) neergezet.
Andere programmeurs in dB's zijn Bram Zaliger (Zalige Ruis en Clash Of The Titans) en Josje (De Pit, ACU). Het oefenruimtecomplex is geen erkend podium en moet het zonder subsidie stellen. Bands moeten dus bereid zijn om voor deurgeld te spelen. Toch waarschuwt Boekhorst om de potentie van dB’s niet te onderschatten. 'We willen wel subsidie gaan aanvragen en ik denk dat erkenning geen probleem vormt. Er is nu een echte concertzaal met een PA. En we zijn de grootste oefenruimte van de provincie. Naast bands als League of Extraordinary Gentlemen en Orphanage oefenen hier zo’n 300 bands in zeventien oefenruimtes. Op die manier komen hier toch wekelijks circa 1200 muzikanten.’
Een vaste aanstelling als programmeur voor een groter podium, zegt Boekhorst wel aan te kunnen, maar niet te willen. Hij hecht nogal aan zijn vrijheid en hekelt het monopolie van concertgrossier Mojo. 'Ik wil programmeren waar ik achter sta, niet wat ik aangeboden krijg. Als programmeur van zalen als Tivoli en Paradiso moet je toch neerzetten wat Mojo aandraagt, anders verlies je de contacten. Dat is eigenlijk geen programmeren. Maar ja, dat is de muziekindustrie', verzucht de programmeur. 'Ik ben daarin eigenlijk veel egocentrischer: als ik iets goed vind, wil ik het live zien en denk ik dat andere mensen dat ook moeten gaan zien.’
Met dB’s hoopt hij het Utrechtse podiumlandschap te verrijken. 'Hier staan toch andere bands. In Tivoli, De Helling en zelfs EKKO is veel te weinig plaats voor lokale bands. Een voorprogramma zou al leuk zijn.’ Wel probeert Boekhorst de boel daarbij zo low-budget te houden. 'Tot we de subsidie hebben uitgezocht, moeten bands in dB’s voor deurgeld spelen. Vaak vinden ze geld minder belangrijk dan spelen voor genoeg drank, in een goede sfeer en met uitstekende spullen. Dat vind ik zo jammer aan De Helling. Je mag er nog niet eens een poster ophangen en als je flyers neerlegt, komt zo’n coördinator ze meteen weghalen. Het gevoel dat het niet om de muziek gaat, maar puur om je eigen winkeltje.’'
Jeroen Boekhorst programmeert vooral uit liefhebberij
Ervaren programmeur wil dB’s op de kaart zetten
Hij programmeerde acht jaar lang vrijwillig voor de popsectie van Theater Kikker en probeerde twee jaar in Moira een semi-professioneel poppodium te runnen. Uiteindelijk streek Jeroen Boekhorst neer in het nieuwbouwpand van oefenruimtecomplex dB's, waar hij inmiddels een betaalde functie van acht uur bekleedt als zaalcoördinator. Verder zet hij eens per maand bands, die voor dB’s onbetaalbaar zijn, in EKKO neer. In deel 1 van haar portrettenserie 'De Programmeur' presenteert 3VOOR12/Utrecht u met trots: Jeroen Boekhorst.